Na mijn passage in Berg en dal op Klara (hier nog te beluisteren) werd het tijd om nog eens naar muziek van een mannelijke componist te gaan luisteren en kijken: Pelléas et Mélisande van Claude Debussy (1862-1918) in de opera in Antwerpen. Een bespreking van deze (knappe en aanbevelenswaardige) productie, in handen van de choreografen Sidi Larbi Cherkaoui en Damien Jalet en de performancekunstenares Marina Abramović, laat ik over aan terzake meer beslagen recensenten. Ik reken het tot mijn ‘taak’ een half gelijknamig en vroeger werk van een vrouwelijke componiste onder de aandacht te brengen.
In 1893 ging in Parijs het theaterstuk Pelléas et Mélisande van de Gentse symbolist Maurice Maeterlinck in première. Het werk inspireerde vele componisten, onder wie behalve Claude Debussy ook Gabriel Fauré, Jean Sibelius en Arnold Schönberg. Mel Bonis (1858-1937) was echter als ‘eerste’ klaar. Deze Parisienne componeerde in 1898 haar eendelige pianowerk Mélisande, dat nog datzelfde jaar verscheen bij uitgever Leduc. Claude Debussy bleef twaalf jaar schaven aan zijn bewerking, die, toegegeven, van een heel ander kaliber is. In 1902, het jaar waarin Debussy’s opera Pelléas et Mélisande in première ging, begon Schönberg aan zijn symfonisch gedicht.
Is het omdat Bonis’ interpretatie van Maeterlinck, in vergelijking met die van haar mannelijke collega’s, van omvang vrij bescheiden is dat ze systematisch over het hoofd gezien wordt? Zij noemde Mélisande alvast haar lievelingsstuk. Ook ik kan het best appreciëren. Op zich is dit aanvankelijk zacht vloeiende en gestaag opwindender pianostuk al mooi. Maar als je je het verhaal erbij inbeeldt, en bovendien de omstandigheden kent waarin het werk gecomponeerd is, krijgt het nog een extra dimensie.
Verstrikt
Je ziet en hoort Mélisande in haar torenkamer haar lange blonde haar kammen, terwijl Pélleas beneden onder haar venster toekijkt. Tot ze plots haar hoofd buigt en Pélleas in haar haren verstrikt raakt. ‘Ik heb nog nooit zulk haar als het jouwe gezien. Het komt van zo hoog, maar omhult me tot aan mijn hart. Het is zo zacht. Door je haren kan ik de hemel niet meer zien. Hoor je mijn kussen langs je haren omhooggaan?’
Maeterlincks toneelstuk is au fond het relaas van een noodlottige driehoeksverhouding. Dat Mélanie Bonis er inspiratie in vond, is wellicht niet toevallig. Het was de periode waarin ze zelf verstrikt zat in een verboden liefde. Mélanie was al enige tijd getrouwd, echter geenszins met de man van haar keuze. Op het conservatorium, waar ze overigens een medestudente was van Debussy, had ze een relatie aangeknoopt met een zanger, Amédée Hettich. Toen haar ouders dat te weten kwamen, verplichtten ze Mélanie haar studies, waar ze sowieso al niet achter stonden, onmiddellijk af te breken. Ze gingen op zoek naar een ‘betere’ huwelijkskandidaat voor hun dochter en vonden die in de rijke industrieel Albert Domange, 22 jaar ouder, twee keer weduwnaar en vader van vijf zonen. ‘Als men mij de liefde verbiedt, ga ik voor het geld’, zou Mélanie geoordeeld hebben.
Maar Hettich kwam opnieuw in haar leven en in het grootste geheim beviel ze van hun dochter, Madeleine. Voor de diepgelovige vrouw was het een zware beproeving. Pas twintig jaar later zou ze, onder druk van de omstandigheden, Madeleine opbiechten wie haar ware ouders waren. Het was Mélanies achterkleindochter Christine Géliot die een eeuw later het geheim voor het grote publiek onthulde in de biografie Mel Bonis, Femme et ‘Compositeur’. Meer details over Mel Bonis’ turbulente leven zijn te lezen in Vrouw aan de piano.
Femmes de légende
De Parijse componiste heeft nog zes andere vrouwenportretten uit de mythologie en de literatuur op muziek gezet: Desdémone, Phoebé, Salomé, Viviane, Omphale (in 1910 bekroond bij een Duitse compositiewedstrijd) en Ophélie. Volgens biografe Christine Géliot identificeerde Mélanie Bonis zich met al deze legendarische vrouwen, die stonden voor haar verlangens en innerlijke conflicten. Ophélie is pas in 1997 ontdekt en een jaar later voor het eerst uitgegeven. Daarop heeft het Duitse Furore Verlag de zeven werken gebundeld als Femmes de légende.
Van de zeven werken kan het melancholische Desdémona mij het meest bekoren. Het staat, samen met Mélisande en ander klavierwerk, op de cd La cathédrale blessée van Veerle Peeters, die ons Mel Bonis enkele jaren geleden heeft leren kennen met haar muziektheatervoorstelling Mel Bonis m/v.
La princesse Maleine
Over Maurice Maeterlinck nog dit. Ook de componerende zussen Nadia en Lili Boulanger hadden een goede verstandhouding met de Gentse Nobelprijswinnaar. In 1916 kreeg de toen 23-jarige Lili zijn toestemming het theaterstuk La princesse Maleine te bewerken tot een opera. Eerder had Debussy daar tevergeefs om verzocht. Helaas is het nooit zo ver gekomen. Lili was op dat moment al doodziek, twee jaar later is ze overleden. Wat haar opus magnum moest worden, is onafgewerkt gebleven.
Info
• Mélisande, in een uitvoering van Sylvia Maltese, is te beluisteren via YouTube.
• Femmes de légende, in een uitvoering van Maria Stembolskaia, is te beluisteren via YouTube.
• De cd La cathédrale blessée van Veerle Peeters is verschenen bij Etcetera.
• Foto: Pelléas et Mélisande, OperaBalletVlaanderen, Rahi Rezvani