Blog Image

blog

Natuurlijk wint Clara de Klara top 100 niet

Notities Posted on 23 november 2018 10:02

(Deze notitie verscheen ook als opiniebijdrage in De Standaard)

Welke muziek dit jaar in de Klara Top 100 op 1 prijkt, weten we zondagavond. Alvast geen van een vrouw. Op de overige 99 plaatsen zal evenmin een vrouw prijken. Dat is kansrekenen: in de preselectie van 314 werken die Klara ons voorschotelde, zijn er vier gecomponeerd door vrouwen, een beschamende 1,27 procent. Clara Schumann kent u hopelijk, misschien ook Francesca Caccini of Marie Jaël. Maar Eleni Karaindrou?

Dus geen Fanny Mendelssohn, Cécile Chaminade, Mel Bonis, Nadia en Lili Boulanger, Ethel Smyth of Rebecca Clarke. Des te merkwaardiger omdat Klara deze keer zijn best deed met ‘nieuwe’ namen: Ryuichi Sakamoto, Wim Mertens, Steve Reich, Einaudi…

Die vrouwen zijn natuurlijk niet goed genoeg, zullen sceptici opwerpen. Ze zullen wel met reden niet doorgedrongen zijn tot de ‘canon’.

Te mooi voor woorden
Vrouwen waren altijd muzikaal actief. Of hun talent alle kansen kreeg, is de vraag. Een muzikale carrière uitbouwen paste niet. Fanny Mendelssohn was even getalenteerd als haar broertje Felix maar werd op haar zestien door haar vader tot de orde geroepen. Ook Felix verhinderde zijn zus naar buiten te treden. Terwijl hij haar liederen ‘te mooi voor woorden’ vond en ze opnam in zijn eigen bundels.

Vrouwen zaten ook vast in huwelijk en moederschap. ‘Clara kent haar hoofdberoep van moeder, zodat ik meen dat ze gelukkig is in deze verhoudingen, die nu eenmaal niet te veranderen zijn’, oordeelde Robert Schumann over zijn vrouw, de bejubelde concertpianiste én componiste Clara Wieck.

Een eeuw later vond Rebecca Clarke ‘niets opwindender dan componeren’, maar ze stopte ermee omdat ‘ik dat niet kan doen – dat is misschien waarin vrouwen anders zijn – tenzij het het eerste is waaraan ik denk wanneer ik wakker word en het laatste voor ik ga slapen. Als er te veel andere dingen zijn, ben je er niet toe in staat.’ Voor mannen bleek – en blijkt? – het toch makkelijker én aanvaardbaarder zich te focussen en de rest te vergeten.

Muziekopleidingen waren tot eind 19de eeuw ook nauwelijks toegankelijk voor vrouwen, al zeker niet het vak compositie. Vrouwen componeerden vanuit eigen inzicht. Dat ze kozen voor kleinere bezettingen, is logisch. In vele burgerlijke huiskamers stond een piano. Vrouwen moesten er het huis niet voor uit en hun man kon de controle houden. Een viool, cello of fluit in vrouwenhanden verhitte te veel de fantasie. Voor symfonieën en opera’s hadden vrouwen geen financiële middelen.

Die ‘grote werken’ kregen echter steeds meer aandacht in een tijd die componisten als genieën op een piëdestal plaatste. De ‘huiskamerwerkjes’ werden niet opgemerkt door critici, en bijgevolg niet door uitgevers. Dat moedigde vrouwen evenmin aan. Niet verwonderlijk ook dat veel verloren ging.

Objectief?
Maar doorstaat dat werk van vrouwen de vergelijking met dat van mannen? Aan Jozef De Beenhouwer danken we de ontsluiting van het pianowerk van Clara Schumann. Toen ik hem interviewde voor mijn boek ‘Vrouw aan de piano’ waarschuwde de concertpianist me: ‘Clara is níét beter dan Robert. Blijf objectief.’ Hoezeer ik ook van haar werk geniet, ik wil mij daar wel bij neerleggen. Maar, hoe ‘objectief’ kan je muziek beoordelen? Was ze niet vernieuwend genoeg? Vele mannelijke tijdgenoten evenmin. Is dat een reden om hen te vergeten?

Bovendien hangt het er maar van af met wie je hen vergelijkt. In zijn roman Orfeo doet Richard Powers een rake vaststelling: 25 componisten tekenen voor acht tiende van wat in de concertzalen gespeeld wordt. 25 mannen natuurlijk. Hun namen kent iedereen: Bach, Mozart, Beethoven, Schubert, Mendelssohn (niet Fanny), Schumann (niet Clara), Chopin, Brahms…

Het is ook hun werk dat steeds opnieuw wordt opgenomen. Terwijl er al honderden cd’s van bestaan en er nog zoveel pareltjes te ontdekken vallen. Een muzieksamensteller bij Klara legde de vinger op de wond: wij zijn afhankelijk van goede opnames, van werk van vrouwen bestaan er minder, daarom hoor je ze weinig. Een concertprogrammatrice zei me dat ze meer werk van vrouwen wilde laten horen, maar uitvoerders hebben het nauwelijks op hun repertoire. Op onbekend werk komt immers weinig volk af. Voor uitvoerders en organisatoren is het sop de kool niet waard.

Vicieuze cirkel doorbreken
Dat is een self-fulfilling prophecy. Omdat het publiek het niet kent en er dus niet op afkomt, doen muzikanten geen moeite, waardoor het publiek het niet leert waarderen, enzovoort.

Die vicieuze cirkel doorbreken is een opdracht voor muzikanten, programmamakers, concertorganisatoren én het muziekonderwijs. Het publiek zal volgen, want aan de kwaliteit van de muziek ligt het heus niet.

Zijn er geen dringender strijdpunten? De Klara top 100 wil luisteraars toch alleen laten genieten van mooie muziek? Dat is pleiten voor een status-quo. Niet alleen missen we zo veel, ook voor de vele meisjes aan de academies is dat geen stimulans.

Annelies Van Parys vertelde me over de twijfel die haar overviel tijdens haar masteropleiding: ‘Ik heb pas zeer laat beseft dat ik geen vrouwelijke voorbeelden kende. Als kind wilde ik al componeren, maar plots vroeg ik me af of dat wel hoorde. Hoe haalde ik het toch in mijn hersens?’ Gelukkig heeft ze doorgezet en doet ze nu concertzalen vollopen. Maar ook zij werd niet geselecteerd voor de top 100.

Tot 12 uur vandaag, vrijdag 23 november, kunnen we stemmen. Misschien er nog voor zorgen dat minstens één Clara de Klara Top 100 haalt?



Leonora, componerende buurvrouw van Rubens

Notities Posted on 19 augustus 2018 20:40
De familie Duarte, olieverf op doek. © Museum der Bildenden Künste, Leipzig.

Er moeten nog veel componistes zijn van wie we nog nooit gehoord hebben maar die wel degelijk, zelfs in de openbaarheid, actief waren. Schrijvend aan Vrouw aan de piano ben ik daar steeds meer van overtuigd geraakt. Quod erat demonstrandum: niet lang nadat mijn boek verschenen was, dook ene Leonora Duarte (1610-1678) op. Deze zomer brengen het Museum Vleeshuis en het Snijders/Rockoxhuis in Antwerpen de buurvrouw van Rubens (1577-1640) onder de aandacht met een kleine, tweevoudige expo en een cd.

Terwijl Rubens’ palazzo aan de Wapper in de zeventiende eeuw het centrum van de schilderkunst was, was het stadspaleis van de familie Duarte op de Meir (ter hoogte van de latere stadsfeestzaal) het centrum van het Antwerpse muziekleven. Leonora Duarte was de oudste van de zes kinderen van Gaspar Duarte en Catharina Rodrigues.

Eind 16de eeuw had de joodse (sefardische) familie, die weliswaar onder druk bekeerd was tot het katholicisme, Portugal verruild voor het verdraagzamere Antwerpen. Daar zette ze een goed draaiende handel in juwelen en diamanten op. Vader Gaspar was lid van de rederijkerskamer De Violieren. Hij en zoon Diego (1612-1691) bouwden ook een rijkelijke kunstcollectie met Vlaamse, Hollandse en Italiaanse meesters uit.

Alle zes de kinderen kregen een gedegen muzikale opvoeding. Ze zongen en speelden klavecimbel, virginaal, luit, viool, theorbe en viola da gamba. In hun huis stonden vijf klavecimbels of virginalen en een claviorganum. De familie onderhield trouwens een warm contact met de befaamde klavecimbelbouwers Ruckers en Couchet – waarvan er instrumenten te bewonderen vallen in Museum Vleeshuis. Zodra zijn dochters Leonora, Catharina en Francisca oud genoeg waren, organiseerde Gaspar huisconcerten waarop hij samen met hen musiceerde.

Zeven sinfonieën

Tijdens de huisconcerten waren ook eigen composities te horen, van Leonora en broer Diego. Voor één keer is eens werk bewaard gebleven van de zus, terwijl die van de broer allemaal verloren gegaan zijn. Van Leonora is een handschrift met zeven vijfstemmige sinfonie overgeleverd. Ze schreef ze tussen 1630 en 1640, de periode waarin Diego hofjuwelier was van de Engelse koning Charles I. De bibliotheek van Christ Church College in Oxford bewaart er een kopie van. De titels bij elk werk zijn in het handschrift van vader Gaspar.

Die zeven werken in Engelse consortstijl voor vijf viola da gamba’s vormen de ruggengraat van de cd The Duarte Circle – Antwerp 1640, in opdracht van Museum Vleeshuis opgenomen door het barokensemble Transports Publics onder leiding van Thomas Baeté. De andere werken op de cd zijn composities die mogelijk te horen waren op de huisconcerten van de Duarte’s, zoals van John Bull, de Engelse hoofdorganist van de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal en vermoedelijke compositieleraar van Leonora, en van Constantijn Huygens, de bekende Haagse dichter en diplomaat die als een echte homo universalis ook componist was. Ongetwijfeld kwamen deze heren ook over de vloer bij de familie Duarte.

Antwerpse Parnassus

Terwijl Huygens nogal neerkeek op de muziekcultuur van zijn eigen land, schreef hij in zijn omvangrijke correspondentie met warmte over la famille musicale en la maison musicale van de Duarte’s en noemde hij hun huis een Antwerpse Parnassus. De muzikale kring van de Duarte’s was een ontmoetingsplaats voor kunstenaars en voor de nieuwste Europese stijlen. Ze had belangstelling voor de Nederlandse en de Engelse muziek, maar ook voor de Franse en Italiaanse. De kunsten vormden voor de familie een universele taal waarmee religieuze en geografische grenzen konden worden overstegen.

Enkele andere getuigenissen uit die tijd:

‘Ik verheug mij reeds over het musiceren in het huis van de edele heer Duarte, omdat ik dat slechts zo heb meegemaakt in Venetië in het gezelschap van Claudio Monteverdi.’ (Giuliano Calandrini)

‘Ik was die avond uitgenodigd door de heer Duarte, een Portugees van geboorte en een buitensporig welgestelde handelaar van wie het paleis – naar ik kon vaststellen – bemeubeld was als dat van een prins. Zijn drie dochters vermaakten er ons met voortreffelijke muziek, zowel vocale als instrumentale, waarna we de avond afsloten met een aangename maaltijd.’ (John Evelyn)

‘Wat de heer de Warty [Duarte gespeld op zijn Engels, vj] en zijn dochters betreft: ik heb alles gehoord. Ze vormen een mooi en harmonieus consort van luiten, viola da gamba, virginalen en stemmen. Ik twijfel er niet aan dat u er veel genoegen bij zult ondervinden ze te horen spelen.’ (Willam Swann)

Muziekkamer

Wat bekend is over de familie Duarte komt veelal uit overgeleverde correspondentie. Is het daarom dat de tentoonstelling in Museum Vleeshuis veeleer bescheiden is? Zelfs over hun leven kom je er weinig te weten. Daarvoor moet je naar de website, waar nochtans wel veel biografische info te lezen valt. Op de expo zijn wat partituren en boeken te zien, evenals siervoorwerpen uit hun tijd. Voor meer wordt doorverwezen naar het Snijdershuis, waar een muziekkamer is ingericht. Daar zag ik eerder dit jaar enkele instrumenten van de familie. Een beetje vreemd en toch wat ontgoochelend dat het sowieso schaarse materiaal dus uiteen getrokken is. Al zijn het Snijdershuis en het aanpalende Rockoxhuis in de Keizerstraat natuurlijk ook een bezoek meer dan waard.

Wie meer te weten wil komen over de Duarte’s en over de composities van Leonora en haar tijdgenoten, raadpleegt dus het best de website of schaft zich de cd met bijbehorend boekje aan. De kinderen Duarte lieten geen nakomelingen na, hun kunstcollectie raakte verspreid, hun partituren (op die enkele van Leonora na) zijn verloren. Maar ‘via de muziek op deze opname kunnen we ons heel even te gast voelen bij de familie Duarte’, besluiten Thomas Baeté en conservator Timothy De Paepe in het cd-boekje.

Clara Schumann

Naar het Vleeshuis ga je natuurlijk ook voor de rest van de collectie, met in de eerste plaats de historische instrumenten (van de Antwerpse bouwers Ruckers, Couchet en Dulcken, maar ook van Conrad Graf, van wie Beethoven een klavier had). Maar het in de lente heropende museum wil meer bieden. Het geeft een beeld van het muziekleven in de stad, van de middeleeuwen tot nu. Zo is er in de kelderverdieping ook aandacht voor de beiaard, voor de bouw van kiosken en concertzalen, voor de toenemende populariteit van dansfestijnen, fanfares en café-orgels en zelfs voor de legendarische Antwerpse The Pebbles.

Aangenaam verrast was ik door de korte beeldmontage over de Filharmonie. Clara Schumann heeft wel degelijk opgetreden in Antwerpen, getuige het programma dat op scherm getoond wordt. De pianiste van sa majesté l’Empereur de l’Autriche speelde op het Grand Concert van 2 Mars 1861 weliswaar geen eigen composities, maar van tijdgenoten zoals Mendelssohn, Chopin, Beethoven en de Belg Servais.

Hoe dan ook een aan te raden culturele uitstap, vlak bij de deur.

Info

Duarte: een muzikale familie in Museum Vleeshuis.

Voorcaemer aan de Straete in het Snijders/Rockoxhuis.

Cd ‘The Duarte Circle Antwerp 1640’

Bent u dan toch in Antwerpen, bezoek in het MAS dan ook de schilderijententoonstelling van Michaelina Wautier (1604-1689), eveneens een tijdgenote van Rubens.

Illustraties

• Atelier Gonzales Coques (1614–1684): Familie Duarte, olieverf op doek. © Leipzig, Museum der Bildenden Künste

Links op het schilderij zit vader Gaspar I (ca. 1584–1653) te midden van zijn zonen Gaspar II (1616–1685), die een viola da gamba bespeelt, en Diego (1612–1691). Reschts staat moeder Catharina (1584–1644). Ze houdt een partituur in de ene hand terwijl ze in de andere hand een gitaar aanneemt die dochter Leonora (1610–1678) aanreikt.

• Eigen foto’s beeldmontage Vleeshuis.



« VorigeVolgende »