In mijn mailbox vandaag een verjaardagskaart. Op zich niet zo uitzonderlijk of onverwacht op deze dag. Maar het is een kaart mét muziek, en dan nog muziek van niet minder dan twee componerende vrouwen.
Wie kent er niet het liedje Happy Birthday to You? Voor veel kinderen is het misschien wel hun kennismaking met het Engels. Wat weinigen weten is dat het wellicht geschreven is door de zussen Mildred en Patty Hill uit Kentucky. Eind 19de eeuw zongen deze twee vrouwen uit Kentucky dit liedje elke ochtend voor de kleuters in hun school, weliswaar op een andere tekst: Good morning to you, Good morning to you, Good morning, dear children, Good morning to all.
In 1893 namen de kleuterjuffen het op in hun liedboek Song Stories for the Kindergarten. De verjaardagstekst verscheen voor het eerst in druk in 1912, samen met de melodie. De verspreiding nam almaar toe, met als hoogtepunten de introductie in de Broadway-musical The Band Wagon in 1931 en Marilyn Monroes vertolking voor de jarige president John F. Kennedy in 1962.
Het ongeëvenaarde succes was een vermelding waard in het Guinness Book of Records als bekendste Engelstalige lied. Maar van de muzikale elite heeft de creatie van de zussen nooit respect of bewondering gekregen. Daarvoor vertoont de compositie te veel eigenschappen van de ‘lage’ cultuur: het kan uitgevoerd worden door niet-geoefende individuen, het is functioneel, melodieus en eenvoudig en de overlevering gebeurt veeleer auditief dan via notatie.
Toch was het lied enkele jaren geleden inzet van een felle strijd met hoog oplopende financiële implicaties. Sinds de Summy Company in 1935 het liet registreren, trok de Hill Foundation de helft van de auteursrechten voor uitvoeringen buiten de privékring. Nadat de Summy Company overgenomen was door Warner/Chappell Music Inc., streek die voor het populaire lied naar schatting dagelijks 5.000 dollar aan auteursrechten op. Dat had nog kunnen doorgaan tot 2030. Maar na een klacht van filmmaakster Jennifer Nelson, die voor een documentaire over Happy Birthday aan Warner/Chappell 1.500 dollar moest betalen, moest een rechtbank zich uitspreken over de geldigheid van het auteursrecht.
In september 2015 heeft de rechtbank geoordeeld dat de voorganger van Warner Chappell nooit een geldig auteursrecht gekregen heeft. De song is nu tot openbaar bezit verklaard, waarop dus geen auteursrechten meer betaald moeten worden.
Dank, beste vrienden voor de muzikale verjaardagskaart die jullie me stuurden. Maar dank ook Mildred en Patty!
Na mijn passage in Berg en dal op Klara (hier nog te beluisteren) werd het tijd om nog eens naar muziek van een mannelijke componist te gaan luisteren en kijken: Pelléas et Mélisande van Claude Debussy (1862-1918) in de opera in Antwerpen. Een bespreking van deze (knappe en aanbevelenswaardige) productie, in handen van de choreografen Sidi Larbi Cherkaoui en Damien Jalet en de performancekunstenares Marina Abramović, laat ik over aan terzake meer beslagen recensenten. Ik reken het tot mijn ‘taak’ een half gelijknamig en vroeger werk van een vrouwelijke componiste onder de aandacht te brengen.
In 1893 ging in Parijs het theaterstuk Pelléas et Mélisande van de Gentse symbolist Maurice Maeterlinck in première. Het werk inspireerde vele componisten, onder wie behalve Claude Debussy ook Gabriel Fauré, Jean Sibelius en Arnold Schönberg. Mel Bonis (1858-1937) was echter als ‘eerste’ klaar. Deze Parisienne componeerde in 1898 haar eendelige pianowerk Mélisande, dat nog datzelfde jaar verscheen bij uitgever Leduc. Claude Debussy bleef twaalf jaar schaven aan zijn bewerking, die, toegegeven, van een heel ander kaliber is. In 1902, het jaar waarin Debussy’s opera Pelléas et Mélisande in première ging, begon Schönberg aan zijn symfonisch gedicht.
Is het omdat Bonis’ interpretatie van Maeterlinck, in vergelijking met die van haar mannelijke collega’s, van omvang vrij bescheiden is dat ze systematisch over het hoofd gezien wordt? Zij noemde Mélisande alvast haar lievelingsstuk. Ook ik kan het best appreciëren. Op zich is dit aanvankelijk zacht vloeiende en gestaag opwindender pianostuk al mooi. Maar als je je het verhaal erbij inbeeldt, en bovendien de omstandigheden kent waarin het werk gecomponeerd is, krijgt het nog een extra dimensie.
Verstrikt
Je ziet en hoort Mélisande in haar torenkamer haar lange blonde haar kammen, terwijl Pélleas beneden onder haar venster toekijkt. Tot ze plots haar hoofd buigt en Pélleas in haar haren verstrikt raakt. ‘Ik heb nog nooit zulk haar als het jouwe gezien. Het komt van zo hoog, maar omhult me tot aan mijn hart. Het is zo zacht. Door je haren kan ik de hemel niet meer zien. Hoor je mijn kussen langs je haren omhooggaan?’
Maeterlincks toneelstuk is au fond het relaas van een noodlottige driehoeksverhouding. Dat Mélanie Bonis er inspiratie in vond, is wellicht niet toevallig. Het was de periode waarin ze zelf verstrikt zat in een verboden liefde. Mélanie was al enige tijd getrouwd, echter geenszins met de man van haar keuze. Op het conservatorium, waar ze overigens een medestudente was van Debussy, had ze een relatie aangeknoopt met een zanger, Amédée Hettich. Toen haar ouders dat te weten kwamen, verplichtten ze Mélanie haar studies, waar ze sowieso al niet achter stonden, onmiddellijk af te breken. Ze gingen op zoek naar een ‘betere’ huwelijkskandidaat voor hun dochter en vonden die in de rijke industrieel Albert Domange, 22 jaar ouder, twee keer weduwnaar en vader van vijf zonen. ‘Als men mij de liefde verbiedt, ga ik voor het geld’, zou Mélanie geoordeeld hebben.
Maar Hettich kwam opnieuw in haar leven en in het grootste geheim beviel ze van hun dochter, Madeleine. Voor de diepgelovige vrouw was het een zware beproeving. Pas twintig jaar later zou ze, onder druk van de omstandigheden, Madeleine opbiechten wie haar ware ouders waren. Het was Mélanies achterkleindochter Christine Géliot die een eeuw later het geheim voor het grote publiek onthulde in de biografie Mel Bonis, Femme et ‘Compositeur’. Meer details over Mel Bonis’ turbulente leven zijn te lezen in Vrouw aan de piano.
Femmes de légende
De Parijse componiste heeft nog zes andere vrouwenportretten uit de mythologie en de literatuur op muziek gezet: Desdémone, Phoebé, Salomé, Viviane, Omphale (in 1910 bekroond bij een Duitse compositiewedstrijd) en Ophélie. Volgens biografe Christine Géliot identificeerde Mélanie Bonis zich met al deze legendarische vrouwen, die stonden voor haar verlangens en innerlijke conflicten. Ophélie is pas in 1997 ontdekt en een jaar later voor het eerst uitgegeven. Daarop heeft het Duitse Furore Verlag de zeven werken gebundeld als Femmes de légende.
Van de zeven werken kan het melancholische Desdémona mij het meest bekoren. Het staat, samen met Mélisande en ander klavierwerk, op de cd La cathédrale blessée van Veerle Peeters, die ons Mel Bonis enkele jaren geleden heeft leren kennen met haar muziektheatervoorstelling Mel Bonis m/v.
La princesse Maleine
Over Maurice Maeterlinck nog dit. Ook de componerende zussen Nadia en Lili Boulanger hadden een goede verstandhouding met de Gentse Nobelprijswinnaar. In 1916 kreeg de toen 23-jarige Lili zijn toestemming het theaterstuk La princesse Maleine te bewerken tot een opera. Eerder had Debussy daar tevergeefs om verzocht. Helaas is het nooit zo ver gekomen. Lili was op dat moment al doodziek, twee jaar later is ze overleden. Wat haar opus magnum moest worden, is onafgewerkt gebleven.
Info
• Mélisande, in een uitvoering van Sylvia Maltese, is te beluisteren via YouTube.
• Femmes de légende, in een uitvoering van Maria Stembolskaia, is te beluisteren via YouTube.
• De cd La cathédrale blessée van Veerle Peeters is verschenen bij Etcetera.
• Foto: Pelléas et Mélisande,OperaBalletVlaanderen, Rahi Rezvani
Op deze blog hou ik notities bij over wat me bezighoudt als amateurpianiste, als vrouw aan de piano. Deze notities bouwen voort op mijn boek Vrouw aan de piano, dat verschenen is bij Uitgeverij Vrijdag/Pelckmans.