Op zondag 10 mei zou Symfonieorkest Vlaanderen onder leiding van de Estse dirigente Kristiina Polska in deSingel de derde symfonie van de Franse componiste Louise Farrenc (1804-1875) uitvoeren. Dat zou een uniek concert geweest zijn, vooral wanneer je beseft dat het meer dan anderhalve eeuw geleden is dat die symfonie nog eens te horen was in België. Ik keek er erg naar uit, temeer omdat ik voorafgaand in een lezing voor het Davidsfonds uitgebreid had mogen vertellen over deze virtuoze pianiste, pedagoge én vrij gerenommeerde componiste in haar geboortestad Parijs. Het heeft voor Louise andermaal niet mogen zijn.
Laten we hopen dat ze volgend seizoen een nieuwe kans krijgt. Op de website van Symfonieorkest Vlaanderen staat ze nu geprogrammeerd voor 1 september in Concertgebouw Brugge en 13 september in deSingel in Antwerpen. Afwachten in deze onzekere tijden…
Vandaag luister ik dan maar naar een opname, zoals deze bijvoorbeeld door het Ensemble of the Royal College of Music uit Stockholm onder leiding van de Belgische dirigente Katleen Weverbergh. Die derde beweging (19:42), zo heerlijk zwierig en opzwepend! Je wordt er op slag weer goedgezind van.
En aan mijn piano studeer ik voort de tiende van haar 30 Etudes pour piano dans tout les tons majeure et mineurs in, destijds zo gewaardeerd dat die bundel het officiële leerboek was aan de conservatoria van Parijs, Brussel en Bologna.
Meer weten over deze in menig opzicht uitzonderlijke vrouw? Dan beveel ik graag De Nieuwe Muze aan, een erg lezenswaardig muziektijdschrift waarin in een volgend nummer mijn artikel over haar verschijnt. Met nog meer info dan wat ik al vertelde in het hoofdstuk Oktober van Vrouw aan de piano.
Contrabassiste Eline Cote concerteert met vrouwenorkest Virago
Een orkest met alleen maar vrouwen, een vrouwelijke dirigente, op het programma uitsluitend werken van vrouwelijke componistes. En dat allemaal in de Koningin Elisabethzaal op de internationale vrouwendag. Wie heeft dat voor elkaar gekregen? Maak kennis met de jonge contrabassiste Eline Cote. Met The Virago Symhonic Ochestra maakt ze niet alleen een droom waar, ze heeft ook een duidelijke boodschap: gender is niet bepalend wanneer het aankomt op talent. ‘Als je het niet eens bent met gendergelijkheid, dan ben je simpelweg een seksist.’
Eline Cote (1997) wist al heel vroeg dat haar toekomst in de muziek lag. Ze was het soort kind dat op haar vierde al met een potlood in haar handje mee stond te dirigeren wanneer ze op televisie een concert zag. Haar ouders begonnen snel pogingen te ondernemen om haar in te schrijven voor muziekles, maar ze moest tot haar zevende wachten voor ze binnen mocht in de muziekacademie van Merksem, in haar eigen straat. ‘Bij een voorstelling van alle instrumenten vond ik, die zelf heel klein was en nog steeds ben, de contrabas ontzettend cool. Ik kon in de klas van Lode Leire beginnen met een 1/8 contrabas, het kleinste model. In het middelbaar heb ik nog wel even de richting Latijn gevolgd, maar ik wist dat muziek mijn passie was. Van De! Kunsthumaniora ging het naar het conservatorium van Antwerpen.’
Het instrument groeide met haar mee, van 1/8 over 1/4 naar 3/4. In haar eerste jaar aan het conservatorium stelde ze echter vast dat ze het met haar 1 meter 50 fysiek veel zwaarder bleef hebben dan haar medestudenten. Ze kreeg rug- en schouderpijn. De tussenmaat 5/8 bood een oplossing voor haar fysieke klachten, maar Eline was niet tevreden over de klank van dat instrument voor een orkest.
Overtuigd van haar definitieve toekomst trok ze vorig jaar naar Pöllmann, befaamd contrabasbouwer in Mittenwald bij Innsbruck. Vier instrumenten had Michael Krahmer (vierde generatie Pöllmann) voor haar klaargezet, maar nog steeds voldeed geen enkel aan haar wensen. ‘‘‘Wacht even’’, zei hij toen, ‘‘ik heb nog wel één bijzonder instrument.’’ Daarop haalde hij een contrabas tevoorschijn waar hij tien jaar aan gerestaureerd had. Niemand had geloofd dat hij met de vele puzzelstukjes die hij daarvan binnengekregen had opnieuw een goed instrument kon maken. Maar het was hem gelukt. Daarom beschouwde hij dat instrument als zijn baby die hij niet graag afstond. Vanaf het eerste moment dat ik die bas aanraakte, voelde ik het: dit was het. ‘‘The double-bass sounds so good in your hands’’, vond ook Michael. Ik ben zo blij dat ik nu, dankzij een flinke sponsoring, op dat instrument kan spelen. Zo’n warme klank voor zo’n klein instrument: ik en mijn instrument, wij zijn gewoon dezelfde.’
HeForShe
Op zondag 8 maart, op internationale vrouwendag, zal Eline met haar contrabas en ‘haar’ vrouwenorkest Virago te horen zijn in de Koningin Elisabethzaal in Antwerpen. Het wordt de bekroning van een groots opgezet project waaraan ze flink anderhalf jaar geleden begon. Het past in haar masterproef waarmee ze afstudeert aan het conservatorium. ‘De meeste studenten leggen zich daarvoor toe op een bepaald muziekstuk dat ze tot in de puntjes analyseren. Daar had ik geen zin in. Ik wilde iets doen met vrouwen in de muziek.’
‘Daar was ik al mee bezig in De! Kunsthumaniora. In het laatste jaar koos ik daar voor een spreekbeurt voor de les Engels geen voor de hand liggend onderwerp als WWF of een andere bekende liefdadigheidsorganisatie, maar voor HeForShe (een solidariteitscampagne van de VN die onder het ambassadeurschap van actrice Emma Watson mannen en jongens betrekt bij het bereiken van meer gelijkheid tussen mannen en vrouwen, vj). Dat heeft me echt de ogen geopend. Ik ben er ook bewust op beginnen te letten: er zitten nog altijd niet zo veel vrouwen in orkesten en we kennen nauwelijks vrouwelijke componistes. Voor mijn instrument had ik welgeteld één rolmodel: Chi-chi Nwanoku (de Nigeriaans-Ierse contrabassiste die met haar Chineke! Orchestra meer diversiteit wil brengen in de overwegend witte klassiekemuziekwereld, vj).’
A celebration of women in music
‘Op mijn 17de dacht ik al: hoe supercool zou een orkest met alleen maar vrouwen zijn? Met superveel vrouwen op een groot podium: a celebration of women in music! (Met haar Amerikaanse roots kruidt Eline haar woorden graag met wat Engels, vj.) Ik vond het zelf irrealistisch, maar dat idee is in mijn achterhoofd blijven spelen. In gesprekken stelde ik immers vast dat er in de klassieke muziek nog altijd behoorlijk wat seksisme heerst. Er is inderdaad al veel veranderd, we zijn op de goede weg. Maar anno 2020 zou het probleem toch gewoon niet meer mogen bestaan? Hoe vreemd is het dat we bepaalde opmerkingen in de les of in een orkest nog steeds aanvaarden? Er zijn zelfs nog altijd mensen die vinden dat een vrouw geen orkest kan leiden omdat muzikanten dan afgeleid kunnen zijn. Hoe absurd is dat!’
‘Toen ik vernam dat voor de masterproef aan het conservatorium de mogelijkheid bestaat iets te doen onder de noemer ‘creatief project’, trok ik met mijn idee naar Yves Senden. Hoewel hij als promotor dergelijke projecten doorgaans afraadt omdat ze zo zwaar zijn, heb ik hem in een halfuur superenthousiast gekregen. ‘‘Jij gaat dat kunnen’’, zei hij. Ik droomde niet alleen van een vrouwenorkest, mijn bedoeling was ook met een enquête het seksisme bloot te leggen.’
Nooit erkenning gekregen
Voor ze aan haar ‘veldonderzoek’ begon, verdiepte Eline zich in de literatuur over vrouwelijke componistes – over uitvoersters vond ze weinig bronnen. ‘Ik vond het zo leuk om hun verhalen te lezen. In bepaalde componistes vond ik mezelf terug. Toen ik hun muziek opzocht op YouTube of Spotify, kon ik gewoon niet begrijpen waarom je ze nooit hoort. Dat heeft natuurlijk te maken met de geschiedenis van de mensheid, waarbij vrouwen altijd een ondergeschikte rol hebben gekregen. Mijn belangrijkste conclusie van mijn literatuuronderzoek: ze waren allemaal op zoek naar de erkenning die ze nooit gekregen hebben. Want eigenlijk doet gender er niet toe. Iedereen is individueel in haar of zijn talent. Het is dus onrechtvaardig om ze niet aan te werven omdat ze vrouw zijn. Je kan ook niet beweren dat vrouwen minder goed waren of zijn. Ook in de enquête die ik vervolgens gedaan heb, kwam dat heel duidelijk naar voren: nog steeds vinden vrouwen dat ze minstens dubbel zo hard moeten werken als hun mannelijke collega’s om nog maar ‘‘toegang tot de race te krijgen’’, om het met Chi-Chi Nwanoku te zeggen.’
It’s a men’s world
Op de enquête voor haar masterproef, die de titel The Challenges of Professional Female Musicians in the Western World meekreeg, ontving Eline Cote niet minder dan 250 (anonieme) reacties, fifty-fifty van vrouwen en mannen, zowel conservatoriumstudenten als docenten, zowel amateurs als professionals, ook uit het buitenland. Ze trok ook naar Londen en Berkeley University in Californië voor lange interviews met beroepsmuzikantes of sprak met hen via Skype. Telkens weer, ook van mannen, kreeg ze te horen hoe fantastisch en nodig haar project was. Tot dan bleken ze er nooit echt bij stilgestaan te hebben, maar nu zag iedereen het: it’s a men’s world.
‘Je moet eerst erkennen dat er een probleem is vooraleer je het kan oplossen. Na mijn enquête gaf een contrabassist toe dat zijn vrouwelijke collega’s niet dezelfde kansen kregen hoewel ze even goed waren. Sommige mannen zagen in dat ze bijvoorbeeld tegen vrouwen in de les of in een orkest dingen gezegd hadden die seksistisch waren. Bij de koperblazers, de meest male dominated group, gaven vrouwen toe dat ze zich vaak oncomfortabel voelden. Maar ook bij de altviolistes waren er vrouwen die dolgraag wilden meedoen met het vrouwenorkest om eindelijk eens niet in de minderheid te zijn. Vrouwen vertelden me ook hoe ze zich hadden moeten aanpassen. Een afgestudeerde van Berkeley had van haar – vrouwelijke – docente te horen gekregen dat ze zich anders moest kleden om er composerly uit te zien. Die boodschap had die docente wellicht doorgegeven omdat ook zij zich had moeten aanpassen.’
Toch niet beter piccolo?
Zelf krijgt Eline ook nog altijd opmerkingen, vaak als grap bedoeld, maar lachen kan ze er eigenlijk niet meer mee en reageren doet ze nog zelden. ‘Altijd maar weer vragen ze of ik, met mijn kleine gestalte, niet beter piccolo had gekozen. Vaak komen die reacties van niet-muzikanten. Maar ook met een collega in een orkest heb ik het meegemaakt. Tot hij me had horen spelen – toen is hij zich komen verontschuldigen.’
Eline is er vast van overtuigd dat meisjes ook nu nog afgeremd worden bij de keuze van hun instrument. Terwijl het vrouwen tot de 19de eeuw nog vlakaf verboden was om ‘onwelvoeglijke’ instrumenten als viool, cello of fluit te studeren, werkt die stereotypering van instrumenten volgens Eline nog altijd door. ‘Hoeveel ouders zullen hun dochtertje nog laten verstaan: ‘‘Trompet, vind je dat niet meer iets voor jongens?’’ Want een blaasinstrument is voor jongens, een harp voor meisjes.’
Over blazers gesproken. Toen Eline begon aan de samenstelling van haar vrouwenorkest, had ze de grootste moeite om aan het vereiste aantal hoorns, trompetten, fagotten, contrafagotten, klarinetten, trombones en tuba’s te geraken. Alleen voor dwarsfluit had ze meteen genoeg kandidates. Voor de strijkers had ze wel een ruim aanbod aan violistes. Samen met de piano en de gitaar behoort de viool dan ook tot de meest gekozen instrumenten in de muziekacademies, ook onder jongens.
Heldhaftige vrouw
The Virago Symphonic Orchestra telt nu zo’n 90 leden, én er staan nog vrouwen op de ‘wachtlijst’. Altijd goed om onvermijdelijk verloop op te vangen: onder muzikanten gebeurt het wel vaker dat iemand moet afhaken wegens een blessure bijvoorbeeld.
Voor de naam van haar orkest zocht Eline naar een ‘heldhaftige vrouw’. Virago klonk haar perfect in de oren. Volgens sommige bijbelvertalingen zou dat de eerste naam zijn die Adam gaf aan zijn vrouw, vooraleer ze na de zondeval herdoopt werd tot Eva. Pejoratief gebruikt is Virago een ‘manwijf’. Van Dale ziet in Virago een ‘manhaftige, forse, krachtige vrouw’, maar ook een ‘helleveeg’. ‘Sommigen vinden vrouwen die een ‘‘mannelijk’’ instrument kiezen, inderdaad manwijven’, beseft Eline. ‘Ik vind hen vooral dappere vrouwen.’
In haar celebration of women wilde Eline geen enkele muzikante uitsluiten. Met Virago krijg je daarom een ‘totaalpakket’ aan vrouwen: niet alleen de uitvoersters, maar ook de dirigente is met Pascale Van Os een vrouw en de werken op het concertprogramma zijn allemaal gecomponeerd door vrouwen: Augusta Holmès, Fanny Mendelssohn, Marlies Hollevoet, Amy Beach, Marga Richter, Mary Jane Leach, Vigdis Hansa Elst, Cécile Chaminade en Ethel Smyth. Hun verhalen worden tussendoor kort gebracht door drie actrices. Er doen op 8 maart ten slotte ook enkele danseressen mee.
Onderneemster, activiste, feministe
Blijft het bij een eenmalig project? ‘Zeker en vast niet’, zegt Eline. ‘We hebben al twee uitnodigingen voor festivals gekregen. Samen met mijn mama, vriend en beste vriendin heb ik ook een vzw opgericht, waarmee we seksisme in de kunstwereld blijvend op de kaart willen zetten. Ook na het concert wil ik mee blijven nadenken hoe het beter kan, onder meer in orkesten maar ook daarbuiten. In mei ben ik in Barcelona op uitnodiging van de Boston Consulting Group keynote speaker op een event dat jonge ondernemende vrouwen met elkaar in contact wil brengen. Ja, ik voel me momenteel soms meer een onderneemster dan een muzikante.’
En een activiste, zo noemt ze zichzelf intussen ook. Én zonder enig voorbehoud een feministe. ‘In mijn verhandeling sta ik ook stil bij de definitie van feminisme. Voor mij is dat: streven naar gendergelijkheid. Als je het daar niet mee eens bent, dan ben je simpelweg een seksist.’
Wanneer zal je tevreden zijn, vraag ik Eline aan het einde van onze lange babbel, die meer een monoloog was – zóveel had ze te vertellen. ‘Als het concert gedaan is’, zucht ze. Nog drie weken te gaan en ze zal volhouden, heel gefocust. Maar ze geeft toe dat ze moe is. ‘Het is behoorlijk stresserend, ja. Er komt ontzettend veel bij kijken. Elke dag komt er wel iets bij waaraan ik in het begin niet gedacht had. En eigenlijk doe ik alles alleen: mails van mijn orkestleden beantwoorden, met sponsors bellen, de marketing doen, overleggen met de Koningin Elisabethzaal, de crowdfunding opvolgen, enzovoort. Daarnaast moet ik natuurlijk ook nog repeteren voor het concert, les volgen en eind juni mijn eindexamens afleggen. Nee, die ga ik niet uitstellen. Daar ben ik te perfectionistisch voor.’
Maar fundamenteel: tevreden zal ze vooral zijn als ze echt iets in beweging heeft kunnen zetten. ‘Als ik op 8 maart zelfs maar één iemand in het publiek van gedacht heb kunnen veranderen, zal ik al content zijn. Dat die heeft ingezien dat er een probleem is met seksisme in de muziekwereld en dat het anders moet en kan.’
Op deze blog hou ik notities bij over wat me bezighoudt als amateurpianiste, als vrouw aan de piano. Deze notities bouwen voort op mijn boek Vrouw aan de piano, dat verschenen is bij Uitgeverij Vrijdag/Pelckmans.