Een van de – vele – leuke dingen bij het uitbrengen van een boek is nadenken over de cover. Van meet af aan stond het voor me vast dat ik geen stilistisch vormgegeven beeld wilde, een tekening van pianotoetsen bijvoorbeeld. Gezien de focus van mijn boek ligt op componistes en pianistes van de negentiende en twintigste eeuw, leek een schilderij uit die tijd me meer te passen. Op de Facebook-pagina van de Nederlandse Christa Zaat had ik er al ettelijke mooie zien passeren. Maar een echt geschikte prent – aantrekkelijk van kleur, bruikbaar als achtergrond bij een titel – zat er in het bijna 150 beelden tellende online album van deze Nederlandse ‘virtual curator of female artists in history’ niet bij.

Op een regenachtige zomeravond begon ik dus te surfen op het web. De zoektermen vrouw+piano of woman+piano leverden vooral foto’s op. Van vrouwen aan de piano, maar ook op de piano, de ene al schaarser gekleed dan de andere. Zeker, er waren best hoogst aantrekkelijke beelden bij, maar niet wat ik zocht.

Snel voegde ik de zoekterm painting toe. Ik denk dat het uiteindelijk via Pinterest was dat ik mijn pianospelende dame vond. Het was geen coup de foudre, maar hoe langer ik nu naar haar kijk, hoe verrukkelijker ik haar vind.

Ze is geschilderd in 1915 door William Merritt Chase, een Amerikaanse impressionist, en bevindt zich in de collectie van Tate in Londen. Het olieverfschilderij (506 x 405 mm) behoort tot de ‘Michael and Valerie Chase Collection’, die in 1994 geschonken is aan het museum, maar het wordt er niet tentoongesteld.

Blauw

De titel van het werk luidt The Keynote. Die ene pianotoets trekt dan ook de aandacht. Maar net zozeer blijft je blik hangen aan haar sierlijke houding, haar smalle taille en slanke hals, het opgestoken, ravenzwarte kapsel, het speciale blauw, de bloemetjes op het behangpapier. Intrigerend in de compositie, als je nog wat aandachtiger kijkt, is die linkerhand op de pianostoel. Speelt ze die ene noot met haar rechter middelvinger heel zachtjes, of net met een zware aanslag? Moet ze zichzelf daarom tegenhouden? Valt ze anders om?

En dan het instrument. Te laag voor een buffetpiano. Zou het niet veeleer een vleugel zijn? Maar zo dicht tegen de muur?

Net zoals ik voor mijn boek al lezend en surfend het laatste detail hoopte te weten te komen over de componistes over wie ik schreef, ben ik ook op zoek gegaan naar deze pianospelende vrouw. Merkwaardig genoeg is dit schilderij niet te vinden in The Complete Works op de website gewijd aan William Merritt Chase. Nergens vond ik haar naam. Wie ze is, heb ik dus niet met zekerheid kunnen achterhalen.

Over haar schepper kan ik wel meer vertellen. William Merritt Chase (1849-1916) werd geboren als zoon van een schoenmaker in de staat Indiana, maar studeerde vanaf zijn twintigste aan de National Academy of Design in New York. Met een beurs maakte hij vervolgens een studiereis naar Europa, waar hij bijzonder onder de indruk raakte van de oude meesters, zoals Peter Paul Rubens en Frans Hals. De Belgische portret- en genreschilder Alfred Stevens, die hij in Parijs leerde kennen, gaf hem echter de goede raad zijn schilderijen niet te laten lijken op werken van de oude meesters. Chase hield ook van het werk van Jean-Baptiste Corot en de schilders van de Haagse School. Onder invloed van Édouard Manet schoof hij op naar het impressionisme. Uiteindelijk was zijn stijl vrij eclectisch. Hij liet meer dan 2.000 werken na.

Rond de eeuwwisseling was Chase in de Verenigde Staten een van de meest gewaardeerde leraars van zijn tijd. In 1896 opende hij in New York de Chase School of Art, die vrij snel omgedoopt werd tot de New York School of Art. Hij promootte het schilderen in plein air en gaf zijn studenten vaak les in openlucht.

Behalve landschappen en parken (vaak Brooklyn en Central Park) schilderde hij veel portretten van zijn leerlingen, maar ook van modieuze dames en andere rijkelui. Googelend stuitte ik op een boeiende lezing op YouTube over kleding in Chases schilderijen. De man bleek een bijzonder goed oog te hebben voor stoffen en mode.

In 1887 huwde hij Alice Bremond Gerson (1866-1927), de dochter van de directeur van een lithografisch bedrijf. Het echtpaar woonde eerst in Brooklyn en later in Manhattan. Ze kregen acht kinderen – net zoveel als Clara en Robert Schumann een halve eeuw voor hen.

Zwart haar

Intussen ben ik er vrijwel zeker van dat de pianospelende vrouw die zo gracieus the keynote beroert, Williams echtgenote is. In ieder geval had ook Alice Gerson, afgaande op andere portretten die hij van haar geschilderd heeft, zwart haar. Wat niet gezegd kan worden van ene Mrs. Meigs, die hij in 1883 eveneens portretteerde at the Piano Organ.

Ikzelf ben die pianospelende vrouw in ieder geval niet, hoewel mijn 93-jarige moeder dat – zonder leesbril – even dacht toen ik haar in het rusthuis op mijn smartphone de cover van mijn boek-in-wording toonde. Jammer (smile).


Hierbij als smaakmakertjes nog wat schilderijen die de selectie voor de cover van mijn boek níét doorstaan hebben.

Van links naar rechts, van boven naar onder:

* Alfred Stevens: ‘Eva Gonzalès au piano’ (1879).
* Vilhelm Hammershøi: ‘Interieur met vrouw in het zwart’ (1901).
* William Merrit Chase: ‘Mrs Meigs at the Piano Organ’ (1883).
* James Ensor: ‘Russische muziek’ (1882).
* William Worcester Churchill: ‘Girl Playing Piano’ (1918).
* Luis Jiménez y Aranda: ‘A Quiet Afternoon’ (s.d).
* Vilhelm Hammershøi: ‘Interieur met vrouw aan de piano – Strandgade 30’ (1901).