Blog Image

Notities van een amateurpianiste

Louise Bertin, de eerste die van Goethes ‘Faust’ een opera maakte

Notities Posted on 10 april 2024 00:01

Stel het je voor: je schrijft een opera die door publiek en pers enthousiast onthaald wordt, maar plots begint een toeschouwer te roepen dat niet jij maar Hector Berlioz de componist is. Het overkwam Louise Bertin in 1836 in Parijs met haar opera ‘La Esmeralda’. Voor de toen nog maar 31-jarige componiste betekende het tumult het einde van haar operacarrière. Na haar overlijden in 1877 raakten zij en haar werk volkomen in de vergetelheid. Tot nu. Het Altoo Musiktheater in het Duitse Essen laat ons dit seizoen kennismaken met deze uitzonderlijke componiste middels haar al even opmerkelijke opera ‘Fausto’, die pas enkele jaren geleden werd teruggevonden. Vaut le détour!

Louise Bertin (1805-1877) moet luidens getuigenissen van tijdgenoten een onwaarschijnlijk intelligente, belezen en humoristische jongedame geweest zijn. Ze was ook erg charmant. Maar een huwelijk zat er niet in. Vermoedelijk als gevolg van kinderverlamming liep ze met krukken. Ze sprak over zichzelf als een ‘ongeval van de natuur’, waardoor zij en haar ouders meenden dat een leven als echtgenote en moeder voor haar uitgesloten was. Misschien heeft net dat haar wel veel andere kansen geboden?

Want anders dan de meesten van haar seksegenotes genoot zij het voorrecht te kunnen studeren – literatuur, schilderkunst en muziek – en van haar passie haar beroep te kunnen maken. Pianospelen leerde ze wellicht van haar moeder, zangles kreeg ze van de in Parijs werkzame Belgische componist François-Joseph Fétis. Lessen compositie volgde ze bij Anton Reicha, de uit Praag afkomstige componist die ook Louise Farrenc onderrichtte. Dat gebeurde wellicht privé, want aan het conservatorium bleef het vak compositie voorbehouden aan mannen.

Hogere kringen

Via haar vader, die publicist en uitgever was van de belangrijke politieke krant Journal des débats littéraires et politiques, had ze toegang tot de hogere kringen. Zo onderhield ze nauwe contacten en vriendschappen met de schrijver Victor Hugo en de componisten Gioachino Rossini en Hector Berlioz. Daardoor slaagde ze er als een van de weinige vrouwen in haar tijd in haar werk uitgevoerd te krijgen in de grote theaters van Parijs. Zelfs haar leraar Fétis, die haar steunde in haar aspiraties, had er niet in geloofd dat ze haar grote droom, opera schrijven, zou kunnen verwezenlijken.

Ultima Scena di Fausto’, al gecomponeerd in 1826, zou het slotdeel worden van de opera ‘Fausto’.

Haar eerste opera, Guy Mannering, schreef ze al op 20-jarige leeftijd. Voor het libretto baseerde ze zich op een novelle van Walter Scott. Die ‘opéra comique’ werd opgevoerd in een privétheater in Parijs in aanwezigheid van Fétis en Rossini. Twee jaar later debuteerde ze aan de Opéra Comique met de eenakter Le loup-garou (De weerwolf), die niet minder dan 26 keer werd opgevoerd. Vervolgens begon ze vrij snel aan haar volgende operaproject: Ultima Scena di Fausto, een 15 minuten durend werk voor sopraan, alt en bas met pianobegeleiding. Een recensent die een uitvoering in een privétheater bijwoonde, kon niet geloven dat het om het werk van een vrouw ging.

Faust-manie

Voor die ‘laatste scène van Faust’ baseerde ze zich op de Faust van Johann Wolfgang von Goethe die in 1808 verschenen was in Duitsland. Ook in Frankrijk heerste in die tijd een ware Faust-manie. Misschien las Bertin het werk in het Duits, zo niet kende ze het mogelijk via het clandestien gepubliceerde De l’Allemagne, een soort reisverslag waarmee de verbannen schrijfster Madame de Staël in 1810 een beeld schetste van de Duitse cultuur. Daarnaast verschenen in 1823 twee Franse vertalingen van Goethes Faust, in 1827 gevolgd door de bekendste van Gérard de Nerval.

Louise Bertin mag beschouwd worden als de eerste die Goethes ‘Faust’ op muziek gezet heeft. Haar Ultima Scena di Fausto dateert immers al van 1826, waarna ze vrij snel begon aan Fausto. Hector Berlioz publiceerde zijn Huits scènes de Faust in 1829 en La damnation de Faust zelfs pas in 1846. Charles Gounods Faust ging pas in 1859 in première.

Het korte Ultima Scena di Fausto zou het slotdeel worden van Bertins volgende ‘echte’ opera, Fausto. Ook daarvoor schreef ze het libretto helemaal zelf, in het Frans. Toen ze – al in 1827 – van het Théâtre-Italien de toezegging kreeg voor een première in 1830, liet ze de tekst door de librettist van het theater vertalen naar het Italiaans.  

Veeleisend publiek

Het Théâtre-Italien was bijzonder populair.

Het Théâtre-Italien was in die tijd bijzonder populair en bracht internationale sterren op de planken. Het zette als enige theater in Frankrijk uitsluitend werk in vreemde talen op de affiche, hoofdzakelijk Italiaanse opera’s. Van artistiek directeur Rossini werden er acht opera’s opgevoerd. Elk seizoen werden in dit repertoiretheater ook twee nieuwe stukken voorgesteld, maar vaak waren die al eerder te zien in Italië en meestal bleef het daarvoor bij een enkele uitvoering.

Dat Louise Bertin die kans kreeg, is best opzienbarend. Slechts vijf niet-Italiaanse componisten waren haar voorgegaan, onder wie Wolfgang Amadeus Mozart (Figaro en Don Giovanni!), Giacomo Meyerbeer en Manuel García (zelf gevierd tenor en vader van de operadiva’s Maria Malibran en Pauline Viardot-García). Het publiek, bestaande uit de Parijse elite, stond erom bekend zeer kritisch te zijn, in die mate dat een krant zich bij de première van Bertins Fausto afvroeg hoeveel moed een onbekende componiste wel moest hebben om een dergelijk veeleisend publiek te trotseren.

Mlle B***

Bertin vatte haar Fausto op als een ‘opera semiseria’, een halfernstige opera. De mannelijk titelrol schreef ze uit voor een mezzosopraan, als Hosenrolle (travestierol). Twee operasterren werden aangetrokken voor de première in 1830: de Italiaanse Rosmunda Pisaroni als Fausto en de Spaans-Franse Maria Malibran als Margarita. Maar de voorstelling moest worden uitgesteld. Mogelijk door de politieke onlusten dat jaar, maar wellicht ook omdat de zangeressen onvoldoende voorbereid waren – en de grillige Malibran weinig coöperatief was. Een jaar later waren beide vedettes niet meer beschikbaar. Omdat er geen mezzosopraan meer te vinden was, zag Bertin zich genoodzaakt de titelrol om te werken voor tenor. Ze bracht ook enkele (tekst)inkortingen aan, mogelijk om tegemoet te komen aan de smaak van het toenmalige publiek (maar wat het verhaal voor ons soms wel verwarrend maakt).

Uiteindelijk kon Fausto op 7 maart 1831 in première gaan, in aanwezigheid van de koningin. De recensent van La tribune des départements meldde dat ‘het publiek enthousiast applaudisseerde. En dat in een theater waar Mozart opgevoerd wordt. Dat zegt alles.’ Volgens Le Corsaire werd de componist ook op het podium geroepen, maar ‘men meldde dat hij de anonimiteit wenste te bewaren’. Nochtans wist le tout Paris wel om wie het ging. Le Courrier des théâtres had een jaar voordien immers al aangekondigd dat ‘la musique est d’une jeune personne déjà connue par la partition du Loup-Garou’. Werd ze al genoemd, zoals in de recensie van haar vroegere leraar Fétis, dan was dat als Mlle B***. Het werd nu eenmaal niet verwacht dat ze als vrouw in de kijker liep.

Pact met de duivel

‘Faust séduisant Marguerite’, een van de gravures van Eugène Delacroix rond de Faust-legende (1827).

Het verhaal van Faust, de legendarische geleerde die een pact met de duivel sluit, dateert al van de 16de eeuw, maar het was Goethe die het ongemeen populair maakte. Hij voegde er een liefdeshistorie aan toe door de introductie van Margarete of Gretchen. Louise Bertin gaf aan het verhaal nog een eigen draai. Bij haar leren Fausto en Margarita elkaar al bij het begin kennen, vóór Mefistofele opduikt. Faust roept die duivel doelbewust aan, met het oog op een verjongingskuur om de liefde van Margarita te kunnen winnen. Opmerkelijk, zegt Tatjana Gürbaca, de regisseuse van de versie in het Aalto Musiktheater: ‘Bij Bertin zijn het de mensen zelf die de impuls geven voor hun eigen ongeluk. Ze beschrijft hoe het demonische in ons zelf te vinden is, en er daarvoor geen duivel, geen Mefistofeles nodig is.’

Opvallend is ook dat de vrouwelijke karakters bij Bertin zelfbewust en veelzijdig zijn. Wanneer Margarita samen met het koor de liefde bezingt, waarschuwen ze er ook voor, want de liefde kan net zo goed een verrader zijn. Zo slaagt Fausto er dan wel in Margarita voor zich te winnen, maar wanneer ze zwanger blijkt, is hij niet bereid met haar te trouwen. Op het einde zijn de twee volledig van elkaar vervreemd. Wanneer Margarita’s broer, een soldaat die terugkeert uit de oorlog, verneemt dat zijn zus ongehuwd een kind verwacht, voelt hij zich in zíjn eer aangetast. Ook haar vriendinnen laten haar vallen. Margarita blijkt er helemaal alleen voor te staan en kiest voor de dood. In de enscenering in Essen is het verhaal getransponeerd naar een ziekenhuis ergens midden 20ste eeuw, dichter bij ons dus, maar nog voor de introductie van de pil.     

Vanop een zeker afstand

De Duitse Tatjana Gürbaca, die in 2013 door het vermaarde magazine Opernwelt werd uitgeroepen tot ‘regisseur van het jaar’ voor haar productie van Parsifal bij Opera Vlaanderen, vindt het Faust-verhaal vandaag nog relevant. Niet alleen wat de situatie van de vrouw betreft, maar ook hoe mensen met elkaar omgaan, legt ze uit in het programmaboekje. Faust heeft ‘filosofie, rechten en tot mijn ongeluk theologie gestudeerd’, maar ‘wat heeft dat allemaal voor zin, wanneer ik in mijn hart geen geluk ervaar’, zo vraagt hij zich bij het begin van de opera af. Hij ervaart niets dan leegte. Tatjana Gürbaca: ‘Wat verwachten we van het leven, van de wereld? Jagen we niet vaak op iets dat vermeend geluk belooft, terwijl we het wezenlijke uit het oog verliezen?’

Of Bertins interpretatie van Goethes Faust te maken heeft met haar vrouwzijn, wil de regisseuse niet gezegd hebben, maar mogelijk is ze wel geïnspireerd door haar lichamelijke beperking. Daardoor werd ze op verschillende manieren geconfronteerd met uitsluiting en kon ze niet op een gelijkwaardige manier deelnemen aan het maatschappelijke leven. Vanop een zekere afstand keek ze naar de mensheid en dat weerspiegelt zich volgens Gürbaca ook in haar werk.

Bijna twee eeuwen lang

Drie keer werd het stuk in 1831 opgevoerd, maar toen was het seizoen van het Théâtre-Italien ten einde. Voor het daaropvolgende seizoen hadden de zangers al contracten in het buitenland en een andere cast kon niet gevonden worden. Bovendien was de concurrentie groot, met in het Théâtre-Italien premières van Gaetano Donizetti (Anna Bolena) en Vincenzo Bellini (La sonnambule) én in het Théâtre de la Porte Saint-Martin een productie met hetzelfde thema. Daarmee viel het doek voor Louise Bertins Fausto. Definitief, zo dacht men bijna twee eeuwen lang, want het werk werd als verloren beschouwd.

Maar in 2020 werd in de Bibliothèque nationale de France in Parijs een manuscript van de hand van de componiste teruggevonden. Het was weliswaar geen kant-en-klare partituur waarmee men meteen aan de slag kon. Het Palazetto Bru Zane, een in Venetië gevestigd centrum dat de Franse romantische muziek promoot, legde de autograaf samen met een overgeleverde zangpartij, libretto’s in het Frans en het Italiaans en een overzicht van de recitatieven die de muzieknummers met elkaar verbonden. Zo kon een nieuwe editie van Fausto worden samengesteld. Daarmee tekenden het Ensemble Les Talens Lyriques onder leiding van Christophe Rousset en het Vlaams Radiokoor vorig jaar in Parijs voor de eerste uitvoering sinds 1831. Het ging weliswaar om een concertante versie, waarbij de hoofdrol gezongen werd door een mezzosopraan, zoals Louise Bertin het aanvankelijk had bedoeld. Die versie werd ook uitgebracht op een dubbel-cd, mooi verpakt in een bijbehorend tekstboek in het Frans, Italiaans en Engels. In het Aalto Musiktheater in Essen loopt momenteel de eerste scenische uitvoering sinds 1831, en daar met een tenor-Faust.

Tumult

Eerst nog even vertellen hoe het Louise Bertin verging na Fausto. Vrij snel begon ze aan haar volgende opera, die ook haar laatste zou worden. Daarvoor had ze haar zinnen gezet op de Notre-Dame de Paris, het befaamde boek van Victor Hugo dat in 1830 verschenen was. Ook Rossini en Meyerbeer wilden die klokkenluider van de Notre Dame op muziek zetten, maar uit waardering en vriendschap voor de familie Bertin kende Hugo dat voorrecht toe aan Louise, bij wie hij ‘het intellect van een man en het hart van een vrouw’ erkende. Hij schreef zelf het libretto uit, waarbij hij de focus verlegde van de misvormde klokkenluider Quasimodo naar de beeldschone zigeunerin Esmeralda.

‘Costume de M’elle Falcon, rôle de la Esmeralda.’

La Esmeralda ging in première in 1836. Opnieuw waren krantencommentatoren verbaasd dat een dergelijke grand opéra geschreven was door een vrouw, maar het werk ‘overtrof de verwachtingen’. In het publiek brak echter tumult uit: ‘Dat is niet van Bertin! Dat is van Berlioz!’, werd er geroepen. Na zes uitvoeringen zag de directie zich gedwongen de productie stop te zetten.

Uiteraard kende Louise Bertin haar stads- en leeftijdsgenoot Hector Berlioz (1803-1869). Ze kregen allebei les van Anton Reicha. Berlioz droeg ook zijn liedcyclus Les nuits d’été (opus 7) aan haar op. En vanaf 1834 was hij muziekrecensent voor de krant van Bertins vader. Maar dat hij een of meer aria’s van La Esmeralda geschreven zou hebben, ontkende hij met klem. Hij had weliswaar, wegens Bertins handicap, de repetities geleid, maar ‘geen enkele noot kwam van mij’. De aanleiding tot de hetze, zo schreef hij later in zijn memoires, was te zoeken in Bertins afkomst als dochter van de directeur van een krant waarvan de politieke strekking bij een deel van het publiek niet geapprecieerd werd. ‘De agitatoren waren vastbesloten de componist tot het uiterste te vervolgen, waarbij ze misbruik maakten van het feit dat ik had deelgenomen aan de muzikale en scenische repetities van het werk’, aldus Berlioz, die de componiste voorts beschreef als ‘een van de intelligentste en bekwaamste vrouwen van onze tijd’.

Kenners in het publiek scandeerden bij het slot van de voorstelling wel Bertins naam, maar gezien haar handicap zou ze niet in staat geweest zijn de trappen af te dalen en het applaus in ontvangst te nemen. Het was haar lot anoniem te blijven. En daarmee kwam buiten haar wil om dus ook een einde aan haar operacarrière. Ze zou enkel nog wat kamermuziek en twee gedichtenbundels schrijven. Na haar overlijden in 1877 werd ze totaal vergeten.

Moedig en onconventioneel

Fausto heeft geen gebrek aan zangerige cantabiles. © Forster

Mogen we hopen dat daar met de herontdekking van Fausto verandering in komt? Dat zou meer dan verdiend zijn, want dit werk is genieten van begin tot einde. Het biedt geen moment van verveling – in die mate zelfs dat na de première in 1831 een criticus het te veel van het goede vond: ‘Il faut des repos pour l’émotion; il faut des silences pour les trombones.’ Een ander commentaar luidde verrassend genoeg dat ‘melodie niet is waarin Fausto uitblinkt’. Misschien omdat men in het Théâtre-Italien meer gewend was aan virtuoze coloratuur-partijen? Nochtans schreef ze voor de zangstemmen een veeleisende partituur. Fausto heeft zeker ook geen gebrek aan zangerige cantabiles. En ja, je hoort er Mozart in, met zelfs concrete referenties aan Don Giovanni. Kenners zullen er ook vleugjes Berlioz, Rossini (Wilhelm Tell) en Meyerbeer in herkennen. Men vermoedt dat de componiste dat doelbewust gedaan heeft. Hoe dan ook heeft ‘Bertin met haar Fausto haar eigen kleur gecreëerd’, oordeelt dirigent Andreas Spering.

Hij noemt de componiste in het programmaboekje ook moedig en onconventioneel, bijvoorbeeld door de inzet van trompetten – een rariteit in de opera, maar hier symbolisch voor de onderwereld. Haar prestatie is des te opmerkelijker als men beseft dat ze grotendeels autodidacte was. Dat verklaart mogelijk ook waarom haar tijdgenoten haar muziektaal als uiterst ongewoon omschreven. Fétis loofde in zijn Revue musicale de ‘originaliteit van ideeën’, volgens hem ‘een zeldzame verdienste in alle kunsten’. Het Journal de Paris stak het op haar ‘jeugdige onervarenheid’. Le Courrier français meende dan weer te moeten waarschuwen dat men de opera meerdere keren moest beluisteren alvorens een oordeel te kunnen vellen. Tussen haakjes: ook van Berlioz werd gezegd dat hij een wat vreemde muziektaal had, maar hij kwam daar toch iets makkelijker mee weg. 

Voortdurend valt er wat te beleven op de bühne van het Aalto Musiktheater. © Forster

Rustig achterover leunen bij deze opera is er alleszins niet bij, voortdurend valt er wel wat te beleven. ‘Ook voor mij vereist Fausto waakzaamheid en voortdurende studie’, aldus de dirigent, ‘het is geen gemakkelijke muziek.’ En hij bekent: ‘Had men mij laten raden van wie de muziek was, dan had ik het moeilijk gehad. Ik zou niet hebben kunnen vermoeden wie in die tijd zulke ‘grote’ (van omvang en orkestbezetting) muziek geschreven zou hebben. Ik zou waarschijnlijk niet gedacht hebben dat het een jonge vrouw was.’ In die tijd waren ook Fanny Mendelssohn en Clara Schumann actieve componistes, maar zij hebben geen opera geschreven. Het bijzondere aan Louise Bertin is dat ze zich niet beperkt heeft tot kamermuziek en liederen, maar het aangedurfd heeft een opera te componeren, zonder dan nog de garantie dat die zou worden uitgevoerd.

Horizon verbreden

Op de vraag waarom we dit stuk moeten leren kennen, antwoordt Andreas Spering: ‘Omdat het onze horizon verbreedt.’ Wat tot ons gekomen is als meesterwerk, heeft die titel meestal wel met recht en rede verdiend, vindt hij. Maar daarnaast is er veel uit het gezicht verdwenen dat ons perspectief op de betreffende periode of werken zou hebben verrijkt. ‘De componiste Louise Bertin en haar werk Fausto presenteren een nieuwe, unieke dimensie van het operagebeuren in de vroege 19de eeuw en herinnert ons eraan hoeveel muziek van vrouwen in de vergetelheid is geraakt of nooit tot ontwikkeling is kunnen komen door sociologische en maatschappelijke regels. Fausto daagt ons uit ons af te vragen: hoeveel prachtige, verloren gegane muziek van vrouwelijke componistes bestaat er? Hoe zou ons muzieklandschap er nu uitzien wanneer vrouwelijk talent aangemoedigd geweest zou zijn. We kunnen het ons nauwelijks voorstellen.’

‘Herschrijf de geschiedenis voor de opera Fausto uit 1831’, kopte de NRC naar aanleiding van de world premiere recording en de Erstaufführung in Essen. ‘Fausto is een meesterwerk dat absoluut een plaats in de canon verdient’, schreef ook de Nederlandse muziekrecensente Thea Derks op haar blog Klassiek van Nu. Bij ons werd aan de herontdekte opera, voor zover ik kon nagaan, nog geen kolommetje besteed. Dat het Vlaams Radiokoor vorig jaar meewerkte aan de scenische uitvoering en cd-opname met Les Talens Lyriques, waar konden we dat vernemen?

Gaat u dus vooral zelf oordelen én genieten – Essen is nu ook weer niet zo ver en de theaterzaal van de Finse architect Alvar Aalto is ook al het ontdekken waard. Er staan in het Aalto Musiktheater nog twee voorstellingen op het programma: op woensdag 24 april en op zaterdag 11 mei. Die laatste voorstelling vindt plaats in het kader van het vierdaagse Komponistinnenfestival her:voice. En als u er niet geraakt, ontdek de muziek dan via de cd-opname in een uitgave van Bru Zane (ook integraal te vinden op Spotify en fragmenten op YouTube).



Eline Cote zet door met symfonisch vrouwenorkest Virago

Notities Posted on 4 februari 2024 20:08

‘Wanneer zal je tevreden zijn?’, vroeg ik Eline Cote toen ze vier jaar geleden het vrouwenorkest Virago oprichtte en een uniek concert in de Koningin Elisabethzaal aankondigde. ‘Wanneer ik iets in beweging heb kunnen zetten’, antwoordde ze. En of er een en ander gebeurd is! Virago Symphonic Orchestra is alvast geen eenmalig project gebleven. Binnenkort brengt het orkest met solistes een avond vol aria’s en operawerken van vrouwelijke componistes in deSingel. Eline zelf is toegetreden tot de International Alliance for Women in Music.

Even terugspoelen naar 2020. Contrabassiste Eline Cote, op dat moment laatstejaars aan het conservatorium van Antwerpen, heeft het plan opgevat een orkest op te richten dat uitsluitend bestaat uit vrouwen, onder leiding staat van een vrouwelijke dirigente én uitsluitend werk brengt van vrouwelijke componistes. Ze ziet het groots en boekt de Koningin Elisabethzaal voor internationale vrouwendag op 8 maart. Een en ander past in haar masterproef waarmee ze focust op vrouwen in de muziek. Want het frappeerde haar al langer dat orkesten veel minder vrouwen dan mannen tellen en dat ze zelf nauwelijks componistes kende. Dat er in de klassieke muziek ook nog behoorlijk wat seksisme heerst, krijgt ze bevestigd in een enquête die ze verspreidt. Uit de meer dan 250 (anonieme) antwoorden die ze krijgt, evenals uit de gesprekken die ze voert met musici in Europa en de Verenigde Staten, komt duidelijk naar voren dat vrouwen nog steeds dubbel zo hard moeten werken als hun mannelijke collega’s om nog maar ‘toegang te krijgen tot de race’. It’s a men’s world, stelde ze tijdens een lang gesprek dat ik met haar had in de aanloop naar het concert in de Elisabethzaal. Met haar Virago Symphonic Orchestra wilde ze de balans in evenwicht brengen. Haar boodschap? Gender is niet bepalend wanneer het aankomt op talent.

Haar onderzoek, de oprichting van het orkest en de organisatie van het concert (nog te bekijken op YouTube) leverden Eline enkele maanden later een meer dan verdiende grootste onderscheiding op. Voor het concert was het evenwel kantje boord geweest, beseft ze. Die 8ste maart hing er immers spanning in de lucht: luttele dagen later ging de wereld op slot door een allesoverheersend virus. Mocht corona nog iets sneller onze contreien veroverd hebben, dan was het concert, waar zovelen naartoe geleefd hadden, er niet gekomen. En zou er wellicht ook geen sprake geweest zijn van alles wat er intussen op gevolgd is, vermoedt Eline nu.

International Alliance for Women in Music

Wat erop gevolgd is, is indrukwekkend en hoopgevend. Het is gelukkig niet bij een eenmalig project gebleven. Virago bestaat nog steeds, al moest Eline meteen na haar afstuderen nog wel wat plannen en projecten on hold zetten. Zo moest het Virago-concert ‘Antwerp Women in Concert’ uitgesteld worden naar september 2022, maar ze won er wel de ‘Cultuurprijs voor de jeugd’ van haar thuisbasis Merksem mee.

Het concert van 8 maart 2020 ging ook ver buiten de grenzen niet onopgemerkt voorbij. In de Elisabethzaal daagden meer dan 1.000 enthousiastelingen en nieuwsgierigen op, wat betekent dat er onverhoopt enkele duizenden euro’s winst gemaakt werd. Daarvoor zocht en vond Eline een goed doel bij de International Alliance for Women in Music (IAWM), een in Portland gevestigde organisatie die zich inzet voor het werk van vrouwelijke componistes via concerten, wedstrijden en conferenties. Eline haalde de voorpagina van het Journal van de IAWM én ze werd gevraagd voor nieuwe concerten.

Gitaarconcerto voor mannen?

‘In 2022 gaven we in opdracht van de IAWM met Virago een concert in AMUZ, dat werd uitgezonden tijdens de conferentie van de organisatie. Aansluitend volgde een online interview met mezelf, dirigente Pascale Van Os en gitariste Emma Wils. Zij was in AMUZ soliste in het befaamde Concerto de Aranjuez. Jawel,’ glimlacht Eline, ‘op verzoek van Emma zetten we voor één keer een werk van een man op het programma, maar dan wel als statement. Joaquin Rodrigo zag het tweede deel van zijn gitaarconcerto als een ode aan zijn vrouw en zijn dochter, maar het geniet onder gitaristen de reputatie dat het enkel goed speelbaar is door mannen…’ Onnodig te zeggen dat Emma Wils en het vrouwenorkest het schitterend deden. (Bekijk de opname op YouTube.)

Elines inzet voor de IAWM ging sindsdien nog verder. Inmiddels is ze als board member toegetreden tot het executive committee en is het haar taak als concert chair het jaarlijkse concert van de IAWM te organiseren. Dat alles doet ze onbezoldigd. Haar schaarse inkomen verdient Eline met de enkele uren die ze lesgeeft in de muziekacademies van Wilrijk en Berendrecht. Onvoldoende om huur te kunnen betalen, zucht de jonge vrouw, waardoor ze noodgedwongen nog in hotel Mama woont. ‘Door al mijn engagementen met Virago heb ik eerlijk gezegd ook geen tijd om meer uren les te geven. Maar ik doe dat “vrijwilligerswerk” ontzettend graag en het opent deuren.’

Lilith Ensemble

Aan het jaarlijkse concert van de IAWM is telkens een wedstrijd voor vrouwelijke componistes verbonden. Voor de editie van dit jaar, die focust op elektro-akoestische muziek en plaatsvindt in Minnesota, kan nog werk ingestuurd worden tot 1 maart.

Vorig jaar vond het concert plaats in het conservatorium van Antwerpen, in aanwezigheid van de Amerikaanse voorzitster, Christina Rusnak. Voor de uitvoering van de prijswinnende werken engageerde Eline het Lilith Ensemble, eveneens een jong gezelschap waarvan ze een van de leden is. Het bestaat voorts uit drie musici die elkaar leerden kennen in Amsterdam. Op zoek naar werk voor het kamermuziekensemble dat ze wilden vormen, stelden de Spaanse klarinettiste Leire Ruiz Garcia, de Catalaanse hoboïste Cèlia Tort Pujol en de Spaanse fluitist Jaume Darbra Fa tot hun verrassing vast dat de muziek die hen aansprak, opvallend vaak geschreven was door vrouwelijke componistes – en dat terwijl het merendeel van de composities die worden uitgevoerd toch geschreven is door mannen. (Een vaststelling die tussen haakjes beantwoordt aan wat componiste Annelies Van Parys me vorig jaar vertelde: ‘De meerderheid van de leading composers zijn vandaag vrouwen.’

Eline: ‘Omdat ze dat intrigerend vonden, tipte een docent aan het conservatorium hun eens contact op te nemen met mij. Ze hebben me meteen gevraagd toe te treden tot hun gloednieuwe ensemble waarmee ze zich wilden toeleggen op nieuwe muziek. Omdat concerteren toen nog niet kon, wilden we een cd opnemen. Daarvoor zetten we met succes een crowdfunding op. In de database van de IAWM zijn we op zoek gegaan naar componistes wier werk ons lag. Uiteindelijk hebben een tiental vrouwen nieuw werk voor ons gecomponeerd. Net zoals ons ensemble vormen ook zij een erg internationaal gezelschap: naast de Belgische Marlies Hollevoet en Maya Verlaak komen ze uit Armenië, Engeland, Duitsland, Nederland, de VS, Catalonië, Cuba en China.’

‘De enige twee voorwaarden die we hun oplegden, waren dat het werk kan worden uitgevoerd door maximaal 12 musici en dat het niet langer dan 10 minuten duurt. Voor de rest lieten we hen helemaal vrij. Een van de werken kreeg zelfs een vrij zotte bezetting: contrabas, cello, altviool en sopraan, maar het klinkt geweldig. Fijn is dat onze vier instrumenten goed bedeeld worden. Want bijvoorbeeld voor contrabas botste ik tijdens mijn studies op een probleem: er bestaat vrij weinig kamermuziek voor mijn instrument. Tijdens examens of recitals hoor je dan ook altijd dezelfde werken. Daarom ook heb ik tijdens de lockdown nog een eigen vinylplaat opgenomen, Hidden Gems: allemaal onbekende pareltjes voor contrabas solo van vrouwelijke componistes.’

De release van de cd van het Lilith Ensemble vindt plaats op 25 mei in Schouwburg Noord in Merksem. Ook dan weer met een internationaal gezelschap op het podium. En verrassend toch: het zal voor de helft bestaan uit mannen. Eline: ‘Virago is een statement-orkest: we willen onderstrepen dat vrouwen met elk instrument kunnen schitteren. Maar een van de vier kernleden van het Lilith Ensemble is alvast een man. De realiteit is ook dat in bepaalde instrumentengroepen vrouwen nog steeds in de minderheid zijn. Met Lilith streven we naar een ideale wereld: een fifty-fiftyverdeling van vrouwen en mannen op het podium, en dat willen we ook illustreren met onze cd.’

Night at the Opera

Maar eerst is er op zaterdag 24 februari in deSingel nog het all female concert van Virago: The Night at the Opera. Het gaat om een benefietconcert op initiatief van Soroptimist Antwerpen Anthos, een afdeling van de wereldwijde vrouwenorganisatie die zich inzet voor de verbetering van het leven en de positie van vrouwen en meisjes. De opbrengst gaat naar het project Maatje achter de voordeur van het Family Justice Center Antwerpen. 

‘Al meteen na het concert in de Elisabethzaal droomde ik ervan eens iets te doen rond opera. Op vocale concerten allerhande horen we immers altijd uitsluitend werk van mannen, terwijl er zoveel aria’s, duetten en ander operawerk van vrouwen onbekend blijven. En toen kreeg ik een vraag om samenwerking van Soroptimist. Dat was mijn kans’, glundert Eline.

Op het programma staat werk van onder meer Francesca Caccini, Barbara Strozzi, Alma Mahler en Rachel Portman. Naast de gevestigde waarden Liesbeth Devos en Elise Caluwaerts zijn de solistes studentes en pas afgestudeerden die deelnamen aan een auditie. Want ook dat is een betrachting van Virago: jonge musici een duwtje in de rug geven. Elise Caluwaerts bood spontaan coaching aan.

Het geheel staat onder de leiding van Pascale Van Os, de vaste dirigente van Virago die inmiddels ook bij tal van andere orkesten geëngageerd is. Er wordt ook een bijzondere gaste verwacht: de componiste Alma Deutscher, van wie Virago uittreksels brengt uit haar opera Cinderella. Die ging in 2015 in première toen Alma … 10 jaar oud was. De opzienbarende muzikante – ze is ook pianiste, violiste én dirigente – wordt vooraf geïnterviewd door Eline Hadermann.

Normaalste zaak van de wereld

Alsof Eline en haar orkest nog niet genoeg te doen hebben, begeleiden ze ten slotte ook nog de Frans-Waalse folkzangeres Aurélie Dorzée in La vie d’une femme. Die performance over alle fases in een vrouwenleven ging in december 2023 in première in Namen en doet op 10 november 2024 Schouwburg Noord in Merksem aan. Met deze korte reportage hopen ze nog meer boekingen te krijgen.

‘Ik zal pas tevreden zijn als ik iets in beweging heb kunnen zetten’, zei Eline Cote me in 2020. Het mag alvast duidelijk zijn dat zijzelf niet stilgezeten heeft. Maar ze heeft toch het gevoel dat er ook in de muziekwereld iets aan het bewegen is. Eline: ‘Als ik nog eens in het conservatorium rondloop, spreken docenten me nog altijd met veel bewondering aan over mijn masterproef. Zoiets verwachten ze niet snel meer opnieuw, zeggen ze me. Toch merk ik binnen het conservatorium ook enige verandering. Studentes/n kunnen [opnieuw, vja] een module over vrouwelijke componistes volgen. Er is nu ook een inclusion team. In de wc’s hangt bv. uitleg wat je kunt doen als je je onveilig voelt. Heel fijn is ook om vast te stellen dat in Maestro Stefaan Degand op Canvas het de normaalste zaak van de wereld is dat een vrouwelijke dirigente, onze Pascale Van Os, de leerkracht is.’

Op onze lauweren rusten kan weliswaar nog niet, beseft Eline. ‘Er zijn al meer musici en orkesten die al eens een werk van een vrouw in hun repertoire steken. Maar we zijn er pas als het publiek daar niet meer van opkijkt. Het moet de normaalste zaak zijn dat dat werk op het programma staat, zónder dat daar de aandacht op moet worden gevestigd. Die verandering moet al beginnen in de muziekscholen. Als je kinderen eens iets uit de tijd van Beethoven wil laten spelen, waarom dan niet denken aan een tijdgenote? Niet met het vingertje omhoog: “Dit is van een vrouw!” Het moet voor leerlingen vanzelfsprekend zijn dat ze ook werk van vrouwen krijgen.’ 

‘Het probleem blijft wel dat er weinig partituren van vrouwelijke componistes van vroeger beschikbaar zijn. Zelfs al hebben ze die in hun archieven liggen, dan nog durven uitgeverijen het nog steeds niet aan om er geld en tijd in te steken omdat ze vrezen dat die niet zullen verkopen. Nog te veel werk blijft daardoor onbekend. Heel jammer! Er is iets gaande, maar het gaat traag.’

_______________

• Virago Symphonic Orchestra
• The Night at the Opera op zaterdag 24 februari om 20 uur in de Blauwe Zaal van deSingel.
• Release van de cd van het Lilith Ensemble op 25 mei in Schouwburg Noord in Merksem.
• Lees ook het interview met Eline Cote uit 2020: ‘Een ‘mannelijk’ instrument kiezen is heel dapper’.



Volgende »