Het programma van 111 orkesten in 30 landen bestond dit aflopende concertseizoen uit werken die voor 92,5% gecomponeerd werden door mannelijke componisten, in hoofdzaak witte, dode componisten. Slechts 7,5% van het repertoire was van de hand van vrouwen. Dat is zelfs nog iets minder dan bij de resultaten die de Engelse organisatie Donne, Women in Music optekende in het seizoen 2021-2022. Ondanks toenemende pleidooien voor diversificatie verandert er dus niets. De vijf bestudeerde orkesten in België zijn met 5 tot zelfs 0% werken van vrouwen nog hardleerser. Actie dringt zich op.  

Ja, op Klara hoor je tegenwoordig al veel meer werk van vrouwelijke componistes, met dank aan een nieuwe generatie programmamaaksters- en makers. En ja, er gaat geen week meer voorbij of er komt wel een cd uit met herontdekt of pas ontdekt werk van vrouwen. En ja, voor de melomaan zijn Fanny Mendelssohn, Clara Schumann, Lili Boulanger of Florence Price geen volslagen onbekende namen meer. Maar hoe zit het bij de grote orkesten, op de concertpodia van de grote zalen?

Wanneer je zoals Donne, Women in Music echt gaat tellen, dan is de conclusie ontnuchterend: van de 16.327 werken die 111 orkesten in 30 landen in het seizoen 2023-2024 programmeerden, stond 92,5% op naam van een mannelijke componist. Als er al een evolutie merkbaar is in het  wereldwijde orkestrepertoire, is dat er zelfs een van lichte achteruitgang voor vrouwelijke componistes: hun vertegenwoordiging daalde sinds het seizoen 2021-2022 volgens de Londense organisatie van 7,7% naar 7,5%. 

Het gaat om de programmatie van de belangrijkste orkesten ter wereld, van Amerika over Europa en Rusland tot China, Japan en Australië. Uitvoerders dus van de zogenaamd ‘grote werken’ op de ‘grote podia’. Kamermuziekconcerten werden in de analyse alleen meegenomen wanneer ze werden uitgevoerd door leden van het orkest.

Overleden witte mannen

Donne, Women in Music zoomde nog verder in op de 16.327 werken. Het merendeel van die 92,5% ‘mannelijke’ stukken is van de hand van overleden witte mannen. Ook daar een stijging tegenover de vorige rapportering, namelijk 78,4% tegenover 76,4%.

© Rapport Donne, Women in Music.

De top 10 van meest gespeelde componisten bleef tegenover de analyse van 2021-2022 vrijwel ongewijzigd: Beethoven, Mozart, Tsjaikovski, Brahms, Dvořák, Ravel, Richard Strauss, Rachmaninov, Mahler en Sibelius. Samen tekenen die tien ‘historische’ mannen voor 30,6% van alle uitgevoerde werken. Ze werden m.a.w. ruim vier keer zo vaak gespeeld als het totaal van alle werken van vrouwen. De top 25 (waarin nog meer voorspelbare namen zoals Bach, Sjostakovitsj, Prokofiev, Stravinsky, Felix Mendelssohn en Robert Schumann) vertegenwoordigt 50,6% van de programmatie. In die top 25 slechts één nog levende componist: John Williams (op 14).

Levende componisten tekenen voor slechts 11,5% van de geprogrammeerde stukken – slechts 1,4% van het repertoire werd geschreven door een nog levende vrouw.

Mondiale meerderheid in de minderheid

Nauwelijks 7,5% van de werken op de programma’s was dit seizoen dus geschreven door een vrouw. In 5,8% van de stukken gaat het om witte vrouwen. 

Donne, Women in Music splitste de cijfers nog verder op: slechts 1,6% werd geschreven door vrouwelijke componistes uit de ‘mondiale meerderheid’. Onder die ‘global majority’ categoriseert de organisatie mensen die zwart, Aziatisch of bruin zijn, een dubbele afkomst hebben, inheems zijn in het mondiale zuiden en/of ‘etnische minderheden’ worden genoemd. Bij de vorige telling bedroeg het aandeel van die mondiale meerderheid bij de vrouwen nog 2,1%. Bij de mannen ging het om 3,2%, eveneens een daling tegenover de 4,5% in 2021-22.

‘Wereldwijd vertegenwoordigt die groep momenteel ongeveer 80% van de wereldbevolking’, aldus de organisatie. ‘Ondanks jarenlange discussies over het belang van inclusiviteit is de vertegenwoordiging van vrouwen en componisten van de mondiale meerderheid in het seizoen 2023-2024 dus zelfs nog afgenomen.’

Tot slot lijstte Donne, Women in Music ook het aandeel werken geschreven door non-binairen op. Dat is met minder dan 0,1% verwaarloosbaar.

Van Lili Boulanger tot Clara Schumann

© Rapport Donne, Women in Music.

De vrouwelijke componiste met de meeste vinkjes achter haar naam was de Franse componiste, op plaats 52. Bij de vorige telling was dat nog Florence Price, die nu zesde is in de top 10 van vrouwen en 83 in de algemene ranking. Deze Amerikaanse stond toen erg in de belangstelling door de – letterlijke – herontdekking van haar werk en de opname van haar symfonieën door het vooraanstaande Philadelphia Orchestra, evenals door het opgemerkte Chineke! Orchestra. 

De top 10 van meest uitgevoerde – wat dus zeer relatief is – vrouwelijke componistes wordt vervolledigd door Anna Clyne, Sofia Gubaidulina, Gabriela Ortiz, Kaija Saariaho, Unsuk Chin, Grażyna Bacewicz, Anna Thorsvaldsdottir en (ex aequo) Clara Schumann, Jessie Montgomery en Clarice Assad.

Vijf Belgische orkesten

Net zoals bij de vorige analyse legde Donne, Women in Music ook dit seizoen de programmatie van vijf Belgische orkesten onder de loep. Zij halen niet eens het wereldwijde gemiddelde van 7,5% vrouwelijke componistes: Antwerp Symphony Orchestra (5,9%), Nationaal Orkest van België (5,3%), Brussels Philharmonic (2,4%), Orchestre Philharmonic Royal de Liège (0,5%) en Symfonieorkest Vlaanderen (0%).

Dat laatste orkest lijkt daarmee haar zo veelbelovende prestatie van 2020 voor de tweede telling op rij helemaal ongedaan te maken. Het haalde toen de derde symfonie van Louise Farrenc van onder het stof, een fantastisch werk dat meer dan 150 jaar niet meer te horen was geweest, maar in dat coronajaar een tiental keren uitgevoerd werd. Donne, Women in Music zag echter over het hoofd dat afgelopen seizoen een nieuwe compositie van Murielle Lemay uitgevoerd werd. Zij volgde als conservatoriumstudente een traject bij de SOV Composers’ Academy.

‘De kans en kracht zit hem in het geven van een stem aan componistes van nu’, reageert Frederik Styns, gewezen intendant van SOV, desgevraagd. Hij wijst er ook op dat het aantal geprogrammeerde werken bij SOV minder is dan bij andere orkesten en dat dirigenten dan vaak voor het repertoire van de meer bekende componisten kiezen. Dirigente Kristiina Poska voerde overigens het vioolconcerto van Florence Price uit, weliswaar niet met SOV, maar met London Philharmonic.

Consolidatie van de canon

De analyse illustreert volgens Donne, Women in Music niettemin ‘een groeiende trend in de richting van de consolidatie van een klassieke canon, die voornamelijk bestaat uit historische witte mannen, ten koste van een bredere diversiteit’. 

De overweldigende overheersing van historische witte mannelijke componisten in de programmering is niet alleen een weerspiegeling van vooroordelen uit het verleden, maar een voortdurende bevestiging daarvan, ondanks alle discussies over gelijkheid en diversiteit. ‘De toekomst van de klassieke muziek mag evenwel niet beperkt blijven tot de echo’s van het verleden, maar moet resoneren met de diverse stemmen van vandaag’, stelt Gabriella Di Laccio, sopraan en oprichtster van de organisatie. ‘Waarom blijven de culturele expressies en stemmen van miljoenen mensen nog steeds afwezig op onze mondiale podia? Waarom missen we de kans om onze deuren te openen en een nieuw publiek te verwelkomen dat zich nog steeds uitgesloten voelt in onze concertzalen?’

Oproep tot actie

Het rapport moet volgens Di Laccio dan ook een oproep tot actie zijn. De door haar opgerichte Donne Foundation beschikt alvast over een wereldwijd netwerk van specialisten die klaarstaan ​​om programmateams te adviseren bij het opstellen van meer diverse en inclusieve programma’s, en The Big List op haar website lijst meer dan 5.000 componistes op.

‘Er is nog steeds behoefte aan gezamenlijke inspanningen om dit onevenwicht in de sector van de klassieke muziek aan te pakken’, besluit Gabriella Di Laccio. Immers, ‘door diversiteit te omarmen verrijken we het muzikale landschap, niet alleen voor de huidige liefhebbers, maar ook voor toekomstige generaties die klassieke muziek zullen gaan zien als een levendige, dynamische en inclusieve kunstvorm. Aarzelen of nietsdoen handhaaft een status-quo die exclusief en discriminerend is.’

_________________________

Equality & Diversity in Global Repertoire 2024 – Report by Donne, Women in Music
• Dit artikel is ook verschenen bij Klassiek Centraal.