Blog Image

Notities van een amateurpianiste

Fanny voor haar verjaardag in de Klara Top 100?

Notities Posted on 14 november 2021 16:37

Vandaag is het de geboortedag van Fanny Mendelssohn (1805-1847). Zullen we haar, bij wijze van verjaardagscadeau, eens massaal in de Klara Top 100 stemmen?

Fanny Mendelssohn zag het levenslicht op 14 november 1805 als oudste van de vier kinderen van pianiste Lea Salomon en bankier Abraham Mendelssohn. Vier jaar na haar werd Felix geboren. Als kind bleek Fanny muzikaal even begaafd als haar jongere broertje, maar ze kreeg nooit zoveel kansen als hij. Over hun beider levens schreef ik uitgebreid in Vrouw aan de piano, dat hoef ik hier niet opnieuw te doen. Toch wil ik speciaal vandaag nog eens de spots op haar richten.

Binnenkort, op 27 en 28 november, is het immers weer Klara Top 100. Eerder schreef ik hier al over mijn twijfels bij een dergelijk initiatief, maar ook over waarom ik er toch maar aan meedoe én ook u oproep om dat te doen. Lees onder meer Natuurlijk wint Clara de Klara Top 100 niet (mijn opiniestuk in De Standaard, 2018) en mijn oproep Stem vrouw! (februari 2021). Ook nu kunnen we natuurlijk niet anders dan weer meestemmen. Bij de vorige editie zijn we er zo immers in geslaagd enkele vrouwelijke componistes ein-de-lijk te laten doordringen tot die rangschikking. Het zou zo jammer zijn en vooral niet terecht dat de top weer een mannenbastion wordt.

Bob Marley

De Klara Top 100 is géén objectieve rangschikking, zo dat al zou kunnen, van wat nu de beste of de mooiste muziek is. Het is en blijft een ‘spelletje’, ook volgens de initiatiefnemers. Trouwens eentje waarbij van diverse kanten gepusht wordt. Twee jaar geleden bv. speelde een muziekleraar het met zijn leerlingen klaar om een hedendaagse componist als Einaudi erin te krijgen. Klara stuurt eigenlijk ook zelf, door er expliciet op te wijzen dat er in de keuzelijst ‘veel vrouwelijke componisten (zoals Hildegard von Bingen, Sofia Gubaidulina, Ruth Gipps en Clara Schumann), klassiek van nu (bijvoorbeeld Max Richter, Ludovico Einaudi, Piet Swerts en Wim Mertens) en filmmuziek (onder anderen Rachel Portman, Eleni Karaindrou, Yann Tiersen en Ryuichi Sakamoto)’ staan. 

Op de website krijgen we ‘ter inspiratie’ voorts 50 ‘suggesties’ voorgeschoteld. Een bizar allegaartje is het, waarin ik deze keer zelfs… Bob Marley zag opduiken. Een arrangement van No Woman, No Cry. Je hebt er het raden naar hoe (‘klassiek’?) dat dan wel klinkt, want het fragment is niet te beluisteren. Nee vrouwen, niet huilen… omdat jullie in die ene suggestielijst maar met vieren waren. Want bij het refreshen van de pagina verscheen een nieuwe lijst. En daar bleken… vijf vrouwelijke componistes in te staan.

Keuzelijst

Soit. Feit is dat Klara er nu echt wel op let dat ook vrouwelijke componistes aan de bak kunnen komen. In de eerste jaren was dat wel even anders: toen stonden ze niet eens in de keuzelijst. Proberen na te gaan hoeveel werken van vrouwen er deze keer in die lijst van 1.000 staan, ga ik niet meer doen. Bij een steekproef bij de jongste editie in februari 2021 vond ik er een 50-tal.

Mede dankzij de oproep Stem vrouw! op deze blog en van Klara zkt. vrouw, een initiatief op Facebook van enkele jonge melomanen, is het verrassend toen goed gelukt om vier werken van vrouwen in de top te krijgen, en op nog vrij hoge posities ook:  

De keuze van 'Klara zkt. vrouw' in de Klara Top 100 van februari 2021.
De keuze van ‘Klara zkt. vrouw’ in de Klara Top 100 van februari 2021.

Die twee werken van Clara Schumann had ook ik naar voren geschoven als mijn nummers één en twee. Nadia Boulanger stond wat verderop in mijn lijstje. Caccini was voor mij een heerlijke ontdekking, met dank aan Klara zkt. vrouw. Mijn derde stem gaf ik aan het pianotrio van Fanny Mendelssohn.

Dat ga ik ook dit jaar weer doen. Als een verjaardagsgeschenk dus. En natuurlijk ook wel omdat ik dit trio opus 11 nog altijd heel goed vind. Misschien ook omdat het, na de pianocomposities van Clara Schumann, het allereerste kamermuziekwerk van een vrouw was waarmee ik destijds kennismaakte.

Naamsbekendheid

Betekent dat dat ik het ook het allerbeste of allermooiste vind dat een vrouw ooit gecomponeerd heeft? Wel, een dergelijk beoordeling blijf ik aartsmoeilijk vinden. En eigenlijk weiger ik ook op die manier over muziek na te denken – vandaar dus ook mijn weerzin tegen dit soort ‘spelletjes’.

Wanneer ik toch Fanny en Clara (en Nadia) naar voren schuif, doe ik dat ook omdat ik denk dat ze met hun relatieve (naams)bekendheid de meeste kans maken.

Niet overtuigd, of nood aan meer inspiratie bij het stemmen? Dan geef ik graag nog eens mijn uitgebreidere keuzelijstje van vorige editie:

  • Clara Schumann: Concerto in a voor piano en orkest: 3. Allegro non troppo
  • Clara Schumann: Pianotrio in g op.17: 3. Andante
  • Fanny Mendelssohn: Pianotrio in d op. 11: 2. Andante espressivo
  • Henriette Bosmans: Impressions: 2. Nuit calme
  • Nadia Boulanger: Trois pièces pour violoncelle et piano
  • Emilie Mayer: Pianotrio in D op. 13: 3. Scherzo
  • Lera Auerbach: 24 Preludes voor viool en piano op. 46: Andante
  • Eleni Karaindrou: Eternity and a Day
  • Louise Farrenc: Sextet in c voor piano, fluit, hobo, klarinet, hoorn en fagot op. 40: 2. Andante sostenuto
  • Rebecca Clarke: Passacaglia on an old English Tune
  • Mel Bonis: Sonate in cis voor fluit en piano op. 64: 1. Andantino con moto
  • Lili Boulanger: D’un matin de printemps
  • Hildegard von Bingen: Caritas abundat (voor 3 harpen)
  • Leonora Duarte: Sinfonia de Duodesimi toni
  • Germaine Tailleferre: Concertino voor harp en orkest: 3. Rondo

Ik bleef ook dit jaar wel vergeefs zoeken naar bepaalde werken. Bijvoorbeeld een of meer maanden uit Das Jahr van Fanny Mendelssohn. Of dat heerlijk opzwepende scherzo uit de derde symfonie van Louise Farrenc. Of dat melancholische Desdémona van Mel Bonis. Tips voor volgende keer, Greet en Mark van Klara? Dank alvast dat Pauline Viardot er (voor het eerst?) nu wel in staat, met haar Sérénade.

Twee concerten

En nu ga ik de jarige Fanny vandaag ook nog eens extra aan mijn eigen piano eren. Met veel plezier speel ik dan September uit Das Jahr. Dat haalt dus zeker niet de Klara Top 100. Maar het staat volgende week wél op het programma van de twee concerten van Vrouw aan de piano. Samen met die Sérénade van Pauline Viardot en voorts werk van Clara Schumann, Lili Boulanger, Mel Bonis en Ester Mägi. Als niet te missen extra spelen Axelle Kennes, Heli Jakobson en Laura Y dan ook eigen composities. Afspraak daarvoor op zondag 21 november in MA’GO of op vrijdag 26 november in Opus 4 in Antwerpen. En op 27 en 28 november bij de Klara Top 100.

______________

• Stemmen voor de Klara Top 100 (vóór woensdag 24 november 12 uur!) doet u hier.
• Lees ook mijn slotbeschouwing bij de editie van februari 2021: Na de Klara Top 100 een Clara Top 50?
• Reserveren voor het concert van Vrouw aan de piano kan nog via deze link. Voor Opus 4 is er een wachtlijst, in MA’GO kunt u er nog bij.

Lees meer notities

Krijg updates in uw mailbox



Fanny’s eerbetoon aan de slachtoffers van een epidemie

Notities Posted on 14 november 2020 11:49

Met welk werk kunnen we Fanny Mendelssohn dit jaar op haar geboortedag 14 november beter gedenken dan met een cantate die ze schreef voor de slachtoffers van een… epidemie? Het Oratorium nach Bildern der Bibel was een van de drie geestelijke koor-en-orkestwerken die ze componeerde in 1831, nauwelijks 26 jaar oud. Het was haar ‘muziek voor de doden van de cholera-epidemie’ die Berlijn toen in haar greep had.

Fanny Mendelssohn, in haar huwelijksjaar 1829 geportretteerd door haar echtgenoot Wilhelm Hensel.

19de-eeuwse componistes waren het meest bedreven in kleinschalige genres zoals het lied en pianowerk. Voor deze vrouwen lag het, vanuit financiële of praktische overwegingen, minder voor de hand zich te wagen aan zogenaamde ‘grote werken’. Maar sommigen hebben het wel degelijk gedaan. Om maar enkele voorbeelden te noemen: Clara Schumann schreef een pianoconcerto, Louise Farrenc heeft enkele symfonieën op haar naam staan en Fanny Mendelssohn een orkestouverture en koormuziek. 

Haar drie cantates kwamen allemaal tot stand in de korte tijdspanne van één jaar, het jaar 1831, waarin ze ook de leiding op zich nam van de Sonntagsmusiken, kleinschalige concerten in het Gartenhaus van haar woning aan de Leipzigerstrasse 3 in Berlijn. De eerste cantate, Lobgesang, schreef ze voor de eerste verjaardag van haar zoon Sebastian. De tweede, Hiob, was een geschenk voor haar man Wilhelm Hensel bij hun huwelijksverjaardag. 

Bij de derde, het Oratorium nacht Bildern der Bibel, geven twee alternatieve titels aan, aan wie ze ze opdroeg: Nach Aufhören der Cholera in Berlin en Musik für die Toten der Choleraepidemie 1831. Onder de overleden vrienden om wie ze treurde, bevond zich onder meer de filosoof Georg W. F. Hegel, als een van de laatste prominente slachtoffers overleden de dag voor haar verjaardag, en drie dagen voor ze het slotkoor afwerkte. De première vond plaats op de verjaardag van haar vader op 10 december. In haar dagboek schreef ze op nieuwjaarsdag 1832: ‘Terwijl zovele families treuren en pijn lijden, hebben we over het algemeen Kerstmis en Nieuwjaar toch met een blij hart kunnen beleven, we hebben veel overleefd, het verwachte slechte is niet gebeurd, en de meesten hebben reden om God van harte te danken. Zoals wij ook.’ 

Niet meer dan schetsen

Pas in 1984 (!) werd het Oratorium nacht Bildern der Bibel nog eens uitgevoerd, door Chor und Orchester der Kölner Kurrende o.l.v. Elke Mascha Blankenburg. Deze dirigente richtte in 1978 de Internationale Arbeitskreis Frau und Musik op, die als doel had werk van componistes naar boven te spitten en uit te voeren. Samen met o.m. componiste en pianiste Barbara Heller organiseerde ze in 1980 het eerste internationale Komponistinnen-Festival in Keulen en Bonn. Op het programma stond toen bijvoorbeeld de oudst bekende opera van een vrouw, La liberazione di Ruggiero van Francesca Caccini. 

Het manuscript van Fanny’s Oratorium ontdekte ze in het Mendelssohn-Archiv in de Staatsbibliothek Preussischer Kulturbesitz in Berlijn. Voor sommige passages ging het om niet meer dan schetsen. Nachtenlang werkte ze aan een transcriptie van de autograaf. ‘De stilte van de nacht bezorgde mij de hoogste concentratie’, vertelde ze later. ‘Het besef dat ik de eerste was die deze muziek na 153 jaar hoorde en voorbereidde voor de eerste uitvoering, bezorgde mij het trotse gevoel van de uniciteit.’ In 1986 voerde ze in Frankfurt met het Clara-Schumann-Orchester ook Fanny’s Ouvertüre in C-Dur uit. Ze stond mee in voor de publicatie van diverse werken van Fanny bij het Furore Verlag.

Felix bijzonder kritisch

Het Gartenhaus van de Mendelssohns in Berlijn, getekend door Felix.

Het oratorium, dat ongeveer 40 minuten duurt, is het grootst opgevatte werk van Fanny’s drie cantates. Ze trad er dus mee in de halve openbaarheid van de Sonntagsmusiken. Meer was voor haar als vrouw niet weggelegd. Dat hadden haar vader en haar broer haar genoegzaam duidelijk gemaakt. Componeren mocht voor haar louter een ‘versiersel’ zijn, nooit haar beroep. En hoezeer Felix haar ook prees om haar pianowerk, over haar keuze van de teksten voor haar cantates was hij bijzonder kritisch. De koormuziek in Lobgesang bijvoorbeeld vond hij niet origineel genoeg. ‘Dit klinkt dom, maar ik denk dat het de schuld is van de tekst, die nu eenmaal niets origineels uitdrukt; een enkel woord had misschien alles kunnen verbeteren. […] Tot daar mijn resumé, dat ik graag had gehad dat je behoedzamer was geweest bij de keuze van de tekst, omdat tenslotte niet alles wat in de bijbel staat en bij het thema past, muziek in zich heeft.’ In 1836 zou hij haar zonder meer het advies geven ‘lieber keine geistliche Musik mehr [zu] machen’.   

Aanknopen met Bach en Händel

Felix vond de tekst misschien niet origineel genoeg, in onze oren klinkt waarschijnlijk ook de muziek niet erg verrassend. Te veel Bach of Händel? Zonder enige twijfel. Maar voor de Mendelssohns was daarbij aanknopen meer dan vanzelfsprekend. De herontdekking in 1829 door Felix van de Matthäus-Passion luidde in Duitsland een Bach-renaissance en een heropleving van geestelijke werken voor koor en orkest in. Ook de Toverfluit van Mozart is ergens te herkennen, en ook dat is volgens musicologen een doelbewust voortbouwen op bekende werken (‘topoi’).    

Origineel of niet, dit werk verdient onze bewondering en herontdekking. Bedenk ook dat Fanny nauwelijks 26 jaar was toen ze het componeerde. We kunnen alleen maar betreuren dat ze niet meer aanmoediging gekregen heeft én de motivatie ontbeerde om een groter publiek te kunnen bereiken. Op Felix’ advies geen geestelijke muziek meer te componeren antwoordde ze trouwens dat ze er nochtans veel plezier aan had beleefd. Bovendien, zo antwoordde ze hem in 1836 in een brief, was ze ervan overtuigd dat ze het op dat moment beter zou kunnen. Ze had er zich zelfs al aan gezet om een en ander te herwerken, maar zijn verbod zat haar daarbij in de weg. 

Voetnoot: Felix worstelde in die jaren ook met zijn cantates en psalmen. Nadat zijn zus zich kritisch had uitgelaten over enkele koraalcantates waarvoor hij probeerde een drukker te vinden, nam hij er uiteindelijk ook afstand van.


(*) Hans-Joachim Hinrichsen in Fanny Hensel, geb. Mendelssohn Barthold – Das Werk, 1997,  p. 123
De eerste opname van het
Oratorium nach Bildern der Bibel door Chor und Orchester der Kölner Kurrende o.l.v. Elke Mascha Blankenburg is uitgebracht bij CPO.
Op
YouTube is een integrale uitvoering door het Dortmund University Chamber Choir te beluisteren.




Volgende »