Blog Image

blog

Moeder en dochter

Notities Posted on 27 december 2017 11:07

Het wordt stilaan een traditie op tweede kerstdag: naar De Doelen in Rotterdam voor het Chopin-recital van Eliane Rodrigues. Dit jaar was het de derde keer dat ik in Wijnegem met enkele tientallen andere muziekliefhebbers op de gecharterde autocar stapte.

© vja

Zouden we, zoals vorig jaar, weer getrakteerd worden op hilarische toestanden? Na nauwelijks drie maten stopte Eliane toen prompt met spelen toen ze een mankement aan de pedaal ontwaarde. Vervolgens verdween ze met vleugel en al onder het podium en kwam ze weer naar boven met een vervanginstrument. Als een duveltje uit een doosje. (Het filmpje daarvan nog niet gezien? Op het wereldwijde web ging het binnen de kortste keren viraal.)

Nee, niets onvoorziens deze keer. Tenzij dan dat Eliane tussen twee stukken door even wegliep van de piano om een oude vrouw die de zaal verliet snel een kerstroos toe te stoppen die tot de versiering van het podium behoorde. Spontaan en sprankelend, zo kennen we deze concertpianiste, laureate van de Koningin Elisabethwedstrijd. Dat Thomas-die-het-hard-speelt aan het einde van zijn slotconcert ook even van het podium wegliep: hij heeft het van geen vreemden. Of was het in Rotterdam de lerares die de leerling kopieerde?

Wedergeboorte

Maar deze editie was om een andere reden bijzonder, want Eliane deelde de piano met haar dochter Nina Smeets. Voor mij een primeur, al had ik ze wel al samen geïnterviewd voor mijn boek Vrouw aan de piano.

Dat gebeurde naar aanleiding van Nina’s debuut als componiste. Aan Project Reborn, een bundel van negen pianowerken, bleek een heel verhaal verbonden. Over Nina’s wedergeboorte, nadat ze als kleuter weken in coma had gelegen. Spoilen ga ik hier niet doen, daarvoor moet u uiteraard mijn boek lezen, maar haar ontwaken had iets te maken met een speelgoedcassetterecorder en een pianoconcerto van Mozart.

Nina had voor het interview haar moeder meegebracht, want dat moest maar eens in herinnering gebracht worden: ook zij is componiste. Eliane vertelde me hoe ze op haar tweeënhalf al met één vingertje pianospeelde en niet veel later een walsje voor haar moeder componeerde. Op haar zevende zijn in haar geboorteland Brazilië twee boekjes met haar ‘pianomethode’ uitgegeven. ‘Ik ben een zeer gedreven muzikante, met veel temperament’, wist ze. ‘Maar componeren vergt rust. Eigenlijk hebben vrouwen daar de tijd niet voor. Toch moeten we die durven te nemen, een pauze inlassen in onze activiteiten.’

Oosterse prinsessen

Geen eigen muziek echter op het kerstrecital. In de Doelen speelt Eliane met kerst traditiegetrouw Frédéric Chopin. Dit jaar onder meer enkele van zijn onovertroffen nocturnes. Terwijl ik dit uittik, luister ik naar Elianes gloednieuwe dubbel-cd – ik kon het na het concert niet laten deze integrale te kopen, ook al heb ik al een sublieme versie van Angela Hewitt. Als ik de twee nocturnes herken die ik jaren geleden zelf gespeeld heb, krijg ik bijna het schaamrood op de wangen. Zo zouden die dus moeten klinken… (Maar nee, zo wíl ik absoluut niet denken, want dan zou ik nooit nog piano mogen spelen.)

© vja

Met Nina speelde Eliane vierhandig twee delen uit Sheherazade van Nikolai Rimsky-Korsakov. Als twee oosterse prinsessen, met hun glinsterende goudkleurige jurken en galahandschoenen-zonder-handschoenen ofte armwarmers, zo zaten ze daar. Dicht tegen elkaar, pianostoelen lichtjes naar elkaar toe gedraaid, de vier handen bijwijlen bijna in elkaar verstrengeld. Terwijl Eliane, die de hoogste partij voor haar rekening nam, in het begin met haar linkerhand nog niet hoefde te spelen, legde ze die in Nina’s rug. Zo teder.

Toen vroeg ik het me plots af: heb ik al ooit met mijn dochter samengespeeld? Toen Laura tien jaar geleden aan haar piano-opleiding begon, had ik het me wel eens voorgesteld. Dat we bijvoorbeeld samen Ma Mère l’Oye van Maurice Ravel zouden spelen, het charmante vijfdelige werk dat ik ooit aan de muziekacademie met een medestudente heb gespeeld. Ik denk dat ik het zelfs eens heb voorgesteld aan Laura’s pianoleraar: als hij een pianopartner zocht voor mijn dochter, dan wilde ik wel inspringen. Het is er tot nu toe nooit van gekomen.

Goed voornemen

Weer thuis in Antwerpen polste ik haar voorzichtig. Of we niet eens moesten overwegen iets samen te doen? Ik had van mijn inmiddels twintigjarige dochter een ontwijkend antwoord verwacht. ‘Ik speel geen klassieke muziek meer’, bijvoorbeeld. ‘Maar nee, mama, ik ben niet zo principieel’, zei ze daarover. Ze had er wel zin in. Ik meende zelfs een twinkeling in haar ogen te zien.

Dat het dan wel een werk van een vrouwelijke componiste zou worden, voegde ik er nog gauw aan toe. Want daarin ben ík – voorlopig – nog wel principieel: in het raam van mijn boek over vrouwelijke componistes speel ik alleen nog maar werk van vrouwen. Als compensatie voor het eenzijdig mannelijk repertoire uit mijn jeugd. Het evenwicht zal nooit hersteld kunnen worden, vrouwen hebben door historische omstandigheden nu eenmaal veel minder gecomponeerd. Maar wat ze geschreven hebben, verdient het (her)ontdekt te worden.

‘Ken jij wel quatre-mains van vrouwen?’, wilde Laura voor alle zekerheid weten. Ik kon niet meteen titels opsommen, maar uiteraard bestaan ze. Alvast Fanny Mendelssohn, Cécile Chaminade, Mel Bonis en Germaine Tailleferre, allemaal componistes die in mijn boek de revue passeren met werk voor piano solo, hebben óók voor vier handen gecomponeerd.

‘Als het mooie stukken zijn, wil ik die wel spelen’, knikte ze verwachtingsvol. We vinden er vast en zeker, dochter. Want uiteraard (bis) zijn mooie quatre-mains geen mannelijk privilege. Wat men niet kent, kan men niet leren waarderen. Dat heb ik in mijn zoektocht van de voorbije jaren naar vrouwelijke componistes wel geleerd.

En kijk, daarmee hebben we ons goede voornemen voor het nieuwe jaar: moeder en dochter in 2018 vierhandig aan de piano.



The Keynote

Notities Posted on 18 december 2017 00:07

Een van de – vele – leuke dingen bij het uitbrengen van een boek is nadenken over de cover. Van meet af aan stond het voor me vast dat ik geen stilistisch vormgegeven beeld wilde, een tekening van pianotoetsen bijvoorbeeld. Gezien de focus van mijn boek ligt op componistes en pianistes van de negentiende en twintigste eeuw, leek een schilderij uit die tijd me meer te passen. Op de Facebook-pagina van de Nederlandse Christa Zaat had ik er al ettelijke mooie zien passeren. Maar een echt geschikte prent – aantrekkelijk van kleur, bruikbaar als achtergrond bij een titel – zat er in het bijna 150 beelden tellende online album van deze Nederlandse ‘virtual curator of female artists in history’ niet bij.

Op een regenachtige zomeravond begon ik dus te surfen op het web. De zoektermen vrouw+piano of woman+piano leverden vooral foto’s op. Van vrouwen aan de piano, maar ook op de piano, de ene al schaarser gekleed dan de andere. Zeker, er waren best hoogst aantrekkelijke beelden bij, maar niet wat ik zocht.

Snel voegde ik de zoekterm painting toe. Ik denk dat het uiteindelijk via Pinterest was dat ik mijn pianospelende dame vond. Het was geen coup de foudre, maar hoe langer ik nu naar haar kijk, hoe verrukkelijker ik haar vind.

Ze is geschilderd in 1915 door William Merritt Chase, een Amerikaanse impressionist, en bevindt zich in de collectie van Tate in Londen. Het olieverfschilderij (506 x 405 mm) behoort tot de ‘Michael and Valerie Chase Collection’, die in 1994 geschonken is aan het museum, maar het wordt er niet tentoongesteld.

Blauw

De titel van het werk luidt The Keynote. Die ene pianotoets trekt dan ook de aandacht. Maar net zozeer blijft je blik hangen aan haar sierlijke houding, haar smalle taille en slanke hals, het opgestoken, ravenzwarte kapsel, het speciale blauw, de bloemetjes op het behangpapier. Intrigerend in de compositie, als je nog wat aandachtiger kijkt, is die linkerhand op de pianostoel. Speelt ze die ene noot met haar rechter middelvinger heel zachtjes, of net met een zware aanslag? Moet ze zichzelf daarom tegenhouden? Valt ze anders om?

En dan het instrument. Te laag voor een buffetpiano. Zou het niet veeleer een vleugel zijn? Maar zo dicht tegen de muur?

Net zoals ik voor mijn boek al lezend en surfend het laatste detail hoopte te weten te komen over de componistes over wie ik schreef, ben ik ook op zoek gegaan naar deze pianospelende vrouw. Merkwaardig genoeg is dit schilderij niet te vinden in The Complete Works op de website gewijd aan William Merritt Chase. Nergens vond ik haar naam. Wie ze is, heb ik dus niet met zekerheid kunnen achterhalen.

Over haar schepper kan ik wel meer vertellen. William Merritt Chase (1849-1916) werd geboren als zoon van een schoenmaker in de staat Indiana, maar studeerde vanaf zijn twintigste aan de National Academy of Design in New York. Met een beurs maakte hij vervolgens een studiereis naar Europa, waar hij bijzonder onder de indruk raakte van de oude meesters, zoals Peter Paul Rubens en Frans Hals. De Belgische portret- en genreschilder Alfred Stevens, die hij in Parijs leerde kennen, gaf hem echter de goede raad zijn schilderijen niet te laten lijken op werken van de oude meesters. Chase hield ook van het werk van Jean-Baptiste Corot en de schilders van de Haagse School. Onder invloed van Édouard Manet schoof hij op naar het impressionisme. Uiteindelijk was zijn stijl vrij eclectisch. Hij liet meer dan 2.000 werken na.

Rond de eeuwwisseling was Chase in de Verenigde Staten een van de meest gewaardeerde leraars van zijn tijd. In 1896 opende hij in New York de Chase School of Art, die vrij snel omgedoopt werd tot de New York School of Art. Hij promootte het schilderen in plein air en gaf zijn studenten vaak les in openlucht.

Behalve landschappen en parken (vaak Brooklyn en Central Park) schilderde hij veel portretten van zijn leerlingen, maar ook van modieuze dames en andere rijkelui. Googelend stuitte ik op een boeiende lezing op YouTube over kleding in Chases schilderijen. De man bleek een bijzonder goed oog te hebben voor stoffen en mode.

In 1887 huwde hij Alice Bremond Gerson (1866-1927), de dochter van de directeur van een lithografisch bedrijf. Het echtpaar woonde eerst in Brooklyn en later in Manhattan. Ze kregen acht kinderen – net zoveel als Clara en Robert Schumann een halve eeuw voor hen.

Zwart haar

Intussen ben ik er vrijwel zeker van dat de pianospelende vrouw die zo gracieus the keynote beroert, Williams echtgenote is. In ieder geval had ook Alice Gerson, afgaande op andere portretten die hij van haar geschilderd heeft, zwart haar. Wat niet gezegd kan worden van ene Mrs. Meigs, die hij in 1883 eveneens portretteerde at the Piano Organ.

Ikzelf ben die pianospelende vrouw in ieder geval niet, hoewel mijn 93-jarige moeder dat – zonder leesbril – even dacht toen ik haar in het rusthuis op mijn smartphone de cover van mijn boek-in-wording toonde. Jammer (smile).


Hierbij als smaakmakertjes nog wat schilderijen die de selectie voor de cover van mijn boek níét doorstaan hebben.

Van links naar rechts, van boven naar onder:

* Alfred Stevens: ‘Eva Gonzalès au piano’ (1879).
* Vilhelm Hammershøi: ‘Interieur met vrouw in het zwart’ (1901).
* William Merrit Chase: ‘Mrs Meigs at the Piano Organ’ (1883).
* James Ensor: ‘Russische muziek’ (1882).
* William Worcester Churchill: ‘Girl Playing Piano’ (1918).
* Luis Jiménez y Aranda: ‘A Quiet Afternoon’ (s.d).
* Vilhelm Hammershøi: ‘Interieur met vrouw aan de piano – Strandgade 30’ (1901).



« VorigeVolgende »