Blog Image

blog

Size does matter

Notities Posted on 24 maart 2018 12:01

Aanstaande donderdag vier ik niet alleen de verjaardag van mijn jongste dochter, maar ook pianodag. Jazeker, die bestaat! Op 29 maart 2015 lanceerde de Duitse pianist Nils Frahm de allereerste Piano Day als wereldwijd evenement voor pianoliefhebbers m/v van allerlei slag: musici, professionals en amateurs, bouwers, stemmers, componisten, verkopers, verhuizers en natuurlijk ook luisteraars. Waarom op 29 maart? Omdat dat de 88ste dag van het jaar is. En 88 is… het aantal toetsen van een piano.

Toegegeven, zelf had ik ook nog niet van de Piano Day gehoord, tot ik van het Hasseltse cultuurcentrum CCHA de vraag kreeg er te komen vertellen over ‘De vrouw aan de piano’ tijdens het meerdaagse festival Piano Days(s), van 28 tot 31 maart. Met alle plezier. Welkom vrijdag in boekhandel Grim.

Maar hoe zit dat met die 88 toetsen? Heeft elke piano er 52 witte en 36 zwarte? Waarom precies zoveel? Keyboards hebben er meestal maar 64. En heel uitzonderlijk kom je nog wel een vleugel tegen met meer dan 88 toetsen, bv. Bösendorfers.

Standaard

De eerste pianoforte, waarvoor ontwerper Bartolomeo Cristofori omstreeks 1700 voortbouwde op het klavecimbel, had 60 toetsen. Maar naarmate het instrument populairder werd en er steeds meer voor gecomponeerd werd, volstonden vijf octaven niet langer. Omstreeks 1800 telden de meeste piano’s zeven octaven. De van oorsprong Duitse pianofabrikant Steinway (Steinweg) deed er nog een paar toetsen bij en legde omstreeks 1880 de standaard op 88 toetsen.

Ook de voorheen nog wisselende breedte van een toets werd naar het einde van de negentiende eeuw gestandaardiseerd. Fabrikanten zouden daarbij (mannelijke) virtuoze pianisten die in de grote concertzalen optraden voor ogen hebben gehad, zoals Franz Liszt en Anton Rubinstein. De doorgaans afwijkende behoeftes van de rest van de pianospelende mensheid werden voortaan veronachtzaamd.

In het begin van de twintigste eeuw liet de Pools-Amerikaanse virtuoos Józef Hofmann Steinway nog wel een op maat gemaakt klavier ontwerpen, waarvan elk octaaf een halve centimeter smaller was dan ‘normaal’. Zijn handen waren niet bijzonder klein, hoewel toch kleiner dan die van de meeste mannelijke concertpianisten, maar hoe dan ook nog altijd groter dan die van de meeste vrouwelijke pianistes.

Te grote (mannen)kleren

Het zijn wetenswaardigheden die ik opsteek bij het internationale netwerk PASK, voluit Pianist for Alternatively Sized Keyboards. Die naam maakt meteen hun bestaansreden duidelijk: PASK probeert pianofabrikanten ertoe te bewegen drie standaardvarianten van klavieren te ontwikkelen: naast de huidige standaard, in hun ogen de large-versie, ook nog een medium- en een small-versie met smallere toetsen. Ook concertmanagers, pianodocenten en wedstrijdorganisatoren wil PASK ervan overtuigen dat een ergonomisch aangepast klavier niets dan voordelen heeft voor ontelbaar veel leerlingen en professionals.

We verwachten toch ook niet dat vrouwen, tieners en kinderen te grote (mannen)kleren dragen, met een mannenfiets rijden of met te grote ski’s door de sneeuw zoeven, argumenteert PASK. Zelfs violen en cello’s worden op maat gemaakt, waarom dan niet piano’s?

Inderdaad, ik herinner me nu dat ik als veertienjarige de helft van het jaar dat ik viool gestudeerd heb, dat op een te klein instrument heb moeten doen omdat in de muziekacademie geen groter meer te huur was. Als pianiste heb ik daarentegen nooit de keuze gekregen.

De spanwijdte van een mannenhand is nochtans gemiddeld 2,5 centimeter of een witte toets breder dan een vrouwenhand. Dat heeft tot gevolg dat een doorsneeman niet alleen met veel meer gemak een none of zelfs een decime kan spelen, maar ook minder moeite heeft met akkoorden. 76 procent van de mannen kan moeiteloos een tientoonsafstand spelen, terwijl 87 procent van de vrouwen dat níét kan. Bij Aziatische vrouwen zou dat percentage volgens PASK nog hoger liggen. En dan zwijgen we nog over de kinderen (een derde van de vrouwen zou overigens ‘kinderhanden’ hebben) én de ouderen die moeten vaststellen dat de spanwijdte van hun handen met de leeftijd afneemt.

Meer pijn

Nu mijn pianolerares met bevallingsverlof is en ik voor de allereerste keer een man als leerkracht heb, is het me pas goed opgevallen: met hoeveel meer gemak hij speelt dan ik, heus niet alleen door zijn veel grotere kunde, maar simpelweg door zijn grotere handen. Ik speel momenteel Trois Pièces, een duo voor piano en cello van Nadia Boulanger. Zou het kunnen dat deze Franse componiste-pianiste-pedagoge behoorde tot de geprivilegieerde categorie vrouwen met grote handen? Ikzelf heb grote moeite met bepaalde grepen en akkoorden die ze me doet spelen. Ik mag ze vooral niet te lang na elkaar oefenen of mijn hand verkrampt.

Het is schrikken van de cijfers van PASK: pianistes lopen 50 procent meer kans op pijn of kwetsuren dan hun mannelijke collega’s. Sommige studies menen zelfs dat 70 tot 80 procent van de pianistes ooit pijn ervaart door het spelen. Ik heb al een halfjaar een pijnlijke duim. Ik schrijf die pijn volledig toe aan een val met mijn fiets in de zomer. Maar als de piano nu eens verhindert dat mijn duim geneest, of de pijn zelfs erger maakt?

Pianistes/n die beschikken over een ESPK, een ergonomically scaled piano keyboard, getuigen volgens PASK dat ze minder moeten oefenen en dat ze veel meer repertoirestukken aankunnen. Bovenal: ze kunnen zich veel beter concentreren op de muziek, zonder technische moeilijkheden te moeten overwinnen. PASK vindt het dan ook niet toevallig dat in pianowedstrijden, meer dan bijvoorbeeld in wedstrijden voor strijkers, vrouwen vaker het onderspit delven voor hun mannelijke concurrenten.

PASK heeft me intussen overtuigd: size does matter! Of om het met Calimero te zeggen: zij hebben grote handen en ik niet, en dat is niet eerlijk! Positief bekeken: vrouwen – en mannen – met kleinere handen die de technische moeilijkheden overwinnen, zijn eigenlijk een figuurlijke handlengte béter dan hun door de natuur bevoordeelde concurrenten.

Verkeerd baanvak

Wie heel diep in de portemonnee tast, kan nog steeds een klavier op maat laten maken. Wolf Leye van Piano’s Maene weet me te vertellen dat het klavier van de Barenboim-Maene zo’n 7 centimeter smaller is dan standaard. Deze revolutionaire concertvleugel, die Maene bouwde op verzoek van sterpianist Daniel Barenboim, is in de eerste plaats zo bijzonder omdat de snaren in de zangbodem niet gekruist zijn. Dat geeft het instrument een heel eigen klank. Maar Barenboim vroeg dus nog een extra aanpassing.

Wat ik me wel afvraag: als je al decennia op een standaardklavier speelt, is het dan niet moeilijk of zelfs onmogelijk om nog te wennen aan kleinere afstanden? En wat als je de ene dag op een ESPK kan oefenen en de volgende dag moet concerteren op een ander? Valt wel mee, sust PASK, het duurt maar enkele uren om je aan te passen. Vergelijk het met rijden op het ‘verkeerde’ baanvak als je het Kanaal oversteekt.

Wolf Leye bevestigt. Hij heeft zelf ook op de Barenboim-Maene gespeeld en was er snel mee weg. Andere toppianisten, zoals Abdel Rahman El Bacha, die niet vooraf ingelicht waren over de smallere toetsen, gaven na een test toe dat ze wel ‘iets’ gevoeld hadden, maar dat ze niet meteen konden zeggen wat juist.

Mijn vrees voor een moeilijke aanpassing blijkt dus overdreven. Toch geeft Wolf me niet veel hoop dat ik ooit op een aangepast klavier zal spelen. Pianistes/n zijn zich er nauwelijks van bewust dat ze te kampen hebben met een technisch ‘probleem’. ‘De kwestie leeft gewoon niet, in onze winkels hebben we het er vrijwel nooit over. Is er wel degelijk vraag naar andere klavieren? En hoe groot is die dan? Het valt daarom niet te verwachten dat fabrikanten de standaard laten varen.’

Wolf wijst er bovendien op dat de hedendaagse pianomarkt beheerst wordt door Aziatische spelers. Van hen hoef je geen innovatie te verwachten. Zij zijn vooral heel goed in kopiëren, in de eerste plaats Steinway, en dat op een zeer prijsbewuste manier. Diversifiëren is volgens Wolf het laatste waar zij mee bezig zijn.

Kortom, ik zal nog maar even alle heil verwachten van mijn kinesiste.



In vrouwenhanden

Notities Posted on 8 maart 2018 08:39

Een jaar geleden was ik boos. Op Klara. Mijn radiozender had op internationale vrouwendag, 8 maart, mijns inziens veel te weinig aandacht besteed aan vrouwelijke componistes. Jazeker, de hele dag kwamen muzikantes aan het woord. Maar de componistes kregen tussen 6 en 18 uur samen zelfs geen uur zendtijd – ik heb het toen uitgerekend. Ik heb niets tegen Bach, maar alleen al hij was goed voor 17 minuten. En dat terwijl er op BBC3 die dag alléén maar werk van vrouwen te horen was. Een muzieksamensteller van Klara gaf me achteraf als verklaring dat er te weinig goede cd-opnames zijn. De BBC daarentegen zou kunnen putten uit de vele eigen opnames, terwijl Klara niet de middelen heeft om die aan te moedigen.

Dit jaar ben ik niet boos, maar voel ik me vereerd. Vandaag mag ik voor ‘Klara in vrouwenhanden’ uitleg geven bij een tiental werken en componistes die ook in mijn boek Vrouw aan de piano de revue passeren. En naast die werken zal er nog veel meer vrouwelijk talent te horen zijn. Ik schat dat er dit jaar tussen 6 en 20 uur alles samen ongeveer 4 uur werk van vrouwelijke componistes te horen zal zijn. ’s Avonds in Klara Live krijgen we er nog twee hedendaagse componistes bovenop: Annelies Van Parys en de Finse Kaija Saariaho.

Gemengde gevoelens

Vereerd en blij dus. En toch ook, met permissie, wat bedenkingen.

Ik ben er zeker van dat ik niet de enige vrouw ben die gemengde gevoelens heeft bij die jaarlijks weerkerende ‘feestdag’. Een beetje gêne ook, omdat mannen er soms wat lacherig op reageren. Of zich verongelijkt afvragen of er dan ook een officiële mannendag is. Nee, natuurlijk niet, want dat zijn alle overige dagen van het jaar.

En dat is wellicht juist het punt. Eén enkele vrouwendag – of in Vlaanderen twee, de ‘nationale vrouwendag’ op 11 november inbegrepen – is te gemakkelijk een excuus om op de andere dagen terug te keren naar business as usual. We besteden op vrouwendag ritueel aandacht aan vrouwen, aan hun muziek, aan hun literatuur, aan hun blijvende achterstelling in de politiek, de economie, op de arbeidsmarkt,… en dan kunnen we weer een jaartje voort, toch? Tot we op de volgende vrouwendag opnieuw op tafel kloppen.

Eigenlijk zou die vrouwendag gewoon niet meer nodig moeten of mogen zijn. Net zoals het niet nodig geweest zou moeten zijn dat ik een boek over vrouwelijke componistes geschreven heb. Want muziek is toch muziek, niet?

Niet dus. Helaas blijft dat tikje extra aandacht, die positieve actie, nodig. Zelfs vrouwen die het ‘gemaakt’ hebben, komen vroeg of laat tot het besef dat er van gelijke kansen nog niet overal en altijd sprake is. Neem Marin Alsop, een zeldzame vrouw die tot het kransje Amerikaanse topdirigenten behoort die per seizoen een miljoen dollar opstrijken. Vroeger werd ze het weleens beu steeds opgevoerd te worden als ‘de eerste’ en wilde ze zich ver houden van genderdiscussies. Die fout zal ze nu niet meer maken, zegt ze. Het gevaar is dat iedereen nu zegt dat het probleem opgelost is, want zij dirigeert nu toch de Last Night of the Proms? Maar waar blijft de tweede, de derde, de vierde vrouw?

In Vlaanderen kennen we de Amerikaanse als dirigente van de Koningin Elisabethwedstrijd, maar hoeveel dirigentes van bij ons kent u? Een concertpianist vertrouwde me niet zo lang geleden toe dat hij er nog altijd niet aan kan wennen: een vrouw voor het orkest. In de 21ste eeuw. En dat terwijl Clara Schumann daar omstreeks 1850 al stond.

Bewustwording

De realiteit is dat we nog steeds leven in een maatschappij die gevormd is op basis van een lange geschiedenis van mannelijke dominantie, argumenteert Jill Halstead in The Woman Composer. Het is noodzakelijk in te zien dat vrouwen afwezig geweest zijn in het culturele leven en waarom dat zo was. Of we dat nu willen of niet, vrouwen vormen een ‘klasse’ die zich onderscheidt van de mannen. Hen niet erkennen als groep negeert hun huidige bestaan, hun uitsluiting én hun potentiële inclusie en aanvaarding. Als we het probleem van seksisme, net zoals dat van racisme of klassenonderscheid, willen aanpakken, moeten we ons eerst bewust worden van een ongelijkheid.

En daarom, terwille van die bewustwording, blijft een vrouwendag – helaas – nodig. Niet om de rest van het jaar mannendag te vieren, integendeel. Wel in de hoop dat ook op de andere dagen van het jaar vrouwen in even grote mate aan bod komen. Tot het niet meer opvalt.

_______

Beeld: Still uit een YouTube-filmpje bij The March of the Women van Ethel Smyth (1858-1944). Geen geweldige uitvoering, maar wel een met ondertiteling en historische beelden van de strijd van de suffragettes voor stemrecht.



« VorigeVolgende »