Blog Image

blog

Clémentine, het meisje van de piano

Notities Posted on 30 december 2021 21:07

Als piano’s zouden kunnen vertellen, hoeveel boeiende verhalen zou dat niet opleveren? Veerle Deknopper schreef zo’n verhaal. Ze laat een meer dan honderd jaar oude Pleyel herinneringen ophalen aan een pienter meisje dat het in het begin van de twintigste eeuw vanuit een sterke overtuiging ver wist te schoppen. De piano biedt een originele insteek voor een historische roman. Al kon het nog beter.

De aanzet tot Clémentine, het meisje achter de piano was de toevallige vondst van een historisch waardevolle piano. Toen amateurpianiste Veerle Deknopper in een kringloopwinkel in Mechelen even het deksel van een oud instrument oplichtte om de toetsen te voelen en de naam Pleyel zag staan, besefte ze onmiddellijk dat ze oog in oog stond met een bijzonder exemplaar. Via het serienummer achterhaalde ze dat de befaamde Parijse pianobouwer Pleyel het instrument gebouwd had in 1893. Eenzelfde model belandde destijds bij Claude Debussy.

Veerle haalde de Pleyel in huis voor 60 euro, terwijl op dat moment een gelijkaardig instrument – gerestaureerd weliswaar – in Frankrijk te koop bleek te staan voor 18.000 euro. Het was zo’n verhaal te mooi om waar te zijn en het werd dan ook gretig opgepikt door de pers. Ik zal wel niet de enige geweest zijn die in die dagen een ommetje maakte langs een kringloopwinkel… 

Vragen van journalisten over de potentiële financiële waarde van het instrument hadden haar echter danig geënerveerd, vertelde Veerle op de boekvoorstelling in haar café De Floeren Aap, in de schaduw van de Sint-Romboutskathedraal in Mechelen. ‘Besef je wel wat die piano allemaal heeft meegemaakt? Twee pandemieën! Misschien wel moffen die erop gespeeld hebben’, foeterde ze. Als die piano kon vertellen…

Gabriël, een echte, zachte man

En zo zette de Pleyel haar aan het dromen, legt ze ook uit in de epiloog (die ze vooraan in haar boek plaatste). Ze dacht terug aan haar eigen kindertijd, en hoe gehecht ze toen was aan de buffetpiano waarop ze leerde spelen. Voor haar is piano – anders dan wat Van Dale en ook ikzelf vinden – geen vrouwelijk woord. Haar piano was ‘een echte man, een zachte man’, die alles van haar wist en haar nooit zou verraden of verlaten. Wat als ze die oude Pleyel van de kringloopwinkel nu ook eens een beste vriendinnetje zou schenken, dacht ze. En zo liet ze Gabriël-de-piano het verhaal van Clémentine vertellen, een meisje dat opgroeide in een Brusselse bourgeoisfamilie in het begin van de 20ste eeuw. 

Veerle bekende dat ze in haar historische roman nogal wat herinneringen aan haar eigen kindertijd maar ook het recentere verleden verwerkt heeft. Zo had ze bijvoorbeeld, net zoals Clémentine, een pianoleraar die het voor haar ‘verkloot’ heeft. Maar ze wilde er ‘geen melig verhaal van een ongelukkige jeugd van maken’. En dat is het ook niet geworden. Veerle en met haar Gabriël-de-piano vertellen met lichtheid, vertedering en vooral veel bewondering over een meisje dat haar nek durfde uit te steken.

Het pientere bourgeoiskind Clémentine heeft lef en bewandelt paden die toen voor vrouwen nauwelijks toegankelijk waren. Ze durft een grote mond op te zetten tegen een muziekrecensent, en hem op zijn eigen terrein te verslaan door zelf recensies te gaan schrijven. Die verschijnen onder een (mannelijk) pseudoniem in diverse kranten.

Tijdens de Groote Oorlog kan Clémentine uitwijken naar het neutrale Nederland om aan de slag te gaan op een echte redactie – als vrouw dus. Maar met haar hart verlangt ze al gauw terug naar Brussel, naar haar Gabriël, maar ook naar een Duitse (homoseksuele) soldaat die in haar ouderlijke huis ingekwartierd is. Uiteindelijk trekt ze naar het front in Ieper om er gewonde soldaten te gaan verzorgen.

Gemiste kans

Veerle Deknopper heeft er een vaak hartverwarmend verhaal van gemaakt, zo een waarvoor je ’s winters onder een dekentje in de zetel kruipt, met een warme thee of een glas rode wijn erbij. Als vrouw aan de piano ben ik zelfs wat ‘jaloers’ op haar originele idee om via het instrument het verhaal van dat meisje aan de piano te vertellen. Al fronste ik soms wel de wenkbrauwen, want hoe kan Gabriël bepaalde zaken weten? Hij kan bezwaarlijk getuige geweest zijn van alle gebeurtenissen en het is ook niet zo dat Clémentine altijd bij hem ‘op schoot’ op verhaal probeerde te komen.

Anderzijds had het relaas nog veel dieper en verder kunnen gaan. Een gemiste kans vind ik het bijvoorbeeld dat de piano nauwelijks zijn eigen verhaal vertelt. Over zijn maker in Parijs. Of over befaamde pianisten zoals Debussy die hem mogelijk bespeeld hebben. Er duiken ook wel wat historische figuren op, zoals de Nederlandse componist Alphons Diepenbrock of de Mechelse sopraan Berthe Seroen, voor wie de auteur wellicht veel bewondering heeft. Jammer dat ze ons er dan niet uitgebreider kennis mee laat maken. Met haar gedegen kennis van de muziekwereld was Veerle Deknopper, zelf recensente van de website Cultuurpakt, vast in staat die extra dimensie toe te voegen. Maar zo’n verhaal schrijf je niet in enkele maanden tijd. 

Betweters en kommakommandanten

Clémentine – en met haar ook de auteur – rekent af met een bepaalde (soort) recensent. Bij de beleving van kunst is het volgens Clémentine véél belangrijk wat je voelt dan wat je weet. Recensent Ludovic (geïnspireerd op een collega uit Deknoppers verleden) vindt ze echter het type ‘betweter’. Moeilijk heeft Clémentine het ook met ‘leeghoofden’, de categorie waaronder ze haar pianoleraar klasseert. En dan is er nog de ‘kommakommandant’, ‘het type dat je zou aanspreken op een gelegenheid om je te wijzen op de interpunctie in je artikels’.

En nu wordt het voor mij heikel om dit boek nog verder te recenseren. Het plaatst me voor een dilemma: ga ik ook in op de tekortkomingen van de tekst, terwijl het hoofdpersonage herhaaldelijk aangeeft dat ze daar lak aan heeft? ‘Wat heeft de lezer van een krant [van recensies, vja] eraan om een hoop negatief gedoe te lezen? Gaan we zo cultuur in ons hart laten leven?’ (p. 131)

Maar als ik, als gewezen eindredactrice, nu zou zwijgen over het onaanvaardbaar hoge aantal taalmankementen in de tekst, dan neem ik mezelf niet ernstig. Veerle Deknopper, zich ervan bewust dat ze niet foutloos schrijft, maakte er op de boekvoorstelling geen geheim van dat ze haar tekst liet nalezen door een bevriende leraar. Voor haar uitgeverij (Aspekt) volstond dat blijkbaar. Gelukkig ligt de tijd achter ons dat Nederlandse uitgeverijen teksten van Vlaamse auteurs, vaak niet van de minste, lieten herschrijven. Maar hier was toch wel wat meer redactie wenselijk/noodzakelijk geweest. ‘U moet totaal schaamteloos neerschrijven wat u ervaren hebt’, zegt recensente Clémentine. En zo doet ook haar geestelijke moeder het. Ze beschikt over een erg vlotte pen, maar misschien is die wel té vlot? Een beeldrijke taal is daarom nog niet literair of op zijn minst correct. Haar besef vertelde haar… Of: Clémentine maakte er zich een gedacht van… Of: ik boezem niets kwaads in… Dat is geen dichterlijke vrijheid, dat is kromtaal. 

En dan zwijgen we nog over de echte taalfouten. Het consequente maar ronduit storende gebruik van ondanks als voegwoord bijvoorbeeld: Ondanks ze zulke wijsneuzen steeds zeer taalkundig correct en accuraat van repliek diende… Of wat te denken van het woordenboek Van Daele?Het is ook niet vas te promener maar va… Het is niet entre-acte maar entr’acte, niet Te Lourdes in de bergen maar op,niet Méphistotéles maar Méphistophélès of Mephistopheles, enzovoort. Al zal Veerle Deknopper dit wellicht afdoen als ‘haar willen betrappen op foutjes’ (p. 51), ik vind dat vooral haar uitgeverij een ernstige blaam verdient.

Wie echter niet zo taalgevoelig is of er geen aanstoot aan neemt, krijgt met Clémentine, het meisje aan de piano enkele uren leesplezier cadeau.

______________________

Veerle Deknopper – Clémentine, het meisje van de piano – 2021, Uitgeverij Aspekt, 205 p.

Krijg mijn notities in uw mailbox

Lees meer notities



Fanny voor haar verjaardag in de Klara Top 100?

Notities Posted on 14 november 2021 16:37

Vandaag is het de geboortedag van Fanny Mendelssohn (1805-1847). Zullen we haar, bij wijze van verjaardagscadeau, eens massaal in de Klara Top 100 stemmen?

Fanny Mendelssohn zag het levenslicht op 14 november 1805 als oudste van de vier kinderen van pianiste Lea Salomon en bankier Abraham Mendelssohn. Vier jaar na haar werd Felix geboren. Als kind bleek Fanny muzikaal even begaafd als haar jongere broertje, maar ze kreeg nooit zoveel kansen als hij. Over hun beider levens schreef ik uitgebreid in Vrouw aan de piano, dat hoef ik hier niet opnieuw te doen. Toch wil ik speciaal vandaag nog eens de spots op haar richten.

Binnenkort, op 27 en 28 november, is het immers weer Klara Top 100. Eerder schreef ik hier al over mijn twijfels bij een dergelijk initiatief, maar ook over waarom ik er toch maar aan meedoe én ook u oproep om dat te doen. Lees onder meer Natuurlijk wint Clara de Klara Top 100 niet (mijn opiniestuk in De Standaard, 2018) en mijn oproep Stem vrouw! (februari 2021). Ook nu kunnen we natuurlijk niet anders dan weer meestemmen. Bij de vorige editie zijn we er zo immers in geslaagd enkele vrouwelijke componistes ein-de-lijk te laten doordringen tot die rangschikking. Het zou zo jammer zijn en vooral niet terecht dat de top weer een mannenbastion wordt.

Bob Marley

De Klara Top 100 is géén objectieve rangschikking, zo dat al zou kunnen, van wat nu de beste of de mooiste muziek is. Het is en blijft een ‘spelletje’, ook volgens de initiatiefnemers. Trouwens eentje waarbij van diverse kanten gepusht wordt. Twee jaar geleden bv. speelde een muziekleraar het met zijn leerlingen klaar om een hedendaagse componist als Einaudi erin te krijgen. Klara stuurt eigenlijk ook zelf, door er expliciet op te wijzen dat er in de keuzelijst ‘veel vrouwelijke componisten (zoals Hildegard von Bingen, Sofia Gubaidulina, Ruth Gipps en Clara Schumann), klassiek van nu (bijvoorbeeld Max Richter, Ludovico Einaudi, Piet Swerts en Wim Mertens) en filmmuziek (onder anderen Rachel Portman, Eleni Karaindrou, Yann Tiersen en Ryuichi Sakamoto)’ staan. 

Op de website krijgen we ‘ter inspiratie’ voorts 50 ‘suggesties’ voorgeschoteld. Een bizar allegaartje is het, waarin ik deze keer zelfs… Bob Marley zag opduiken. Een arrangement van No Woman, No Cry. Je hebt er het raden naar hoe (‘klassiek’?) dat dan wel klinkt, want het fragment is niet te beluisteren. Nee vrouwen, niet huilen… omdat jullie in die ene suggestielijst maar met vieren waren. Want bij het refreshen van de pagina verscheen een nieuwe lijst. En daar bleken… vijf vrouwelijke componistes in te staan.

Keuzelijst

Soit. Feit is dat Klara er nu echt wel op let dat ook vrouwelijke componistes aan de bak kunnen komen. In de eerste jaren was dat wel even anders: toen stonden ze niet eens in de keuzelijst. Proberen na te gaan hoeveel werken van vrouwen er deze keer in die lijst van 1.000 staan, ga ik niet meer doen. Bij een steekproef bij de jongste editie in februari 2021 vond ik er een 50-tal.

Mede dankzij de oproep Stem vrouw! op deze blog en van Klara zkt. vrouw, een initiatief op Facebook van enkele jonge melomanen, is het verrassend toen goed gelukt om vier werken van vrouwen in de top te krijgen, en op nog vrij hoge posities ook:  

De keuze van 'Klara zkt. vrouw' in de Klara Top 100 van februari 2021.
De keuze van ‘Klara zkt. vrouw’ in de Klara Top 100 van februari 2021.

Die twee werken van Clara Schumann had ook ik naar voren geschoven als mijn nummers één en twee. Nadia Boulanger stond wat verderop in mijn lijstje. Caccini was voor mij een heerlijke ontdekking, met dank aan Klara zkt. vrouw. Mijn derde stem gaf ik aan het pianotrio van Fanny Mendelssohn.

Dat ga ik ook dit jaar weer doen. Als een verjaardagsgeschenk dus. En natuurlijk ook wel omdat ik dit trio opus 11 nog altijd heel goed vind. Misschien ook omdat het, na de pianocomposities van Clara Schumann, het allereerste kamermuziekwerk van een vrouw was waarmee ik destijds kennismaakte.

Naamsbekendheid

Betekent dat dat ik het ook het allerbeste of allermooiste vind dat een vrouw ooit gecomponeerd heeft? Wel, een dergelijk beoordeling blijf ik aartsmoeilijk vinden. En eigenlijk weiger ik ook op die manier over muziek na te denken – vandaar dus ook mijn weerzin tegen dit soort ‘spelletjes’.

Wanneer ik toch Fanny en Clara (en Nadia) naar voren schuif, doe ik dat ook omdat ik denk dat ze met hun relatieve (naams)bekendheid de meeste kans maken.

Niet overtuigd, of nood aan meer inspiratie bij het stemmen? Dan geef ik graag nog eens mijn uitgebreidere keuzelijstje van vorige editie:

  • Clara Schumann: Concerto in a voor piano en orkest: 3. Allegro non troppo
  • Clara Schumann: Pianotrio in g op.17: 3. Andante
  • Fanny Mendelssohn: Pianotrio in d op. 11: 2. Andante espressivo
  • Henriette Bosmans: Impressions: 2. Nuit calme
  • Nadia Boulanger: Trois pièces pour violoncelle et piano
  • Emilie Mayer: Pianotrio in D op. 13: 3. Scherzo
  • Lera Auerbach: 24 Preludes voor viool en piano op. 46: Andante
  • Eleni Karaindrou: Eternity and a Day
  • Louise Farrenc: Sextet in c voor piano, fluit, hobo, klarinet, hoorn en fagot op. 40: 2. Andante sostenuto
  • Rebecca Clarke: Passacaglia on an old English Tune
  • Mel Bonis: Sonate in cis voor fluit en piano op. 64: 1. Andantino con moto
  • Lili Boulanger: D’un matin de printemps
  • Hildegard von Bingen: Caritas abundat (voor 3 harpen)
  • Leonora Duarte: Sinfonia de Duodesimi toni
  • Germaine Tailleferre: Concertino voor harp en orkest: 3. Rondo

Ik bleef ook dit jaar wel vergeefs zoeken naar bepaalde werken. Bijvoorbeeld een of meer maanden uit Das Jahr van Fanny Mendelssohn. Of dat heerlijk opzwepende scherzo uit de derde symfonie van Louise Farrenc. Of dat melancholische Desdémona van Mel Bonis. Tips voor volgende keer, Greet en Mark van Klara? Dank alvast dat Pauline Viardot er (voor het eerst?) nu wel in staat, met haar Sérénade.

Twee concerten

En nu ga ik de jarige Fanny vandaag ook nog eens extra aan mijn eigen piano eren. Met veel plezier speel ik dan September uit Das Jahr. Dat haalt dus zeker niet de Klara Top 100. Maar het staat volgende week wél op het programma van de twee concerten van Vrouw aan de piano. Samen met die Sérénade van Pauline Viardot en voorts werk van Clara Schumann, Lili Boulanger, Mel Bonis en Ester Mägi. Als niet te missen extra spelen Axelle Kennes, Heli Jakobson en Laura Y dan ook eigen composities. Afspraak daarvoor op zondag 21 november in MA’GO of op vrijdag 26 november in Opus 4 in Antwerpen. En op 27 en 28 november bij de Klara Top 100.

______________

• Stemmen voor de Klara Top 100 (vóór woensdag 24 november 12 uur!) doet u hier.
• Lees ook mijn slotbeschouwing bij de editie van februari 2021: Na de Klara Top 100 een Clara Top 50?
• Reserveren voor het concert van Vrouw aan de piano kan nog via deze link. Voor Opus 4 is er een wachtlijst, in MA’GO kunt u er nog bij.

Lees meer notities

Krijg updates in uw mailbox



« VorigeVolgende »