Blog Image

blog

Taalfout?

Notities Posted on 13 januari 2018 15:50

De ultieme drukproef van Vrouw aan de piano is nagelezen, de persen kunnen beginnen te draaien. Spannend.

Hoeveel fouten heb ik laten staan? Hopelijk geen inhoudelijke – die misschien alleen ingewijden zullen opmerken. Maar wat met de kleine tikfoutjes en grote taalblunders? Die zullen mij als gewezen eindredactrice met jaren ervaring op de teller wellicht het zwaarst aangerekend worden. Er zijn immers weinig excuses voor aan te dragen. Tenzij tekstblindheid. Fouten in een zelf geschreven tekst detecteren is nu eenmaal een moeilijk te nemen klif. Je leest wat je denkt dat er staat.

Zo spotte een lieve nalezer in de laatste versie nog ergens orkestkleden. Hij had het woord onderstreept, maar dan nog moest ik twee keer kijken. (Had ú die letter te veel meteen gezien?) Elders merkte hij op dat twee woorden wel erg dicht tegen elkaar plakten. Inderdaad: de spatie ontbrak. En moest Wilrijk in die ene passage niet Berchem zijn? Hoe had ik me in hemelsnaam daarin kunnen vergissen?

Waar ik me echter niet in heb vergist, beste lezer/es, is de consequent aangewende verbinding vrouwelijke componiste. U had het in mijn notities of op mijn website misschien al opgemerkt en de wenkbrauwen gefronst. Is dat niet van het goede te veel, nogal tautologisch? Moet dat niet gewoon componiste? Of vrouwelijke componist, zonder -e, zijn?

Ik kan u verzekeren: dat is een weloverwogen keuze, een van mijn stokpaardjes. Componist is voor mij in de praktijk immers geen genderneutrale (‘gemeenkunnige’) functieomschrijving. Voor mij is een componist een man, geen geslachtloos individu.

Nu besef ik maar al te goed dat niet alle (componerende en musicerende) vrouwen gediend zijn van die benadrukking van een vermeend onderscheid. Ze willen muzikant, componist of dirigent genoemd worden, niet muzikante, componiste of dirigente. Want sekse mag er toch niet toe doen? Het is de muziek die telt! En gelijk hebben ze. Ik begrijp ook hun achterliggende vrees: benadrukking van de sekse heeft al te vaak geleid tot marginalisering. Om te overleven moet je, in de woorden van componiste Annelies Van Parys, one of the guys zijn.

Voor haar boek The Woman Composer voerde Jill Halstead gesprekken met een tiental Britse 20ste-eeuwse componistes. De meesten uitten een grote behoefte om geaccepteerd en gewaardeerd te worden binnen de traditie en het establishment waarin ze hun muzikale en culturele waarden opgedaan hadden. Ze wilden dat hun muziek aanvaard werd als muziek, niet als drager van een politieke boodschap. Daarom wilden de meesten ook niet benaderd worden als woman composer. Want je zegt toch ook niet man composer?

‘In een ideale wereld is er geen behoefte aan categorisering volgens gender,’ beseft Halstead, ‘maar onze taal en cultuur gaan impliciet uit van vrouwelijke onzichtbaarheid. Het is een vaststelling waar we niet onderuit kunnen en die we onder ogen moeten zien. De niet-gekwalificeerde term composer is zo verzadigd met de notie mannelijkheid dat hij geen genderkwalificatie behoeft.’ Met andere woorden: je hoeft inderdaad niet ‘mannelijke componist’ te zeggen, want men gaat ervan uit dat een componist sowieso mannelijk is.

Zal dat niet veranderen als meer vrouwen aan het componeren slaan? Toen ik ter afronding van mijn studie Germaanse filologie een licentiaatsverhandeling schreef over vrouwelijke beroepsnamen, zo’n dertig jaar geleden, was dat ook al het meest aangehaalde argument: wacht nog even tot vrouwen overal zijn doorgedrongen en we zullen niet meer automatisch aan mannen denken bij een op zich genderneutrale functieomschrijving.

(Foto: Facebook/myrna herzog)

Ik heb slecht nieuws. Nog geen week geleden liet mijn man me op zijn smartphone een foto zien van een kostbare viola da gamba die gehavend uit een vliegtuig gekomen was. Hij had het nieuwsbericht gelezen op een Engelse website en vertelde me erbij dat de muzikant – the musician – woedend was op Alitalia.

Ik zag een rood aangelopen man voor ogen bij wie, volkomen terecht, de stoom uit de oren kwam. Groot was mijn verbazing toen ik de volgende dag in de papieren krant las dat het beklaagde slachtoffer een dirigente was. Een vrouw dus. Zelfs in een wereld waarin zoveel vrouwen – wellicht evenveel als mannen – muziek beoefenen, blijven we – geef maar toe, u ook – in de eerste plaats aan mannen denken bij het woord muzikant. (Weinig consequent noemt De Standaard het slachtoffer Myrna Herzog wel dirigente en muzikaal directeur, niet directrice, van het Duitse Phoenix Ensemble.)

Wat de Australische Dale Spender al in 1980 in haar boek Man Made Language stelde, gaat helaas nog steeds op: ‘Mannelijkheid is de ongemarkeerde vorm: verondersteld wordt dat de wereld mannelijk is tenzij anders aangetoond. Vrouwelijkheid is de gemarkeerde vorm: het is het bewijs van het ander.’

En daarom moeten vrouwen, of ze nu willen of niet, expliciet aangeven dat ‘de norm’ voor hen niet opgaat. Wil je het probleem van seksisme, net zoals dat van racisme of klassenonderscheid, aanpakken, dan moet je eerst de classificatie zichtbaar maken, oordeelt Halstead. Daarom vindt de autrice van The Woman Composer het voorvoegsel woman zeker te verantwoorden, ondanks alle negatieve connotaties die daar vaak mee gepaard gaan.

En ja, in het Nederlands kan die sekse op een dubbele manier onderstreept worden: vrouwelijke componiste. Inderdaad omdat we componist in mijn ogen niet de ene keer als mannelijk en de andere keer als genderneutraal kunnen beschouwen.



Moeder en dochter

Notities Posted on 27 december 2017 11:07

Het wordt stilaan een traditie op tweede kerstdag: naar De Doelen in Rotterdam voor het Chopin-recital van Eliane Rodrigues. Dit jaar was het de derde keer dat ik in Wijnegem met enkele tientallen andere muziekliefhebbers op de gecharterde autocar stapte.

© vja

Zouden we, zoals vorig jaar, weer getrakteerd worden op hilarische toestanden? Na nauwelijks drie maten stopte Eliane toen prompt met spelen toen ze een mankement aan de pedaal ontwaarde. Vervolgens verdween ze met vleugel en al onder het podium en kwam ze weer naar boven met een vervanginstrument. Als een duveltje uit een doosje. (Het filmpje daarvan nog niet gezien? Op het wereldwijde web ging het binnen de kortste keren viraal.)

Nee, niets onvoorziens deze keer. Tenzij dan dat Eliane tussen twee stukken door even wegliep van de piano om een oude vrouw die de zaal verliet snel een kerstroos toe te stoppen die tot de versiering van het podium behoorde. Spontaan en sprankelend, zo kennen we deze concertpianiste, laureate van de Koningin Elisabethwedstrijd. Dat Thomas-die-het-hard-speelt aan het einde van zijn slotconcert ook even van het podium wegliep: hij heeft het van geen vreemden. Of was het in Rotterdam de lerares die de leerling kopieerde?

Wedergeboorte

Maar deze editie was om een andere reden bijzonder, want Eliane deelde de piano met haar dochter Nina Smeets. Voor mij een primeur, al had ik ze wel al samen geïnterviewd voor mijn boek Vrouw aan de piano.

Dat gebeurde naar aanleiding van Nina’s debuut als componiste. Aan Project Reborn, een bundel van negen pianowerken, bleek een heel verhaal verbonden. Over Nina’s wedergeboorte, nadat ze als kleuter weken in coma had gelegen. Spoilen ga ik hier niet doen, daarvoor moet u uiteraard mijn boek lezen, maar haar ontwaken had iets te maken met een speelgoedcassetterecorder en een pianoconcerto van Mozart.

Nina had voor het interview haar moeder meegebracht, want dat moest maar eens in herinnering gebracht worden: ook zij is componiste. Eliane vertelde me hoe ze op haar tweeënhalf al met één vingertje pianospeelde en niet veel later een walsje voor haar moeder componeerde. Op haar zevende zijn in haar geboorteland Brazilië twee boekjes met haar ‘pianomethode’ uitgegeven. ‘Ik ben een zeer gedreven muzikante, met veel temperament’, wist ze. ‘Maar componeren vergt rust. Eigenlijk hebben vrouwen daar de tijd niet voor. Toch moeten we die durven te nemen, een pauze inlassen in onze activiteiten.’

Oosterse prinsessen

Geen eigen muziek echter op het kerstrecital. In de Doelen speelt Eliane met kerst traditiegetrouw Frédéric Chopin. Dit jaar onder meer enkele van zijn onovertroffen nocturnes. Terwijl ik dit uittik, luister ik naar Elianes gloednieuwe dubbel-cd – ik kon het na het concert niet laten deze integrale te kopen, ook al heb ik al een sublieme versie van Angela Hewitt. Als ik de twee nocturnes herken die ik jaren geleden zelf gespeeld heb, krijg ik bijna het schaamrood op de wangen. Zo zouden die dus moeten klinken… (Maar nee, zo wíl ik absoluut niet denken, want dan zou ik nooit nog piano mogen spelen.)

© vja

Met Nina speelde Eliane vierhandig twee delen uit Sheherazade van Nikolai Rimsky-Korsakov. Als twee oosterse prinsessen, met hun glinsterende goudkleurige jurken en galahandschoenen-zonder-handschoenen ofte armwarmers, zo zaten ze daar. Dicht tegen elkaar, pianostoelen lichtjes naar elkaar toe gedraaid, de vier handen bijwijlen bijna in elkaar verstrengeld. Terwijl Eliane, die de hoogste partij voor haar rekening nam, in het begin met haar linkerhand nog niet hoefde te spelen, legde ze die in Nina’s rug. Zo teder.

Toen vroeg ik het me plots af: heb ik al ooit met mijn dochter samengespeeld? Toen Laura tien jaar geleden aan haar piano-opleiding begon, had ik het me wel eens voorgesteld. Dat we bijvoorbeeld samen Ma Mère l’Oye van Maurice Ravel zouden spelen, het charmante vijfdelige werk dat ik ooit aan de muziekacademie met een medestudente heb gespeeld. Ik denk dat ik het zelfs eens heb voorgesteld aan Laura’s pianoleraar: als hij een pianopartner zocht voor mijn dochter, dan wilde ik wel inspringen. Het is er tot nu toe nooit van gekomen.

Goed voornemen

Weer thuis in Antwerpen polste ik haar voorzichtig. Of we niet eens moesten overwegen iets samen te doen? Ik had van mijn inmiddels twintigjarige dochter een ontwijkend antwoord verwacht. ‘Ik speel geen klassieke muziek meer’, bijvoorbeeld. ‘Maar nee, mama, ik ben niet zo principieel’, zei ze daarover. Ze had er wel zin in. Ik meende zelfs een twinkeling in haar ogen te zien.

Dat het dan wel een werk van een vrouwelijke componiste zou worden, voegde ik er nog gauw aan toe. Want daarin ben ík – voorlopig – nog wel principieel: in het raam van mijn boek over vrouwelijke componistes speel ik alleen nog maar werk van vrouwen. Als compensatie voor het eenzijdig mannelijk repertoire uit mijn jeugd. Het evenwicht zal nooit hersteld kunnen worden, vrouwen hebben door historische omstandigheden nu eenmaal veel minder gecomponeerd. Maar wat ze geschreven hebben, verdient het (her)ontdekt te worden.

‘Ken jij wel quatre-mains van vrouwen?’, wilde Laura voor alle zekerheid weten. Ik kon niet meteen titels opsommen, maar uiteraard bestaan ze. Alvast Fanny Mendelssohn, Cécile Chaminade, Mel Bonis en Germaine Tailleferre, allemaal componistes die in mijn boek de revue passeren met werk voor piano solo, hebben óók voor vier handen gecomponeerd.

‘Als het mooie stukken zijn, wil ik die wel spelen’, knikte ze verwachtingsvol. We vinden er vast en zeker, dochter. Want uiteraard (bis) zijn mooie quatre-mains geen mannelijk privilege. Wat men niet kent, kan men niet leren waarderen. Dat heb ik in mijn zoektocht van de voorbije jaren naar vrouwelijke componistes wel geleerd.

En kijk, daarmee hebben we ons goede voornemen voor het nieuwe jaar: moeder en dochter in 2018 vierhandig aan de piano.



« VorigeVolgende »