De jaarlijkse klus is geklaard, mijn concertprogramma voor volgend seizoen zit in elkaar. Oef. Elk jaar is het toch weer een paar uur doorbijten om de Singelpocket en andere programmabrochures door te pluizen op zoek naar die niet te missen parels.
Het selecteren begint traditioneel met een oplijsting van zowat alles waar mijn interesse naar uit gaat. Tot nog toe gebeurde dat op papier, dit jaar voor het eerst in een Google-spreadsheet. Het voordeel? Het blad is nooit te klein, er valt altijd wel iets chronologisch tussen te voegen, ik kan de links naar de website toevoegen, en als de uiteindelijke keuze gemaakt is, die ook makkelijk overzetten naar mijn elektronische agenda. Eveneens handig: afstemmen met broers en zussen in één en hetzelfde document. Jazeker, het houdt wat in, zo’n culturele planning.
Maar laat ik het vooral hebben over de inhoud. Waar ben ik volgende seizoen te vinden? Een enkele keer in de Koningin Elisabethzaal of in een van onze drie opera’s, in de Bijloke of het Concertgebouw Brugge, maar vooral in deSingel. Wat een onuitputtelijk aanbod toch elk jaar weer, zo dicht bij de deur.
Al jaren ben ik gefocust op kamermuziek, met af en toe een uitstapje naar orkestraal werk. In eerste instantie leverde dat voor volgend seizoen een lijst van niet minder dan 70 concerten en voorstellingen op. Daar moest en zou in geschrapt worden. Niet zozeer met het oog op de portemonnee, wel om te voorkomen dat het verzadigingspunt nu echt bereikt wordt. Het punt waarop ik samen met Bach zou zeggen: Ich habe genug. Wat een heerlijke cantate, echt! Maar op een gegeven moment mag het wel eens wat anders zijn dan altijd maar weer Bach op het concertpodium. Of Mozart, Beethoven, Chopin, Mendelssohn (Felix), Schumann (Robert), Brahms.
Verraad
Niets tegen die heren en hun terecht bejubelde oeuvre, maar kennen we dat inmiddels niet stilaan van buiten? Ik heb steeds minder behoefte aan de zoveelste uitvoering van pakweg de viool- of cellosonates van Beethoven, zelfs als ze, zoals volgend seizoen in deSingel, gespeeld worden door klasbakken als Isabelle Faust, Jean-Guihen Queyras en Alexander Melnikov. Ik weet het, dit is vloeken in de kerk – ik voel het zelf ook aan als verraad. Verraad aan steengoede componisten en dito uitvoerders.
Toch is dit willens nillens mijn criterium geworden bij de selectie voor mijn concertseizoen: krijg ik iets nieuws te horen?
Wolfgang Rihm (1952) bijvoorbeeld, daar wil ik volgend seizoen wel eens nader kennis mee maken. Of het zelden gehoorde pianokwintet van Edward Elgar, of dat van Mark-Anthony Turnage (1960), of Erich Korngolds suite voor piano linkerhand, drie werken gebracht door het Louisiana Boathouse Ensemble, niet toevallig een van die (te) zeldzame ensembles die zich toeleggen op nieuwe en minder bekende muziek.
Speld in een hooiberg
Voor wie de begane paden wil verlaten, blijft er dus zeker nog wel wat te ontdekken in het overvloedige concertaanbod. Maar – en nu komt de maar die u van mij kan verwachten – naar vrouwelijke componistes blijft het zoeken als naar een speld in een hooiberg.
Slecht tijdens één concert in deSingel krijgen we 19de-eeuwse componistes te horen. Sopraan Christiane Karg en pianist Malcolm Martineau brengen Ausgewählte Lieder van Clara Schumann, Fanny Mendelssohn, Marie Hinrichs en Josephine Lang. Ik ben niet uitermate zot van zang, maar daar kijk ik dus toch naar uit – ook al moeten de dames de helft van het programma delen met Robert Schumann.
In een ander liedprogramma, De allegorie van het verlangen met Zefira Torna en het Vocalconsort Berlin, spotte ik Hildegard von Bingen (1098-1179), de Duitse abdis en mystica die bekend staat als de eerste vrouwelijke componiste uit de geschiedenis van de klassiek. En dan hebben we het zowat gehad wat oude(re) muziek betreft.
Annelies, Sofia en… B-A-C-H
Wat hedendaagse componistes betreft, duikt al iets makkelijker een naam op. Zo kunnen we kennismaken met een werk van de Litouwse Raminta Serksnyte (1975). Van leeftijdsgenote Annelies Van Parys staat zelfs een wereldcreatie op het programma, Requiem. Vanaf september is deze Vlaamse overigens seizoenscomponiste in het Concertgebouw Brugge.
In deSingel krijgt één vrouwelijke hedendaagse componiste een dag lang de volle aandacht. In de reeks Mijlpalen van de 20ste eeuw staat een hommage aan Sofia Goebajdoelina (1931) op het programma. De Russische zal er in Antwerpen ook zelf bij zijn en geïnterviewd worden door Reinbert de Leeuw. Sofia Goebajdoelina is een van die componistes die ik in Vrouw aan de piano helaas niet meer heb kunnen bespreken. Ik kijk ernaar uit om dat in februari 2019 goed te maken.
Maar kijk! Bach zal die dag toch ook weer van de partij zijn. Hoewel Sofia Goebajdoelina een indrukwekkend oeuvre heeft waarmee ze moeiteloos een hele dag zou kunnen vullen, stond ze er naar verluidt op ook Bach te programmeren op ‘haar’ dag. ’s Avonds krijgen we van haar Reflections on the theme B-A-C-H te horen, evenals een meditatie op het koraal Vor Deinen Thron tret’ ich hiermit, BWV668. Die wilde ze graag confronteren met werk van de meester himself.
Chloë Herteleer, programmatrice van deSingel, wees me er in een interview voor mijn boek op hoe moeilijk het toch is concertgangers warm te krijgen voor onbekende componisten, laat staan voor hedendaagse, laat staan voor vrouwelijke. Dat Johann Sebastian dan maar een lokker mag zijn voor Sofia. O wee als de verstokte Bach-fanaten verstek laten gaan op 9-2-2019.
(In een volgende notitie trek ik naar Brugge. Daar doet het Festival van Vlaanderen tijdens het tiendaagse MAfestival in augustus op een weloverwogen manier aan Chechez la femme.)
Illustratie: Uit mijn Bach-fotoalbum, mei 2010. Ergens in zijn geboortestad Eisenach, Bach dus maar niet Bach. © vj