Is er nu al meer aandacht voor vrouwelijke componistes of niet? Het is een vraag die me de voorbije weken, die gekleurd waren door enkele opmerkelijke gebeurtenissen, nog sterker dan anders bezighield. Ja, er worden stapjes vooruitgezet, maar nee, we zijn er nog lang niet. En zoals ook op vele andere domeinen waar de gelijkheid van vrouwen en mannen in het geding is, blijft waakzaamheid absoluut nodig. Of beter: actie! Want kleine stapjes, hoelang moeten we ons daar nog tevreden mee stellen?

Eerst het mooie, hoopgevende nieuws. Nog steeds krijg ik, soms ook uit onverwachte hoek, fijne reacties op Vrouw aan de piano, waarvan de vierde druk inmiddels vrijwel uitgeput is. Een amateur-fluitiste van mijn leeftijd die me mailde dat ze na het lezen van mijn boek besliste aan de muziekacademie een jaar lang enkel werk te spelen van vrouwelijke componistes en daarover ook een blog bij te houden. Een jonge, internationaal actieve operazangeres die me vroeg of mijn boek niet vertaald kan worden, want ‘ik heb zoveel collega’s en vrienden aan wie ik dit boek zo graag cadeau zou doen, maar die spijtig genoeg geen Nederlands kunnen lezen’. Een pianiste die afgelopen academiejaar voor haar eindexamen aan het conservatorium van Gent uitsluitend werk speelde van vrouwelijke componistes en mijn boek daarbij zeer inspirerend vond. Een oudere pianolerares die mijn boek ‘met veel plezier zal aanraden aan collega’s en melomanen’. Een conservatoriumstudent barokgitaar (19 jaar, man) die me bedankte voor de ‘fantastische lees/leerervaring’, want ‘je boek is op vele vlakken een echte eye-opener voor me geweest. Je hebt me aangestoken om op termijn ook een programma in elkaar te steken dat hiermee aan de slag gaat!’ 

Er gaat ook haast geen week voorbij of er komt wel een nieuwe cd uit met werk van vrouwelijke componistes, soms zelfs creaties en first recordings. En al hangt het wel af van het individuele engagement van de muzieksamensteller – meestal een -samenstelster – ook op Klara hoor je ze al veel vaker dan enkele jaren geleden. ‘Je boek heeft toch wat in beweging gebracht’, drukt men me soms op het hart.

Dus ja, ik zie wel vooruitgang en ben er ook blij mee. Het bewustzijn is gegroeid dat er een onevenwicht was/is in de muziekprogrammatie, en er is ook bereidheid om daar iets aan te doen.

Maar toch. De voorbije weken heeft zich een aantal feiten of zelfs incidenten voorgedaan die toch weer doen wanhopen. Ik zet ze op een rij.

Tussen 0 en 3,8 procent

Een van de sprekende grafieken uit het rapport ‘Equality & Diversity in Global Repertoire’ van Donne.

Eind september kwam Donne – Women in Music, een Engelse non-profitorganisatie die zich inzet voor het bereiken van gendergelijkheid in de muziekindustrie, naar buiten met het ontluisterende rapport Equality & Diversity in Global Repertoire. Grootschalig onderzoek wees uit dat in het concertseizoen 2021-2022 de programmatie van 111 orkesten in 31 landen voor 92,3% bestond uit werk van mannen. Amper 7,7%, niet eens een tiende dus, werd geschreven door een vrouw. 

Bij de vijf bestudeerde orkesten in België bleek de wanverhouding nog schrijnender: het aandeel composities van vrouwen varieerde tussen 0 en 3,8%. Voor zover ik weet, kreeg dit onderzoek bij ons nog geen enkele persaandacht.  

Zelf legde ik destijds de programmatie van het concertseizoen 2018-2019 in deSingel onder de loep. Het resultaat was zoals ik vreesde droevig (lees mijn Notitie Cherchez la femme (1)). Intussen heb ik, zoals gezegd, het ‘gevoel’ dat concertorganisatoren en musici al wat meer moeite willen doen om al eens een keer werk van een vrouwelijke componiste te brengen, toch in de kamermuziek. Ik schrijf bewust ‘al eens een keer’ – voorlopig lijkt het toch nog maar om excuustruzen te gaan: eens laten zien dat men eraan gedacht heeft.

Klankdomein: 0 op 14

Maar zelfs één excuustruus blijkt voor sommige concertorganisatoren al te veel gevraagd, zelfs als ze het initiatief nemen om een (ander) onevenwicht recht te trekken. Begin oktober vond Klankdomein plaats, een reeks van drie concerten die Vlaamse componisten in de kijker zette. Lovenswaardig, want composities van eigen bodem zijn ook niet vaak te horen. Met wat positieve actie een keer uitsluitend dat soort werk programmeren is dan zeker gerechtvaardigd (1) en geenszins ‘overdreven’, zoals initiatiefnemer en componist Wilfried Westerlinck de aanwezigen achteraf in een enquête blijkbaar toch wat onzeker vroeg. Onbegrijpelijk is het dan wel dat hij dat andere onevenwicht totaal over het hoofd gezien heeft: bij de 14 componisten die te horen waren, was er geen énkele vrouw. 

Niks tegen het werk van deze gewaardeerde componisten wier werk te horen was tijdens Klankdomein (vooraan Marc Verhaegen, Raoul De Smet, Wilfried Westerlinck, achteraan Jan Van Damme, Stefaan Vanheertum, Rudi Tas, Lucien Posman, Mathias Coppens, Boudewijn Cox). Maar mogen we het werk van hun vrouwelijke collega’s ook eens horen? (© Klankdomein)

Toen ik de uitnodiging kreeg, heb ik de concertorganisator daar meteen op gewezen – ik bleek overigens niet de enige te zijn. Maar hij gaf grootmoedig toe: ‘Ik geef je gelijk’. En hij beloofde er bij een mogelijk volgende editie aan te denken. Hij zal ‘eens wat muziek van deze dames gaan lezen’, antwoordde hij me, ‘en er dan hopelijk een plaats en uitvoerders voor vinden.’ Al heeft hij blijkens een reactie op Facebook er nog niet zoveel vertrouwen in of dat zal lukken: ‘Ik wil en zal dat wel eens onderzoeken, maar als er maar een 10-tal vrouwelijke componistes zijn tegenover 400/500 anderen…’

Maar een 10-tal? Alleen al Virago, het vrouwenorkest opgericht door Eline Cote, stelde een week voordien werk voor van niet minder dan vier hedendaagse Vlaamse componistes.

Natuurlijk valt het niet te ontkennen dat er minder componerende vrouwen zijn dan componerende mannen, zeker in het verleden. Dat valt ook objectief te verklaren (zie verder). Maar een beetje kenner van het hedendaagse muziekleven moet er nu toch makkelijk meer dan 10 kunnen opnoemen. Overigens, 400/500 mannelijke componisten in Vlaanderen? Daar frons ik dan weer mijn wenkbrauwen bij.

Een essay

Maar kijk, de organisator van Klankdomein kreeg al meteen hulp bij zijn beloofde zoektocht. Want ongeveer gelijktijdig met zijn concerten verscheen het essay Toonaangevende vrouwen. Componistes in Vlaanderen van Lieselotte Bijnens. En daarmee kom ik bij het derde ‘opmerkelijke feit’ van de voorbije weken, of zeg maar ‘incident’.

Waardevolle interviews, maar slechts 4 van de 49 met een vrouwelijke componiste.

Dat essay werd gepubliceerd in de rand van en als bijlage bij de publicatie Simon De Rijcke in gesprek met componisten uit Vlaanderen, een bundeling van net geen 50 interviews die Simon De Rijcke alias Raoul De Smet tussen 2005 en 2018 afnam voor het tijdschrift Ambrozijn. Die interviews vormen een waardevolle bron aan informatie, en daarom zagen MATRIX (het Centrum voor Nieuwe Muziek) en Kunstenpunt (het steunpunt voor de kunsten in Vlaanderen) er wel brood in. Alleen was het hen opgevallen dat in de oorspronkelijke reeks van 47 interviews er maar twee gewijd waren aan vrouwen (Jacqueline Fontyn en Mieke Van Haute). Voor de bundeling heeft de auteur er nog twee (Irma Bilbao en Kristin De Smedt) toegevoegd.

Daarmee was natuurlijk nog lang geen sprake van een evenwicht. In opdracht van MATRIX en Kunstenpunt toog musicologe Lieselotte Bijnens aan het werk. Voornamelijk via online bronnen (o.m. de databank van Kunstenpunt) vond ze al meteen een 40-tal componistes, die ze kort bespreekt in haar essay Toonaangevende vrouwen. Componistes in Vlaanderen. Als ze meer tijd had gehad, ook om archieven te doorpluizen, hadden het er makkelijk veel meer kunnen zijn, vertelde ze me.

Ze draagt in haar tekst ook verklaringen aan voor de beperkte aanwezigheid van vrouwen in de muziekgeschiedenis. Die ondervertegenwoordiging heeft ‘alles te maken met de plaats die ze tot voor kort mochten innemen in de maatschappij: ondergeschikt aan de man en verantwoordelijk voor het huishouden en de zorg voor de kinderen’. Bovendien: ‘Vrouwen kregen pas officieel toegang tot muziekonderricht in de negentiende eeuw. Voordien konden enkel meisjes uit specifieke milieus, bijvoorbeeld kloosterlingen en aristocraten, toegang verkrijgen tot onderwijs. Het idee dat een musicerende vrouw onbetamelijk was, werd geïntroduceerd door de Kerk in de middeleeuwen. Deze houding bleef nog lang nazinderen in de maatschappij en bemoeilijkte de professionalisering van vrouwelijke muzikanten.’

En ze legt de vinger op de wond: ‘Er zijn niet alleen heel veel partituren verloren gegaan vanwege een gebrek aan uitgaven, maar ook vanwege een gebrek aan interesse.’ Was de (muziek)geschiedenis al niet mild voor vrouwen die wilden componeren, door het gebrek aan interesse was de geschiedschrijving dat evenmin.

Een panelgesprek

En daardoor durven blijkbaar ook nu nog altijd stemmen te beweren dat componeren geen vrouwenzaak was of zelfs is. Dat viel te horen tijdens het panelgesprek naar aanleiding van de presentatie van genoemd boek en essay, georganiseerd in het kader van het recente Transit Festival in Leuven. De componisten Raoul De Smet en Frank Nuyts, de gesprekspartners van Lieselotte Bijnens, hadden geen oren hadden naar haar argumentatie.

Lieselotte Bijnens en Frank Nuyts op het panelgesprek tijdens het Transit Festival. (© Kunstenpunt)

Volgens hen kon er nu toch geen sprake meer zijn van discriminatie. Vrouwen krijgen immers evenveel kansen om compositie te studeren. Als ze daarin niet voortgaan, is dat toch hun eigen keuze? Een verklaring zochten zij eerder in ‘de psychologie van de vrouw’. Vrouwen hebben nu eenmaal het ‘zorgende’ in zich, luidde het, en daardoor zijn ze niet geschikt voor het solitaire bestaan van een componist.

Lieselotte Bijnens, die even voordien nog had betoogd dat vrouwen in de zorgende rol worden geduwd, was sprakeloos. En zij niet alleen, want diverse aanwezigen (vrouwen én mannen) verlieten verontwaardigd de zaal. Daags na het panelgesprek publiceerden Kunstenpunt en MATRIX een standpunt waarmee ze openlijk afstand namen van de ‘hopeloos achterhaalde en vrouwonvriendelijke “bijkomende verklaringen”’ voor de ondervertegenwoordiging van vrouwelijke componistes. ‘Niet enkel zijn zulke uitspraken incorrect en beledigend, ze miskennen ook schromelijk de artistieke ambities en talenten van álle componisten, met eender welke genderidentiteit of -expressie.’

‘MATRIX en Kunstenpunt zetten zich dagelijks in om op een genuanceerde manier de geschiedenis en het hedendaagse landschap van de kunsten in Vlaanderen in kaart te brengen. Zij betreuren ten zeerste dat het panelgesprek een wending heeft genomen die daartegen ingaat. De uitspraken in kwestie onderstrepen voor beide organisaties de noodzaak – ook vandaag – van gedegen wetenschappelijk onderzoek en van een kritische blik, zoals die in het essay van Lieselotte Bijnens naar voren treden.’

Lieselotte Bijnens vertrouwde me toe dat ze gemengde gevoelens overhoudt aan het panelgesprek. ‘Iedereen focust nu op de uitspraken die er gedaan zijn. Terwijl ik graag had gehad dat mijn essay en het gesprek het startpunt zouden zijn geweest voor verder onderzoek. Want als er gevraagd wordt naar vrouwelijke componistes en hun werk, moeten we nu al te vaak nog toegeven: ‘We weten het niet.’ Ik ben er echter zeker van dat er nog zeer veel te ontdekken valt. Bijvoorbeeld in de archieven van de VRT of bij de conservatoria. Ik wil er alleszins mee doorgaan.’

Voor een vrouw komt geen krant buiten

Als er één Vlaamse componiste is die tegenwoordig niet meer weg te denken valt uit de concertzalen, is het Annelies Van Parys. Ook zij staat niet in het boek van Simon De Rijcke, maar dat zullen we dan maar wijten aan zijn beperking tot drie generaties: de jongste geïnterviewde in zijn rijtje was Luc Brewaeys (1959-2015), de oudste August Verbesselt (1919-2012).

Annelies Van Parys en Gaea Schoeters: met ‘Notwehr’ op de Biënnale van Venetië maar vrijwel niet te vinden in onze kranten. (© Trui Hanoulle)

Annelies Van Parys (1975) is uiterst productief én succesvol. Een van haar jongste creaties is de kameropera Notwehr, die in september in première ging op de Biënnale van Venetië. Het stuk werd er enthousiast onthaald. En toch was dit aanleiding tot nog een ‘opmerkelijk feit’ van de voorbije weken. ‘Mooie recensie in De Tijd vandaag’, schreef librettiste Gaea Schoeters op Facebook. ‘Maar iets moet me toch van het hart: het zal ook de enige zijn. Want Koen Van Boxem was de enige Belgische journalist in Venetië. En dat terwijl Annelies de eerste Belg ooit is die rechtstreeks een commissie van de Biënnale krijgt. En het de eerste keer is dat een opera speelt in de Scuola Grande. Vergelijk dat eens met de aandacht voor een Venetië-passage van Dirk Braeckman? Of Fabre? Klassieke muziek is geen beeldende kunst, dat is waar. Vergelijk het dan met de aandacht voor Jan Martens in Avignon. Of voor de opera van Stefan Hertmans en Wim Henderickx. Ik gun alle collega’s die aandacht, net zoals ik alle aandacht voor cultuur fantastisch vind, maar wij spelen in dezelfde categorie.’ En ze besloot met de vaststelling: ‘Voor een vrouw komt geen enkele krant buiten. Werk van vrouwen wordt blijkbaar niet even ernstig genomen. En krijgt dus niet evenveel airplay. Zo blijft de canon eeuwig mannelijk.’

Klara Top 100: stem opnieuw vrouw!

Over de canon gesproken. Op 19 en 20 november organiseert onze klassieke zender weer de Klara Top 100. We mogen die dan wel niet te ernstig nemen – het is maar een ‘spelletje’, slechts twee dagen lang alleen maar ‘mooie’ muziek gekozen door de luisteraar/ster/s van de zender, nietwaar? – die top heeft toch wel wat weg van een canon door het steeds maar weer reproduceren en dus versterken van dezelfde ‘grote’ namen. Ik blijf er dan ook sterk voorbehoud bij maken, net zoals toen bij een van de eerste edities vrouwelijke componistes geen schijn van kans maakten om er een plaats in te veroveren (lees mijn opiniebijdrage Natuurlijk wint Clara de Klara top 100 niet). 

Mijn selectie voor de Klara Top 100 van vorig jaar én dit jaar. Opdat ze er niet weer uit verdwijnen.

Bij de vorige twee edities is dat met Clara Schumann, Francesca Caccini, Nadia Boulanger en Fanny Mendelssohn wel gelukt. Hoera! Maar het is geen geheim dat dat alleen maar kon door wat positieve actie van geëngageerde enkelingen. Als we dat nu niet opnieuw doen, liggen die paar componistes er zo weer uit. Ondanks mijn blijvende weerzin om aan het spelletje deel te nemen, voel ik me dus opnieuw genoodzaakt om een dringende oproep te doen: stem vrouw! (2)

Krachten bundelen

Door die en andere kleine acties worden er dus al stapjes vooruitgezet. Maar wordt het, gezien de ‘feiten’ van de voorbije weken, niet eens tijd voor grote stappen? Wordt het niet eens de hoogste tijd dat de krachten gebundeld worden? Nu blijft het bij een concert hier en een stem daar. Het is zeker toe te juichen dat nu ook organisaties als Kunstenpunt en MATRIX oog hebben voor de ondervertegenwoordiging van vrouwelijke componistes. Aan de AP Hogeschool en het Studiecentrum Vlaamse Muziek in Antwerpen worden eveneens inspanningen geleverd. Maar het blijven toch vooral initiatieven van welwillende individuen, niet gestructureerd en vooral in verspreide slagorde.

Hoe anders gaat het al jaren in het buitenland. Ik verwees al naar het Engelse Donne – Women in Music, een project opgezet door de sopraan Gabriella Di Laccio, die begon met een lijst op te stellen die intussen meer dan 5.000 vrouwelijke componistes telt. In Frankfurt bestaat al sinds 1979 het Archiv Frau & Musik, dat intussen 28.000 documenten over en van 2.000 componistes en dirigentes verzamelde. In Hannover werd in 2006 binnen de Hochschule für Musik, Theater und Medien het Forschungszentrum Musik und Gender opgericht, dat onder meer in zijn bibliotheek 1.300 biografieën en 1.500 cd’s ter beschikking stelt. Bij Furore Verlag in Kassel verschenen de voorbij 35 jaar meer dan 2.000 partituren van 170 componistes uit Europa, Amerika, Azië en Australië. In Amerika werden in 1995 drie al veel eerder opgerichte organisaties samengevoegd tot de International Alliance for Women in Music (IAWM). In de databank Demandez à Clara (1.794 componistes, 18.273 werken) van het Franse Centre Présence Compositrices kan je aangeven naar welke bezetting van instrumenten of periode je op zoek bent.

Zo zijn er nog veel meer tools om vrouwen en hun composities op het spoor te komen. France Musique laat ze geregeld aan bod komen in de dagelijkse reeks Musicopolis. De Nederlandse omroep NPO4 bood al twee podcastreeksen aan: Muziek is een vrouwelijk woord en Nooit van gehoord?! (al meer dan 50 afleveringen). Op Spotify is er ook al een hele reeks speellijsten te vinden (3). En dan zijn er nog de Facebook-groepen zoals Women Composers of Classical Music, waar componistes collega’s treffen en het publiek kennis laten maken met hun werk. 

Door al die initiatieven zijn er in andere landen en in andere talen ook al zeer veel boeken en onderzoeken verschenen over vrouwelijke componistes. In Vlaanderen bleef het opmerkelijk stil, enkele (niet-gepubliceerde) masterverhandelingen buiten beschouwing gelaten. Bij ons geen exclusief onderzoekscentrum, geen documentatiecentrum, geen databanken, geen aanspreekpunt dat een en ander kan stimuleren en ondersteunen. Wie zich in het onderwerp wil verdiepen, moet het zelf maar uitzoeken.

Fixdit in de muziek

Eind september publiceerde het schrijverscollectief Fixdit – ik zou zeggen: schrijfsterscollectief, maar dat is een andere discussie – het manifest Optimistische woede. ‘Veel mensen geven openlijk toe nauwelijks boeken van vrouwen te lezen. Leeslijsten op scholen worden gedomineerd door boeken van (witte hetero)mannen. Vrouwen winnen minder literaire prijzen dan mannen. Is dat erg? Ja, want het weerspiegelt en vormt de verhoudingen in de samenleving. Elf vrouwelijke schrijvers zijn verontwaardigd over de ongelijke positie van vrouwen in de letteren, en verenigden zich in het collectief Fixdit. Vanuit bondgenootschap strijden ze voor verandering, in de literaire wereld én in de canon.’

Verander in dit promotekstje boeken door muziek, en vrouwelijke schrijvers door vrouwelijke componistes en je vraagt je af waar die krachtenbundeling in die tak van de kunst blijft. Ook andere citaten, uit een interview met mede-initiatiefneemster van Fixdit Gaea Schoeters, zouden zo vertaald kunnen worden naar de wereld van de muziek: We denken altijd dat die vrouwelijke kunstenaars en denkers er niet waren, maar dat is historisch helemaal niet juist. Ze zijn alleen vaak in de vergetelheid geraakt, ondergesneeuwd. (…) Het ís gewoon niet zo dat die vrouwen er niet waren. Die gaten in de geschiedenis zijn niet per ongeluk ontstaan.’ 

‘Vaak zeggen ze: maar het gaat bij literatuur toch puur om de kwaliteit? Wat eigenlijk een verbloemde manier is om te zeggen dat vrouwen het niet kunnen. Terwijl er nogal wat randvoorwaarden zijn waardoor het misschien lijkt alsof vrouwen het niet kunnen.’

‘Mannen aan de top bepalen nog steeds onbewust de literaire norm. Maar ook: boeken van vrouwen worden anders gelezen dan die van mannen. Uit onderzoek blijkt dat vrouwelijke auteurs in andere bewoordingen beoordeeld worden en dat de criteria op basis waarvan dat gebeurt ook verschillen.’

Ik vermoed dat nogal wat componistes instemmend knikken wanneer ze deze uitspraken van Gaea Schoeters lezen. Ik hoop dan ook dat ook zij toch eens opstaan én de krachten bundelen.

Fixdit lanceerde tot slot ook een podcastreeks én de hashtag #leeseenvrouw. ‘Lees vrouwen, leg ze op een mooie plek in de winkel, programmeer ze. Noem hun namen en blijf ze noemen’, vraagt Gaea Schoeters.

Bij deze lanceer ik alvast de hashtag #beluistereenvrouw. Luister naar hun muziek, voer hun werk uit, neem het op, programmeer het. Noem hun namen en blijf ze noemen. Zodat geen concertorganisator nog kan zeggen: er zijn er maar een tiental.

__________________

(1)  Samen met het kamermuziekensemble Triotique doe ik in maart 2023 net hetzelfde als wat Klankdomein deed voor Vlaamse componisten: een concertenreeks organiseren met uitsluitend werk van vrouwelijke componistes. Datums hier.

(2) Inspiratie nodig voor de Klara Top 100? Lees mijn nog steeds actuele Notities Stem vrouw! en Fanny voor haar verjaardag in de Klara Top 100?

(3) De jongste in de groeiende reeks playlists op Spotify is overigens de luisterlijst die er kwam op initiatief van Kunstenpunt en MATRIX bij het essay van Lieselotte Bijnens.