We kregen in het weekend van 20 en 21 februari een memorabele Klara Top 100. De luisteraar/ster/s hebben flink aan de muzikale boom geschud. Gedoodverfde klassiekers veerden op en neer, tal van ‘nieuwkomers’ buitelden de top binnen en bonjourden zelfs vaste waarden eruit. Hét nieuws was natuurlijk dat er voor het eerst werk van vrouwelijke componistes te horen was. En niet één werk, maar wel vier. Hoera! Is de strijd nu gestreden of zit er toch nog meer in?
Helemaal onverwacht was die ‘doorbraak’ van vrouwelijke componistes in de Klara Top 100 niet. Klara had er vooraf nadrukkelijk op gewezen dat in de keuzelijst een pak vrouwen waren opgenomen. Eindelijk. Steekproefgewijs telde ik er zo’n 50 op 1.000. Da’s nog altijd maar 5 procent – maar ach, er waren in de muziekgeschiedenis nu eenmaal minder vrouwelijke componistes en hun oeuvre was dan ook nog eens veel kleiner. Het belangrijkste was dat er op gestemd kon worden. Dat hebben vele luisteraar/ster/s zich geen twee keer laten zeggen. We gaan er geen geheim van maken: extra aansporing heeft daarbij zonder twijfel geholpen. Onder andere de oproep Stem vrouw! op deze blog werd druk gelezen en gedeeld. Het bereik van de Facebookpagina van ‘Vrouw aan de piano’ ging zomaar even maal 25. Deze vrouw aan de piano stond echter niet alleen met haar oproep. Er was ook nog het Facebook-evenement Klara zkt. vriendin.
Niet toevallig zijn het dan ook de gepromote werken van deze twee oproepen die het gehaald hebben:
- op 78: Clara Schumann met haar pianotrio
- op 36: Francesca Caccini met Lasciatemi qui solo
- op 30: Nadia Boulanger met Trois Pièces pour violoncelle et piano
- op 25: Clara Schumann met haar pianoconcerto.
Eén luisteraar uitte zijn ongeloof dat een ‘onbekend’ werk als dat van Francesca Caccini uit het niets zo hoog kon scoren. Inderdaad, wat een extra zetje kan doen. Zelfs ik kende dit werk, dat naar voren geschoven was door ‘Klara zkt. vriendin’, niet. Maar het was een heel aangename kennismaking, waarvoor dank! Geen discussie: Caccini heeft die 36ste plaats zeker verdiend. Smaken kunnen verschillen, maar geen van de werken die in de keuzelijst van Klara stonden, ook niet die van de vrouwelijke componistes, was ‘minderwaardig’.
Van onbekend naar bemind
Onbekend zijn ze waarschijnlijk voor velen wel. En onbekend is onbemind. Maar wat niet bekend is, kan bekend worden. En dus ook bemind. Geen beter werk dan het nummer één van dit jaar om dat te illustreren. Zelf leerde ik al lang geleden de pareltjes van Arvo Pärt kennen. Als ik me goed herinner, hoorde ik hem voor het eerst in de vroege jaren negentig op een verzamel-cd van ECM New Series met allerlei ‘onbekende’ componisten – een van mijn allereerste schijfjes dat ik toevallig op de kop getikt had via een cd-actie van De Morgen en waar ik úren naar geluisterd heb.
Ik vraag me echter af hoeveel mensen Spiegel im Spiegel van Arvo Pärt al kenden toen Klara enkele jaren geleden met zijn top begon. Toch is deze compositie uit 1978 jaar na jaar geklommen in de rangschikking. Deze keer scoorde Pärt zelfs met drie werken. Sander De Keere probeerde eerder al te verklaren ‘waarom (bijna) iedereen gek is van Arvo Pärt’. ‘Eenvoud en mystiek’, daar ligt volgens de Klara-presentator de sleutel van het succes van de Est.
Ook musicoloog Pieter Bergé (KU Leuven) stelde in een opiniebijdrage in De Standaard vast dat meditatieve muziek dit jaar bijzonder populair was. De Top 100 weerspiegelde volgens hem, zeker in deze beroerde tijden, een ‘verlangen naar traagheid, naar troost en verstilling’.
Als dat een valabele verklaring kan zijn, dan past het Lasciatemi qui solo (‘Laat me hier alleen’) helemaal in dat plaatje én is er mogelijk nog een mooie toekomst weggelegd voor deze ‘onbekende’ aria uit Il primo libro delle musiche (1618), een bundel van 36 sololiederen en duetten van de Italiaanse componiste, zangeres en dichteres Francesca Caccini.
Koudwatervrees hoeft niet meer
Eén belangrijke voorwaarde echter: het werk mag niet meer van de radar verdwijnen. We moeten het herhaaldelijk te horen krijgen. En dat geldt voor nog voor zoveel meer mooie werken van vrouwelijke componistes.
Klara levert daar de jongste jaren al behoorlijk wat inspanningen voor – ik durf zelfs te geloven dat mijn boek Vrouw aan de piano hen daarbij aangemoedigd heeft. Maar alles kan beter, ook wat de concertorganisatoren en uitvoerders betreft. Koudwatervrees hoeven ze zeker niet meer te hebben. Toen ik vijf jaar geleden mijn boek schreef, wees een programmatrice me nog op een ellendige vicieuze cirkel: het publiek zit niet te wachten op ‘onbekend’ werk van vrouwelijke componistes, bijgevolg willen musici en verantwoordelijken voor de programma’s er hun broek niet aan scheuren, waardoor het publiek de werken niet leert kennen, waardoor er geen interesse is, waardoor – enzovoort.
Als de jongste Klara-top nu één ding bewezen heeft, is het toch wel dat luisteraar/ster/s er wél voor openstaan. Of ze in hun keuze nu ‘gemanipuleerd’ zijn of niet, doet er niet toe. Er is een honger naar vernieuwing tout court, zo blijkt ook uit het opmerkelijk hoge aantal verschuivingen in de jongste editie. Mensen staan open voor ontdekkingen.
Twee verzoekjes
Het goede nieuws is: er ís ook nog zeer veel moois dat ontdekt kan worden. Niet alleen bij vrouwelijke componistes trouwens, ook bij hun mannelijke collega’s. En daarom vind ik de ‘twee verzoekjes’ van Pieter Bergé aan Klara wel iets hebben. Tot besluit van zijn opiniestuk schrijft hij: ‘Willen jullie ook eens een lijst (laten) maken van de honderd beste onbekende werken? En dan misschien meteen ook maar een onvervalste vrouwen-top-vijftig, die niet tersluiks maar frontaal de veronachtzaming van vrouwelijke componisten te lijf gaat. De ‘Clara Top 50’.’
Principieel hou ik er niet van dat vrouwen stelselmatig apart zouden worden gezet: nu gaan we even aandacht besteden aan die excuustruusjes, om ons ‘quotum’ te halen. Uiteindelijk zou de vertegenwoordiging van vrouwen geen onderwerp van gesprek mogen zijn. Want ‘alleen de muziek telt, niet het geslacht’, zoals Eliane Rodrigues me voorhield bij onze babbel voor mijn boek. Maar zover zijn we helaas nog lang niet. Vrouwelijke componistes zijn te lang veronachtzaamd. En die achterstand in publieke belangstelling zal zonder positieve actie niet snel goedgemaakt worden. Daarvoor hebben ze dus de hulp nodig van muzieksamenstelsters en -stellers op de radio, in de concertzalen en bij de musici. Als een ‘Clara Top 50’ daarbij kan helpen, laat maar komen.
Al hoeft een rangschikking daarbij geenszins. Gewoon 50, of wat minder of wat meer. Als ze maar eens expliciet voor het voetlicht gebracht worden. En graag ook met hun boeiende levensverhalen erbij. Zoals France Musique doet met Musicopolis, een dagelijkse reeks portretten waarbij ook vrouwelijke componistes opvallend vaak aan bod komen. Of zoals de documentaire film Komponistinnen van de Duitse pianiste Kyra Steckeweh. Of zoals de recente podcast Muziek is een vrouwelijke woord van NPO4.
Wedden dat een extra oproep ‘Stem vrouw!’ voor de volgende Klara Top 100 dan niet meer nodig is?
PS. Nadat mijn boek verschenen was, kreeg ik prompt het voorstel van een Nederlandse documentairemaakster om samen met haar het spoor van enkele componistes te volgen. De aanzet tot scenario was snel klaar, de interesse was er. Maar geldschieters hadden koudwatervrees.