Over en weer gespoord naar Amsterdam voor de voorstelling ‘Frieda Belinfante’ en daar heb ik hoegenaamd geen spijt van. Vooraf was ik nochtans wat sceptisch, want de voorstelling werd aangekondigd als een musical. Hoe zouden ze dat rijmen met een zo bewogen leven als dat van Frieda Belinfante?
De Nederlandse Frieda Belinfante (1904-1995) was celliste, pianiste en vooral dirigente: ‘de eerste vrouw die beschikte over een eigen orkest’, in Californië dan nog wel. Als dochter van een joodse vader, die concertpianist was, werd ze in de Tweede Wereldoorlog een verbeten verzetsstrijdster: ze vervalste talloze persoonsbewijzen om joodse medeburgers te redden, nam zelf een mannelijke identiteit aan om ongemerkt te kunnen opereren en was een van de initiatiefneemster van de aanslag op het Amsterdamse bevolkingsregister – waaraan ze weliswaar niet zelf mocht deelnemen ‘omdat ze vrouw was’. Haar vrienden werden verraden en geëxecuteerd door de nazi’s, waarop ze toch maar op de vlucht sloeg naar het neutrale Zwitserland. Na de oorlog emigreerde ze uiteindelijk, gedesillusioneerd, naar de VS, waar ze een opmerkelijke carrière uitbouwde. Ten slotte was ze de minnares van componiste Henriëtte Bosmans (1895-1952) – en vele andere vrouwen.
Een veelzijdig leven dus dat, zelfs al was ze geenszins het type dat bij rampspoed bij de pakken ging zitten, mij niet altijd een lichtvoetige musical-toets leek te kunnen verdragen.
Hoog tempo
Maar tekstschrijfster Sietse Remmers en regisseuse Sytske van der Ster slaagden erin er een sterk geheel van de maken. Het duurde niet lang of ik was in Studio Boekman van de Nationale Opera helemaal mee met de enscenering. Nu ja, het was ook niet de hele tijd een musical pur sang. De voorstelling biedt enorm veel afwisseling, ook in stemming: dan weer zorgeloos en luchtig, dan weer hard en confronterend. En dat alles in een hoog tempo – om niets te missen van het verhaal hielp het misschien wel dat ik net Frieda’s biografie (Een schitterend vergeten leven van Toni Boumans) gelezen had.
Ook voor de uitvoersters zit er flink wat afwisseling in: dan weer zijn ze ‘gewoon’ muzikante, dan weer actrice. Chapeau voor Esther Lindenbergh, die in de huid kruipt van Frieda Belinfante, een krachtige en duidelijke zangstem heeft (het vette Hollandse accent moet je er als Vlaming bij nemen) en dan ook nog eens drie instrumenten speelt.
Maar ook een dikke pluim voor de drie muzikantes van het Chekhov Trio, die niet eens zolang geleden geëngageerd werden voor deze productie (ze was aanvankelijk opgevat als een one woman musical) en van wie dan ook nog eens verwacht werd dat ze mee acteerden. Ze deden dat geweldig, net zoals trouwens ook de ‘stagiaires’ die voor de voorstelling in Amsterdam naar het einde toe de cast nog kwamen versterken.
Volgend seizoen zou de productie hernomen worden, wist Fem Devos, de Belgische pianiste van het Chekhov Trio, me te vertellen. Laten we hopen dat ze ook onze richting uit komt. Want, al is de Amsterdams-Amerikaanse Frieda Belinfante in België nog minder bekend dan in Nederland, haar verhaal heeft ook voor ons en ook nu nog relevantie.
________________
• Over Henriëtte Bosmans schreef ik eerder op deze blog: Een rustige nacht met Henriëtte.
• minktheaterproducties.nl/frieda/