Blog Image

Blog

George Sand aan Pauline Viardot: ‘Je was subliem, mijn innig geliefd dochtertje’

Notities Posted on 7 april 2025 09:00

De Franse operadiva en componiste Pauline Viardot-García vond in de schrijfster en feministe-avant-la-lettre George Sand een toegewijde raadsvrouw. Daarvan getuigt de briefwisseling tussen beide kunstenaressen, die zopas verschenen is in Nederlandse vertaling. Ook Chopinski, Chipchip, Chopinet – of hoe beide dames liefkozend schreven over de Poolse componist – komt in die brieven af en toe uit de coulissen. Interessant om via hun correspondentie nader kennis te maken met deze iconen uit het Franse cultuurleven van de 19de eeuw. 

George Sand en Pauline Viardot-García.

Aan Pauline Viardot-García heb ik op deze blog al een uitgebreide notitie gewijd. Mijn bron daarvoor was in hoofdzaak het boek Europeanen. Daarin schetst Orlando Figes aan de hand van drie figuren – behalve Pauline Viardot-García ook haar man Louis Viardot en haar minnaar Ivan Toergenjev – op een uitermate boeiende manier een beeld van de 19de eeuw. De briefwisseling die nu verschijnt in de reeks Privédomein biedt daarbij een lezenswaardige aanvulling.

Eerst nog eens samenvatten wie Pauline Viardot-García (1821-1910) ook alweer was. Deze Franse mezzosopraan, dochter van de gerenommeerde Spaanse tenor en componist Manuel García en van de eveneens Spaanse sopraan en actrice Joaquina Sitches, groeide op in Parijs en boekte successen in Londen, Berlijn, Wenen en Praag tot in Moskou en Sint-Petersburg. Aanvankelijk zag het ernaar uit dat ze, als leerlinge van Franz Liszt, een glansrijke pianocarrière zou uitbouwen. Maar de dood van haar vader en haar zus, de operadiva Maria Malibran, besliste er anders over: Pauline trad op aandringen van hun moeder in de voetsporen van haar aanbeden zus.

Louis Viardot, volgens George Sand een geschikte huwelijkspartner voor de 21 jaar jongere Pauline García.

Tijdens een van haar eerste concerten in de Parijse salons maakte Pauline García kennis met de journaliste en schrijfster George Sand (1804-1876), die voor het jonge meisje een grote toekomst weggelegd zag. Daarvoor had Pauline best wel een goede steun en toeverlaat nodig. Die zag Sand in haar vriend en collega-journalist Louis Viardot (1800–1883), op dat moment directeur van het Théâtre Italien in Parijs, 21 jaar ouder dan Pauline maar ook een man met voor die tijd opmerkelijk vooruitstrevende ideeën over de verhoudingen tussen vrouwen en mannen.

Pauline García stemde in met een (verstands)huwelijk met Louis Viardot, die ontslag nam bij het theater om haar bij al haar concerten te kunnen vergezellen. Sand, zeer goed thuis in het Parijse kunstwereldje met al zijn intriges en jaloezieën, besefte dat Pauline in haar thuisstad weinig carrièrekansen had door de republikeinse overtuigingen van Louis en raadde haar daarom aan het eerst te maken in het buitenland.

Stompzinnig publiek

In 1842 schrijft George aan Pauline, die op concertreis is in Londen: ‘Frankrijk en Engeland zijn gewoon te blasé en te verdorven wat hun smaak betreft om de ontwikkeling van een jonge kunstenaar niet zoveel ze kunnen in de kiem te smoren, vooral als die kunstenaar een vrouw is en kuis en bescheiden, zonder intriges en schaamteloosheid. Je moet in deze koude contreien terugkomen met een in verre landen zo stevig gevestigde naam dat het gekonkel niets anders kan doen dan deze te bevestigen. (…) Dat stompzinnige publiek, dat zichzelf als een groot kenner beschouwt en dat vanwege zijn kleine hart maar zo weinig is, moet uiteindelijk naar je verlangen, je tot zich roepen, telkens om je vragen, naar je snakken, kort en goed, nieuwsgierig naar je zijn.’

In latere brieven juicht ze steevast om de successen die Pauline in verre steden boekt: ‘Je was subliem.’ Net zoals Liszt, die jubelde dat met Pauline (als componiste) ‘eindelijk een vrouwelijk genie’ was opgestaan, schrijft ook George: ‘Ik houd van genieën, maar voor een genie dat ook nog een goed mens is, werp ik me ter aarde.’ En niet alleen zij komt woorden te kort om Pauline te prijzen: ‘Maurice [Sands zoon, vja] aanbidt je, mijn broer kust de zolen van je schoenen’, aldus George. En: ‘Al onze vrienden, ziek en niet ziek, ongelukkig of niet ongelukkig, spreken onophoudelijk over jou en liggen aan je voeten.’ Haar minnaar Chopin is volgens haar ‘zo vermetel om je hak te kussen’. En de schilder Eugène Delacroix ‘werpt zich aan je voeten’.

Mijn alom aanbeden koningin

Ondertussen bedelt ze om meer nieuws en brieven, en vooral om het bezoek van Pauline en Louis aan haar riante landgoed in Nohant. Van daaruit schrijft ze: ‘Ik ben dol op het buitenleven en ik voel me hier in talloze opzichten beter dan in Parijs, in rust, vrijheid en stilte. Jij moet dus naar mij toe komen, lieve dochter van me, want na Londen ben je vrij, je zult niets anders te doen hebben dan thuis te werken zoals je altijd al doet, thuis, waar je altijd gestoord zult worden door hordes lastige mensen. Waar je ook maar mee bezig bent, in Parijs zul je nooit met rust gelaten worden. Hier bevind je je ver weg in een woestijn.’

Op het boekomslag het landgoed van George Sand in Nohant.

Zo overlaadt ze Pauline geregeld met goede raad. ‘Denk erom, meisjelief, dat je na dit werkzame leven vol optredens de volle zon nodig hebt, lichaamsbeweging, buitenlucht.’ Ze beschouwt de 17 jaar jongere Pauline dan ook als een dochter. Zelden schrijft ze haar gewoon aan met haar voornaam: een enkele keer noemt ze haar ‘juffertje Pauline’, soms Minounne, Nignonne en Mignounne, ‘koninginnetje’ of ‘mijn alom aanbeden koningin’. Maar nog vaker begint ze haar brieven met: ‘Lieve schat’, ‘Lieve dochter’, ‘Lief, teder bemind dochtertje’, ‘Lief dochtertje van me’, ‘Mijn lieve grote dochter’,… Pauline is voor haar ‘de meest volmaakte sterveling op aarde’, ‘de helft van mijn hart en mijn leven’en George heeft haar hartstochtelijk lief: ‘ik aanbid je en kus je duizendmaal!’. Ondertekenen doet Georgemet je moeder’of zelfs ‘je oude moeder’en ‘je oudje’. Wanneer Pauline zelf moeder wordt van Louisette, ontfermt George zich maar al te graag over ‘je schattige dochtertje, waarmee je me grootmoeder hebt gemaakt’.

Ze steunt Pauline ook in haar beslissing haar dochter onder te brengen in een pensionaat, in het belang van het kind, maar ook met het oog op de carrière van de zangeres: ‘Je hebt gelijk dat je in Louisettes belang het offer brengt om even van haar gescheiden te leven. Ze beschikt vast over een wonderbaarlijke intelligentie en niemand zal die zo kunnen ontwikkelen als jij, maar het karakter is van alles het belangrijkst, want dat is de bron van geluk of ongeluk van ons hele leven, voor onszelf en alles en iedereen om ons heen. Bovendien gaat ons dagelijks werk en onze onrustige omgeving van kunstenaar niet goed samen met de ontwikkeling van een opgroeiend kind.’

De enige echte auteur van onze tijd

Consuelo verscheen eerst als feuilleton in de krant. (Geen Nederlandse vertaling.)

Omgekeerd is Pauline aanvankelijk iets afstandelijker tegenover de ‘Lieve mevrouw Sand’. Maar al gauw schrijft ook zij haar briefcompagnonne aan als ‘mijn lieve moederlijke vriendin’ voor wie ze ‘eindeloos veel tedere gevoelens’ heeft. Ze ondertekent met ‘uw juffertje en dochtertje voor eeuwig en altijd’. En ze belooft: ‘Ik kom naar Nohant (…) zorg in de tussentijd goed voor jezelf, lieve Ninounne, om sterk genoeg te zijn om de overvloed aan kussen die ik sinds twee jaar heb verzameld in ontvangst te nemen. Het zal verschrikkelijk zijn, ik waarschuw je en je zult nooit genoeg biefstuk en karbonades kunnen eten om dat aan te kunnen.’

Pauline Viardot looft in George Sand ‘de enige echte auteur van onze tijd’. Met spanning kijkt ze samen met haar man uit naar een nieuw hoofdstuk van Consuelo, een roman die als feuilleton verschijnt in La revue indépendante, een tijdschrift dat Sand heeft opgericht samen met Louis Viardot en de filosoof en politiek econoom Pierre Leroux. Sand heeft de heldin gemodelleerd naar haar vriendin de operaster. ‘We verslinden het vierde deel van Consuelo. Jij en je werk zijn absoluut verrukkelijk’, reageert Pauline vanuit Madrid.

Grrrrrrroot nieuws

De twee vrouwen schrijven niet alleen vertederend over elkaar, maar ook over hun naasten. Dat valt vooral op bij Chopin, met wie George Sand negen jaar samenleeft in Nohant. Nooit valt in de brieven zijn voornaam, meestal wordt gevarieerd op zijn achternaam: Chipchop, Chopinski, Chip, kleine Chop, Chopinet. Of: ‘Chip Chip, die ook een kind van me is’. Want ja, ook tegenover de bescheiden en vrij mensenschuwe componist stelt Sand zich op als een moeder. 

George Sand en Frédéric Chopin geportretteerd door Eugène Delacroix. © Wikimedia Commons

De Pool speelde zoals bekend niet graag voor publiek. In 1841 heeft Sand haar ‘innig geliefd dochtertje’ dan ook groot nieuws te melden: ‘Groot, heel grrrrrrroot nieuws is dat de kleine ChipChip een grrrrrroot concert gaat geven. Zijn vrienden hebben zo aan zijn kop gezeurd dat hij zich heeft laten overhalen. Toch vleide hij zich nog altijd met de hoop dat het zo moeilijk te regelen zou zijn dat hij ervan af kon zien. Het ging allemaal veel sneller dan hij had gedacht. Nauwelijks had hij het fatale ja uitgesproken of alles bleek als bij toverslag voor elkaar te zijn en driekwart van de kaarten waren verkocht, voordat het zelfs maar aangekondigd was. Toen is hij uit zijn droom ontwaakt en het was zo grappig om te zien dat de angstvallig precieze en besluiteloze Chip Chip verplicht was niet meer van gedachte te veranderen. Hij hoopte dat jij zou komen en begeleid door hem zou zingen. Toen ik je brief ontving en die hoop verloren was gegaan, wilde hij het concert afzeggen. Dat was niet meer mogelijk, hij had zich volkomen vastgelegd.’

Ik wist al dat Pauline Viardot enkele mazurka’s van Chopin bewerkt heeft voor zang met pianobegeleiding, zoals Aime-moi naar de Mazurka op. 50 nr. 2. Blijkens de brieven heeft ze hem ook gevraagd nieuw werk voor haar te schrijven: ‘Zeg Chopinet dat hij iets voor mij moet componeren wat ik kan zingen met de woorden van welk land dan ook.’ Volgens Sand zou Chopin ook uitgekeken hebben naar het bezoek van de zangeres: ‘Onze Chip Chip zal weer helemaal tot leven komen. Hij heeft deze zomer diep in de put gezeten. Hij is voor de hitte net zo bang als voor de kou. Hij roept luid om jou, want jij zult hem zijn muzikale talent weer teruggeven, dat hij volgens hem kwijt is.’

Mensen van vlees en bloed

Tussen Sand en Chopin komt het uiteindelijk tot een breuk na een ruzie over het huwelijk en de bruidsschat van Sands dochter Solange. Chopin zou de kant gekozen hebben van Solange, terwijl Sands relatie met haar dochter altijd sterk getroebleerd was. Als we de moeder mogen geloven, was Solange als kind altijd ‘onaardig’ en moest ze naar het pensionaat om getemd te worden. ‘Ik heb nooit iets anders dan een steen aangetroffen op de plaats van haar hart’, klaagt ze tegenover Pauline. ‘Solanges gedrag tegenover mij gaat van kwaad tot erger, hoewel ik me tegenover haar veel te goed gedraag.’ In een latere brief meldt ze Pauline: ‘Mijn arme dochter heeft haar kind verloren! (…) Om haar te troosten zal ik haar voor zover mogelijk vergeven, als ze tenminste door mij getroost wil worden.’ Wanneer de jonge vrouw opnieuw zwanger is en bij haar vader verblijft, ziet George ‘geen reden om me ongerust over haar te maken, maar ze geeft me nooit enig levensteken en voor mij is ze dood’.

Harde woorden, jazeker. Maar onze heldinnen blijken daarmee ook maar mensen van vlees en bloed, met al hun grote en kleine kantjes die ze ook aan elkaar durven te tonen.

Via Pauline hoopt George toch nog nieuws te vernemen van Chopin. ‘Zie je Chopin wel eens? Zeg me hoe het met zijn gezondheid is. Ik heb zijn razernij en zijn haat niet kunnen beantwoorden met haat en razernij. Ik denk vaak aan hem als aan een ziek kind dat zich verbitterd en verloren voelt.’ En in een latere brief: ‘Ik hou nog altijd van hem als van een zoon, hoewel hij heel ondankbaar is geweest ten opzichte van zijn moeder [Sand dus, vja], maar ik moet eraan wennen dat ik niet met al mijn kinderen zo gelukkig ben.’

In december 1848 heeft Pauline slecht nieuws te melden: ‘Mijn goede Ninounne, Chopin is terug uit Londen, maar ernstig ziek. Zijn arts staat niet toe dat hij bezoek ontvangt. Het mistige klimaat van Schotland heeft hem veel kwaad gedaan…’ Chopin zal in oktober 1849 overlijden – enkele weken later dan de laatste brief in deze voorliggende correspondentie.  

Tirannieke Engelsen, rare Duitsers, Spaanse roddeltantes

Wanneer Pauline in het buitenland vertoeft, neemt ze geen blad voor de mond om haar gastheren en -vrouwen te typeren. Tegenover de Engelsen moet ze haar ‘natuurlijke antipathie’ overwinnen. ‘Je hebt er geen idee van hoezeer ze slaaf zijn van hun zeden en gewoonten en hoe tiranniek ze buitenlanders ertoe verplichten zich er ook aan te onderwerpen. Nu ken ik de Engelse gastvrijheid en het comfortabele leven van de Engelsen, waarvan zo hoog wordt opgegeven! Wat mij betreft, ik beweer met klem dat er onmogelijk iets lastigers en tiranniekers te vinden is; en iedereen die deze gastvrijheid heeft ondergaan en niet hetzelfde zegt, is schijnheilig, of het zijn mensen die bang zijn verwikkeld te raken in een conflict met de Engelsen, die ze zo nodig hebben. Ik neem geen blad voor de mond en zeg hun rechtuit wat ik erover denk, en ik hoed me ervoor dat ze mij weer als een gevangene kunnen behandelen in hun buitenhuizen.’

In Duitsland, ‘een koel land’, heeft ze te maken ‘met een heel raar publiek dat altijd in de verdediging is en op zijn hoede voor enige emotie, ten minste voor enige uiting van emotie die er met geweld aan ontfutseld wordt. Die brave Duitsers hebben zo’n belachelijk gevoel voor waardigheid en hoe het hoort dat ze in feite ondanks zichzelf applaudisseren en er een ogenblik later een kleur van krijgen. Ze beweren dat ze helemaal gek van me zijn, maar ik verzeker je dat ik mijn uiterste best moet doen om ze niet in hun gezicht uit te lachen als ik ze dat hoor zeggen. Toch roepen ze me in de loop van een optreden meerdere keren terug en lees ik de volgende dag in de kranten over mijn successen. Anders zou ik daar geen idee van hebben.’

In haar ‘geliefde Spanje’ komt ze graag: ‘Het Spaanse klimaat doet ons allebei goed, vooral mij, omdat ik de meeste behoefte had aan de heerlijke zon om me uit mijn winterslaap te wekken.’ Maar ‘het societyleven in Madrid wemelt van de ergste roddeltantes die je je maar kunt voorstellen. Er is geen provinciestadje waar men zo tuk is op achterklap, zo vatbaar is voor dit boosaardige geklets, waar men zo volkomen onwetend is en tegelijk zo onwaarschijnlijk pedant.’

Grootste zangeres van de hele wereld

Interessant voor musicologen en melomanen is natuurlijk vooral Paulines relaas over haar concerten, de premières van succesvolle opera’s en de receptie daarvan. In de periode van de briefwisseling stond de operadiva onder meer op de planken met rollen in De barbier van Sevilla (in navolging van haar vader en haar zus) en Otello van Gioachino Rossini, en Les Huguenots en Le prophète van Giacomo Meyerbeer. (Later zouden nog meer op haar lijf geschreven rollen volgen, zoals de (mannelijke!) hoofdrol in Orphée et Eurydice van Hector Berlioz.)

Over Meyerbeer laat Pauline al in 1843 vanuit Berlijn aan George weten dat hij ‘grootste plannen’ met haar heeft. ‘Hij zegt tegen wie het maar horen wil, dat ik volgens hem de grootste zangeres van de hele wereld ben. Hij wil dat ik bij de Opéra ga zingen en hij zal er geen compositie van hem laten uitvoeren, zolang ik geen engagement krijg.’ 

Zo zal het ook gebeuren. In 1848 viert ze haar langverwachte debuut aan de tot dan toe verlieslatende Opéra. Ze staat op de planken met Les Huguenots, Don Juan en Norma, om ‘het geduld van de Parijzenaars niet al te lang op de proef te stellen’ en in afwachting van ‘een rol in de nieuwe opera van Meyerbeer’. In diens Huguenots heeft ze dan al vaker gezongen, ook in het buitenland: ‘Overmorgen zing ik voor het eerst Valentine in Les Huguenots in het Duits!!!!!! Je zou niet geloven hoeveel werk dat me kost voor iedere rol. (…) het is zwaar werk. Ze zeggen dat mijn uitspraak goed is. Dat wil ik wel geloven, goeie genade, ik doe er genoeg moeite voor.’

Victorie! VICTORIE

Pauline Viardot als Fidès in ‘Le prophète’ van Giacomo Meyerbeer.

In de lente van 1849 vindt dan eindelijk de (herhaaldelijk uitgestelde) première van Le prophète plaats. Meyerbeer heeft de rol van Fidès helemaal op maat van zijn aanbeden mezzosopraan geschreven. ‘Victorie! VICTORIE, mijn lieve Ninounne!’, kraait Pauline nog de avond van de première in haar brief aan George. ‘Je goede wensen hebben me geluk gebracht en het succes van de hele voorstelling is zo prachtig geweest als jij, Meyerbeer en de directie maar hadden kunnen dromen (…) Ik ben zo gelukkig, zo blij en ook Louis en Mamita [Paulines moeder, vja], die speciaal uit Brussel is gekomen om me te horen! En jij zult ook tevreden zijn met het succes van je dochtertje, ja, toch?’

George Sand beaamt: ‘Jaja, mijn lieve dochter, ik was ervan overtuigd, ik had het je voorspeld. Je stem, je talenten en je geestkracht zijn nu op hun hoogtepunt en je hebt eindelijk de overwinning in deze heftige strijd behaald. Je hebt een daverend, duizelingwekkend succes geoogst. (…) Ach, wat ben ik gelukkig dat alles eraan meewerkt om je nu eindelijk op de meest vooraanstaande rang van het meest vooraanstaande theater van de wereld te plaatsen, met het werk van de meest vooraanstaande levende maestro.’ Met die laatste bedoelt ze Meyerbeer, ‘want ze zeggen dat Rossini zijn verstand is kwijtgeraakt, wat evenveel betekent als er niet meer zijn. Wat een droevig einde voor zo’n geweldig genie.’

Spinazie

Na de (nog maar) dertiende voorstelling van Le prophète begint Pauline wat te mopperen: ‘ik moet bekennen dat ik ernaar snak om iets anders te zingen, elke dag spinazie, dat is iets te veel van hetzelfde.’ Liever zou ze nog eens Les Huguenots zingen. Maar ‘het is niet zeker dat vader Meyerbeer erin zal toestemmen. Hij vreest elk soort succes dat Le prophète zou kunnen dwarsbomen, ook al is het een van zijn eigen stukken. Hij is berekenend van aard en gebruikt dat goed!’

Uiteindelijk zal Le prophète in zowat alle grote theaters van Europa meer dan 200 voorstellingen kennen. In Londen, waar Meyerbeer in zijn afwezigheid Pauline Viardot zelfs de leiding toevertrouwt, heeft de productie volgens haar ‘alle Engelse schilders geroerd’. ‘Ze maken allemaal schetsen. Ze zouden me willen laten poseren voor tekeningen, lithografieën, beelden, gravures. Ik pas wel op. Op die manier zou ik geen tijd van leven meer overhebben!’ Om maar te zeggen hoe ongemeen populair ze in haar tijd was. 

Revolutie

Terwijl ze in Londen verblijft, beseft ze dat in Parijs intussen ‘ieder denkend en intelligent wezen op dit moment andere zaken aan zijn hoofd heeft dan opwinding te komen zoeken in het theater’. Daar is immers de revolutie uitgebroken. Dat vernemen we vooral uit de brieven van Sand. ‘Ze wilden me ophangen’, laat die zelfs weten. ‘Vrienden die dachten dat ik me schuldig had gemaakt aan iets onvoorzichtigs, wilden absoluut dat ik naar Italië zou vertrekken, maar ik zou de voorkeur geven aan een gevangenis in Frankrijk boven de vrijheid ergens anders. Ik heb ze gerustgesteld en ze hebben me met rust gelaten, maar moreel gezien kan ik die rust niet voelen. Ik zie hoe de republiek aan de vooravond staat van ernstige gebeurtenissen waarvan niemand kan zien hoe ze zullen aflopen. Er wordt te snel gereageerd. Iedere reactionaire partij is aan het samenzweren. Alleen het volk is niet aan het samenzweren, maar wordt gekwetst, vernederd, beschimpt. 

De eerste publicatie van de briefwisseling.

Woelige tijden dus, beginnend met de Februarirevolutie, die een einde maakte aan de Julimonarchie en de Tweede Franse republiek vestigde. Maar hoe dat allemaal in elkaar zat, en welke rol de politiek actieve George Sand daarin precies speelde, dat maken de brieven niet helemaal duidelijk. Vertaalster Rosalien van Witsen meldt in haar inleiding dat de musicologe Thérèse Marix-Spire (1898-1987), die in 1958 als eerste de brieven verzamelde en uitgaf onder de titel Lettres inédites de George Sand et de Pauline Viardot, daarbij uitgebreide annotaties aanbracht om personen en gebeurtenissen toe te lichten. Jammer dat die in de vertaling van Privédomein niet zijn overgenomen. 

Onduidelijk is ook waarom Thérèse Marix-Spire de briefwisseling beperkte tot de periode 1839-1849. De twee brievenschrijfsters kenden elkaar voordien al en zouden nog tot Sands overlijden in 1876 met elkaar in contact blijven. Waren er geen eerdere brieven? En waren de latere minder interessant? Die zouden wel opgenomen zijn in de volledige correspondentie van Sand – 26 delen! – die verscheen in 1964 onder redactie van George Lubin.

Ivan Toergenjev

Natuurlijk schetsen brieven nooit het hele plaatje. Mensen práten ondertussen ook met elkaar. En ze leven in een gedeeld tijdskader, waarover ze elkaar niet uitvoerig hoeven te berichten. Andere ‘lacunes’ verwonderen me meer. Pauline Viardot schrijft bijvoorbeeld in 1845 vanuit Rusland wel hoezeer ze daar bedolven wordt onder het applaus en de cadeaus. Maar vreemd genoeg rept ze met geen woord over haar kennismaking met de Russische schrijver Ivan Toergenjev. Die moet nochtans meteen een zeer grote indruk op haar gemaakt hebben: tot het eind van zijn leven zal Pauline met hem een buitenechtelijke relatie onderhouden die niet bepaald geheim was. Waar de Viardots ook gingen wonen, Toergenjev was steeds hun naaste buur en woonde vele jaren zelfs in hetzelfde gebouw. Ook in Paulines latere brieven valt de naam Toergenjev nooit. Toeval? Of waren Pauline en George toch geen volledig open boeken voor elkaar? 

Daarom gebruikte ik in het begin van mijn bespreking van deze briefcorrespondentie bewust het woord ‘aanvulling’: wie nog niets weet over beide vrouwen, blijft mogelijk achter met veel vragen. Positief gesteld: de brieven maken nieuwsgierig naar meer. 

Huiseigenaar

Rue de Douai 50 in Parijs, eigendom van Pauline Viardot.

In ieder geval komen de twee iconische vrouwen in hun brieven helemaal tot leven. Soms in louter amusante scènes (de geboorte van een nest hondjes!), dan weer in aandoenlijke beschrijvingen (de eerste tandjes van Paulines dochtertje) of zelfs pijnlijke ontboezemingen (de afwijzing van Georges dochter). Hoe dan ook blijven dergelijke egodocumenten belangrijke bronnen voor musicologen en historici. Zeker als het om vrouwen gaat, denk ik dan. Ik bleef bijvoorbeeld wat langer hangen bij een mededeling die Pauline en passant lijkt te doen: ‘Op aandrang van anderen ben ik huiseigenaar geworden.’ Daarmee doelde ze op de chique woonst in de rue de Douai in Parijs, waar haar orgel van Cavaillé-Coll, haar vleugel van Pleyel, Louis’ kunstcollectie én het schrijn waarin Pauline het manuscript bewaarde van Mozarts Don Giovanni, een plaats kregen. 

Voor die tijd toch opmerkelijk dat zíj́ zich huiseigenaar noemde, en niet haar man?
____________________________

  • George Sand & Pauline Viardot – De schrijfster en de nachtegaal – Briefwisseling 1839-1849 – vertaald door Rosalien van Witsen, Privédomein, 2025, 211 p. 
  • Op 3 april 2025 vertelde ik over deze briefwisseling ook in Music Matters op Klara (vanaf 1.11u.).
  • Eindelijk een vrouwelijk genie (notitie 7 maart 2021).
  • Orlando Figes: Europeanen, 2019.




Beklemmend maar relevant muziektheater kleurt Komponistinnnenfestival in Essen 

Notities Posted on 23 maart 2025 22:38

Met een mix van historisch werk, hedendaagse composities en verhelderende lezingen heeft het Komponistinnenfestival her:voice in het Duitse Essen er voor de tweede keer een uitermate boeiende en sterke editie op zitten. Zowel in het oude en vaak vergeten werk als in het hedendaagse vielen er weer veel ontdekkingen te doen waarvan we alleen maar kunnen hopen dat ze een vaste plaats veroveren op het concertrepertoire, ook buiten Duitsland.

Een van de vragen die voorlagen tijdens de lezingen en debatten – het nevenprogramma dat het Komponistinnenfestival mede zo interessant maakt – was die naar Neue Stoffe: naar welke thema’s verlangt het hedendaagse muziektheater, ook en vooral om relevant te blijven in deze tijden? Aan actuele én relevante thema’s was er tijdens deze tweede editie van het Essense festival alvast geen gebrek. Zowel Missy Mazzoli als Kaija Saariaho beroerde de gemoederen met voor opera niet zo voor de hand liggende onderwerpen.

American Dream

Claire, tot waanzin gedreven door een aanhouden gebrom in haar oren, in ‘The Listeners’. © Alvise Predieri/Aalto-Theater

Missy Mazzoli (1980) mag in onze contreien dan wel geen klinkende naam zijn, ze is een van de meest gevraagde hedendaagse componistes/n. Twee keer al kreeg ze, als een van de eerste vrouwen, een compositieopdracht van de Metropolitan Opera en in 2022 was ze Musical America’s Composer of the Year. Ze schreef onder meer de opera Breaking the Waves (2016) naar de gelijknamige film van Lars von Trier. Vorig jaar maakte de New Yorkse op het Komponistinnenfestival in Essen al indruk met River Rouge Transfiguration, een kort maar krachtig werk waarvoor ze zich liet inspireren door de (teloorgegane) industrie in Detroit. Reikhalzend keken we dan ook uit naar een groter werk van haar: The Listeners (2021, trailer), een opera in twee aktes waarvoor ze zelf naar het festival afzakte.

The Listeners is het tweede deel van een trilogie waarin Mazzoli reflecteert over de donkere kanten van the American Dream. Samen met haar vertrouwde librettist Royce Vavrek (bij ons bekend van zijn opera-adaptatie van Fanny and Alexander, de recente De Munt-productie in een regie van Ivo Van Hove) illustreert ze op pakkende wijze hoe charismatische leiders misbruik maken van kwetsbare mensen in hun wanhopige zoektocht naar begrip en verbondenheid. Claire lijdt aan slapeloze nachten door een diep, permanent gebrom dat haar tot waanzin drijft. Samen met Kyle, een leerling van haar die eveneens die onwaarneembare toon ervaart, zoekt ze heil bij een gemeenschap rond de charlatan en manipulator Howard Bard. Eindelijk menen ze gehoor (!) te vinden voor hun klachten, tot duidelijk wordt dat ze eigenlijk in een sekte beland zijn.

Het interesseert Mazzoli ook wat er gebeurt wanneer het vrouwelijk potentieel onderdrukt wordt. Waar blijft hun kracht wanneer vrouwen hun dromen en wat ze als hun roeping beschouwen, (moeten) onderdrukken? Het keurslijf van man en kind en zelfs haar job als lerares is Claire te eng. Je vraagt je ook af hoe het zit met al die andere listeners in de clan: is het gekmakende gebrom dat zij horen, oorzaak of gevolg van een diep onbehagen?   

Onderdrukt potentieel

Missy Mazzoli op het Komponistinnenfestival. © Veerle Janssens

En ja, The Listeners is ook een reflectie op het Trump-tijdperk, bevestigde Mazzoli op onze vraag. Opera en (muziek)theater zijn volgens haar alleszins de meest geëigende genres om te reageren op de tijdsgeest, zelfs al lopen ze door de lange productietijd soms wel enkele jaren achter – aan The Listeners begon ze al tijdens Trumps eerste ambtsperiode. Overigens stelt ze met genoegen vast dat jonge mensen precies door dergelijke actuele thema’s nog aangetrokken kunnen worden tot het genre. Wat tegelijk hoopgevend is voor de toekomst van het muziektheater. In New York richtte de composer-performer, zoals ze zichzelf noemt, ook het Luna Composition Lab op waarmee ze jonge meisjes en non-binairen een mentorschap biedt bij hun eerste compositiestappen voor opera.

(On)schuldig

Voor een ander werk met een actueel thema spoorden we naar het 30 km verder gelegen Gelsenkirchen, waar in het Musiktheater im Revier eerder dit seizoen de opera Innocence (2021, trailer) van Kaija Saariaho (1952-2023) in première ging. In het kader van het Komponistinnenfestival kende de productie er (net zoals The Listeners) zijn dernière. Het was niet zonder emotie én terechte trots dat de erg internationale cast in een nagesprek terugblikte op de intense ervaring voor henzelf en voor het publiek.

Terwijl boven een bruiloft plaatsvindt, herdenken onderaan jongeren de slachtoffers van een schoolshooting. © Musiktheater im Revier

Behalve met de geenszins eenvoudige muziek van de Finse componiste had die beklijvende ervaring ook veel te maken met de meertaligheid van het stuk. Saariaho en haar eveneens Finse librettisten Sofi Oksanen en Aleksi Barrière (tevens haar zoon) gaven de diverse personages in het stuk elk hun eigen taal. Zo wordt er gezongen én gesproken in het Fins, Engels, Duits, Zweeds, Spaans, Grieks, Roemeens, Tsjechisch en Frans. Die meertaligheid staat meteen ook voor de geheel eigen manier waarop de personages met de gebeurtenissen omgaan. En toch voelt die taaldiversiteit heel natuurlijk aan. Het hedendaagse leven zoals het is…

Het verhaal speelt zich simultaan af op twee locaties. Enerzijds is er de bruiloft van een Finse jongeman met een Roemeense. De broer van de bruidegom heeft tien jaar geleden elf dodelijke slachtoffers gemaakt bij een schietpartij op een internationale school, maar de bruid wordt daarover in het ongewisse gelaten. Zij meent terechtgekomen te zijn in een warm gezin en een geweldloze rechtsstaat. Op hetzelfde moment als de bruiloft-zonder-gasten herdenken jongeren en hun lerares de tien vermoorde klasgenoten en een leraar. Het is duidelijk dat voor elk van de nabestaanden, ook in het gezin van de dader, de traumatische gebeurtenis nog steeds doorwerkt. Hoe gaan zij om met verlies, herinneringen, maar ook met (on)schuld? Want is iedereen wel innocent?

Verbijstering

Twee moeders, van dader en van slachtoffer: het verleden haalt het heden in. © Musiktheater im Revier

Door een noodlottige samenloop van omstandigheden is de moeder van een van de slachtoffers dienster op de bruiloft. Bijzonder knap hoe de twee verhaallijnen daardoor op elkaar inwerken en de spanning gaandeweg wordt opgebouwd. Of hoe het verleden op een schokkende wijze het heden inhaalt. Niemand blijft er onbewogen bij, ook het publiek zit er met toenemende verbijstering naar te kijken. En toch gaat het leven voort: ‘Laat het los’… Een ware Griekse tragedie, Grieks koor inbegrepen.

Ook in de Semperoper in Dresden staat deze opera momenteel (nog tot 11 april) op de affiche, weliswaar in een andere regie. Vermeldenswaard is in dit verband dat Venla Ilona Blom, die in Dresden de zangtechnisch unieke rol van slachtoffer Markéta zingt, daar ’s ochtends vroeg op de trein sprong om in Essen de zangeres met dezelfde rol te vervangen die de nacht voor de dernière ziek geworden was. En dan snel terug naar Dresden voor de volgende voorstelling in een totaal andere enscenering… Eigenlijk zijn we geneigd om ook weer de trein op te springen. Om die versie te zien, maar ook om ons deze keer extra te kunnen concentreren op de muziek. Want dat is toch een heikel punt bij hedendaagse producties: er valt zoveel te beleven dat het onmogelijk is om zowel het verhaal als de muziek in één keer te vatten.

Alleszins blijken de volle zalen in Essen en Gelsenkirchen te bewijzen dat het publiek ervoor openstaat, in weerwil van de vaststelling van Anna-Sophie Mahler, dramaturge van The Listeners in Essen. Tijdens het debat over Neue Stoffe zei ze dat muziekhuizen in haar ervaring nog een grote terughoudendheid tentoonspreiden voor hedendaagse thematieken omdat ze vrezen dat het publiek er niet voor openstaat. Toch wel dus.

Charlotte ‘Charles’ Sohy

Van Kaija Saariaho kregen we tijdens een Sinfoniekonzert ook nog haar sfeervolle Ciel d’hiver te horen, waarmee we helemaal in noordse sferen verzeilden. Ook Color Field van de Engelse Anna Clyne (1980), geïnspireerd door een schilderij van Mark Rothko, deed ons wegdromen.

Dat alles wil niet zeggen dat het Komponistinnenfestival uitsluitend focust op hedendaags werk. Integendeel. Nadat de Franse componiste Louise Bertin (1805-1877) met haar volslagen vergeten opera Fausto vorig jaar de meest spraakmakende ontdekking op het programma was (lees hier, tijdens deze editie ook hernomen), konden we dit jaar kennismaken met Charlotte Sohy (1887-1955). Of Charles Sohy, want om meer kans te maken op erkenning zette deze Parisienne meestal een mannelijke naam op haar partituren. Van haar kregen we La grande guerre te horen – toch ook weer een actueel thema?…

Sohy begon aan dit werk in 1914, net in de periode dat haar man Marcel Labey, eveneens componist, dirigent én pleitbezorger van haar werk, opgeroepen werd voor het front. Tijdens haar leven werd La grande guerre nooit opgevoerd of uitgegeven. Pas een eeuw later (!) kwam het werk weer boven water. Hopelijk verdwijnt het na deze uitvoering niet weer in de vergetelheid.

Alma Mahler, ‘uithangbord’ van de tweede editie van het Komponistinnenfestival her:voice.

Alma Mahler

Voorts schonk het Komponistinnenfestival dit jaar veel aandacht aan Alma Mahler (1879-1964), de vrouw die nauwelijks bekend en gedefineerd werd door haar eigen werk, maar vooral in relatie tot beroemde mannen: Gustav Mahler, Walter Gropius, Franz Werfel, Alexander von Zemlinsky, Oskar Kokoschka. Haar verhouding tot die laatste wordt nog tot 22 juni geïllustreerd aan de hand van de tentoonstelling Frau im Blau in het Folkwang Museum, dat voor het eerst in 30 jaar alle schilderijen, waaiers én een fresco samenbrengt die Kokoschka maakte in de periode dat hij (ziekelijk) geobsedeerd was door Alma.

Het eigen werk van de flamboyante Weense is met 17 bewaard gebleven liederen vrij bescheiden. Ze kregen niettemin ruime aandacht tijdens verschillende concerten. Een Wiener Salon bood ook de kans kennis te maken met Alma’s tijdgenotes, zoals Mathilde Kralik von Meyrswalden (1857-1944) en Evelyn Faltis (1887-1937).

Hemelse klanken

Nog meer te (her)ontdekken werk bood het concert van het Belgische B’Rock o.l.v. Andreas Küppers. Onder de titel Seraphim kregen we een keure aan religieus en contemplatief getinte liederen te horen: van de haast onontkoombare 12de-eeuwse abdis Hildegard von Bingen, maar ook van meer of minder onbekende componistes zoals Vittoria Aelotti (1575-1620), Caterina Assandra (ca. 1580-1618), Francesca Caccini (1587-1640), Chiara Margerita Cozzolani (1602-1678), Isabella Leonarda (1620-1704), Maria Xaveria Perucona (?-1709), of de ‘jongere’ Louise Farrenc (1804-1875), Lili Boulanger (1893-1918) en Ruth Crawford Seeger (1901-1953). Ein Engel van de ons onlangs ontvallen Sofia Goebaidoelina (1931-2025) paste wonderwel in dit geheel van hemelse klanken. We mogen hopen dat B’Rock dit programma met de mezzosopraan Lucile Richardo, dat enkele dagen eerder ook in De Bijloke te beluisteren viel, nog mag hernemen.

Nóg meer ontdekkingen biedt het Komponistinnenfestival vast en zeker tijdens zijn derde editie van 12 tot 15 maart 2026. Het staat alvast aangekruist in onze agenda.



Komponistinnenfestival in Essen focust opnieuw op vergeten maar groots werk van vrouwen

Notities Posted on 8 maart 2025 09:00

In het Duitse Essen vindt vanaf 20 maart de tweede editie van het Komponistinnenfestival her:voice plaats. Opnieuw staat er (orkest)werk van compleet vergeten vrouwelijke componistes op het programma, zoals Charlotte Sohy. In een goeie mix wordt ook hedendaags werk gepresenteerd, deze keer van Missy Mazzoli en Kaija Saariaho. Veel aandacht gaat er voorts naar Alma Mahler-Werfel. In het Folkwang Museum loopt een tentoonstelling met werk van Oskar Kokoschka uit de tijd dat hij uitermate in de ban was van de weduwe van Gustav Mahler.

Her:voice programmeert een mix van ouder en hedendaags werk.

Vrouwelijke componistes staan steeds meer in de belangstelling. Hun werk wordt – eindelijk en gelukkig maar – herontdekt en opnieuw of voor het eerst gepubliceerd en uitgevoerd. Vaak gaat het dan om liederen, werken voor piano solo en voor kleine bezettingen. Op het programma van orkesten komen vrouwelijke componistes nauwelijks voor, zo toonde onderzoek van de Engelse organisatie Donne overtuigend aan.

Al te gemakkelijk gaat men ervan uit dat vrouwen vroeger geen symfonieën, concerti of opera’s gecomponeerd hebben. Dat zou dan onder meer te maken hebben gehad met hun beperktere opleiding en een gebrek aan middelen én netwerk om composities voor grotere bezetting in het openbaar te brengen. Toch blijkt het steeds meer een misvatting dat vrouwen geen groot(s) werk geschreven hebben. Als men ervoor open staat, en er desnoods ook doelbewust naar op zoek gaat, dan blijken er nog veel kleppers te ontdekken.

Het festival her:voice in het Aalto-Theater in Essen heeft zich daarom tot taak gesteld vier jaar lang vier grote, tot nu toe (bijna) onbekende orkestwerken van vrouwelijke componistes op het podium te brengen. Vorig jaar waren dat de opera Fausto van de Franse componiste Louise Bertin (1805-1877) en de derde symfonie van Florence Price (1887-1953). Hedendaags orkestraal werk kregen we van de New Yorkse Missy Mazzoli (1980), die zich voor River Rouge Transfiguration liet inspireren door de industrie in Detroit. Het was een schitterend programma, zo konden we zelf vaststellen, en het smeekte om meer.

La grande guerre

Het bejubelde Fausto van de tot vorig jaar voor vrijwel iedereen volslagen onbekende Louise Bertin werd dit seizoen alvast hernomen en is ook de afsluiter van de tweede editie van het Komponistinnenfestival, van 20 tot 23 maart. De nieuwe naam op het programma van her:voice is deze keer Charlotte Sohy (1887-1955), een vrouw met een groot gezin van zeven kinderen die er, net zoals Clara Schumann met haar acht kinderen, toch in slaagde artistieke avonturen te beleven. Ondanks haar uitgebreide opleiding – o.m. bij Vincent d’Indy aan de Schola Cantorum in Parijs – en de steun van haar man moest ze haar werken publiceren onder de mannelijke naam Charles.

Tijdens een ‘gespreksconcert’ illustreert pianiste Juriko Akimoto leven en werk van Charlotte Sohy met composities voor kamermuziek op de vleugel. Tijdens een ander concert in de Philharmoniker kunnen we kennis maken met Sohy’s laat-romantische symfonie La grande guerre, een tot 2014 vergeten orkestwerk dat tijdens haar leven nooit werd opgevoerd. Ze begon aan die symfonie tijdens de Eerste Wereldoorlog en uitte er haar verlangen naar vrede en broederschap mee. Kan het actueler?

Twee hedendaagse stukken vervolledigen het programma van dat concert: Color Field van de Engelse Anna Clyne (1980), geïnspireerd door een schilderij van Mark Rothko, en Winterhimmel van de meermaals bekroonde Finse componiste Kaija Saariaho (1952-2023).

Voor een ander werk van Saariaho wordt uitgeweken naar het 30 km verder gelegen Gelsenkirchen. In het Musiktheater aldaar staat de opera Innocence op het programma. ‘Een actueel en toch tijdloos onderwerp, aangrijpend en spannend verpakt in een snelle mix van hedendaags muziektheater, toneel en oude tragedie’, luidt het. Deze ‘gevierde opera-thriller’ gaat over ‘trauma, verdriet, woede en hulpeloosheid van mensen’.

Gekmakend gebrom

Lera Auerbach, vorig jaar de hedendaagse componiste op het programma. Dit jaar is dat Missy Mazzoli. (© vja)

Nog meer suspens belooft de opnieuw uitgenodigde Amerikaanse Missy Mazzoli in het Aalto-Theater in Essen met The Liste­ners, een opera in twee delen. Claire lijdt aan slapeloze nachten door een diep, permanent gebrom dat haar gek maakt. Met haar leerling Kyle, die die laagfrequente toon ook waarneemt, bezoekt ze het huis van Howard Bard, een charismatische filosoof die naar verluidt ook andere mensen heeft geholpen die er last van hebben. Ze wordt hartelijk ontvangen door Howard en de groep ‘Listeners’. En Claire leert het onverklaarbare gezoem en zijn steeds groter wordende krachten te accepteren. Maar zodra de bijeenkomsten van de luisteraars een cultstatus krijgen, loopt de situatie uit de hand. 

Missy Mazzoli is een van de bekendste en meest gevraagde artiestes/n van haar generatie. De opera zorgde voor veel opschudding bij de première in Noorwegen in 2022 en beleeft nu zijn Duitse première. Zelf omschrijft de componiste, die tijdens het festival in gesprek gaat met het publiek, The Listeners als een opera over ‘ons wanhopige verlangen naar verbondenheid, onze zoektocht naar gemeenschap en zingeving en de kracht van charismatische leiders die misbruik maken van dat verlangen’. Ook andere composities van de Amerikaanse, zoals een strijkkwartet en een aria uit haar eerste opera Breaking the Waves zijn dan te horen.

Belgische toets

Het Duitse festival kleurt ook een beetje Belgisch met een concert van B’Rock Orchestra en het Vocal Consort o.l.v. Andreas Küppers. Onder de titel Seraphim brengen zij met mezzosopraan Lucile Richardot ‘hemelse’ muziek van onder meer Francesca Caccini, Hildegard von Bingen, Isabella Leonarda en een hele reeks nog minder bekende componistes.

Kokoschka en Alma Mahler

Oskar Kokoschka: ‘Frau im Blau’, naar Alma Mahler.

In het iets verder gelegen Folkwang Museum gaat samen met het festival de tentoonstelling Frau im Blau van start, met werk van Oskar Kokoschka. De jonge schilder geraakte begin 20ste eeuw compleet in de ban van Alma Mahler-Schindler. De obsessieve liefde die hij in korte tijd voor de weduwe van Gustav Mahler ontwikkelde, komt tot uiting in schilderijen, tekeningen, waaiers en een muurschildering. Het hoogtepunt van die creatieve obsessie bereikte hij toen hij de poppenmaakster Hermine Moos een levensgrote pop liet maken naar het voorbeeld van zijn onbereikbare liefde, die inmiddels getrouwd was met Walter Gropius. Vrouw in blauw (1919) was het eerste schilderij met als thema die pop. Het kondigde een keerpunt aan in zijn schilderstijl. De tentoonstelling in het ook voor het overige bezoekwaardige museum Folkwang is de eerste in 30 jaar die alle werken van Kokoschka samenbrengt die geïnspireerd zijn door Alma Mahler. Ze loopt tot 22 juni.

De liederen van Alma Mahler – andere composities van haar zijn niet bewaard gebleven – zijn te horen in een ‘Wiener salon’ tijdens het festival, samen met liederen en kamermuziek van tijdgenotes en kennissen Berta Zuckerkandl, Evelyn Faltis en Kralik von Meyrswalden (een studiegenote van Gustav Mahler). Daarnaast zijn in een symfonieconcert vijf liederen van Alma Mahler in een orkestversie van Jorma Panula te horen.

Met het interdisciplinair project Doppelbindnisse, waaraan behalve het Aalto-Musiktheater, de Essener Philharmoniker en Folkwang onder meer ook de Alte Synagoge bijdragen, wil men nieuw licht werpen op zowel de biografie van Alma Mahler als op haar werk, dat in de schaduw bleef van haar beroemde echtgenoten.

Het Komponistinnenfestival wordt dan ook opnieuw omkaderd met veelbelovende lezingen. Die van vorig jaar werden inmiddels gebundeld in deze uitgave.

__________________

• Volledig programma van het Komponistinnenfestival: www.theater-essen.de/musiktheater/hervoice-ii/
• Deze notitie is ook verschenen bij Klassiek Centraal.



Volgende »