Blog Image

Notities van een amateurpianiste

De boulangerie van Nadia

Notities Posted on 6 mei 2021 22:52

Het aantal werken dat vrouwelijke componistes uit voorgaande eeuwen ons hebben nagelaten is veel kleiner dan de erfenis van hun mannelijke collega’s. Dat kunnen we niet ontkennen. Maar dat betekent geenszins dat hun rol en hun betekenis in het muziekleven te verwaarlozen waren. Neem nu Nadia Boulanger. Zelf noemde ze haar composities ‘nutteloos’ en een ‘blijk van onbekwaamheid’. Al hoeven we het daar geenszins mee eens te zijn, als muziekpedagoge verdient ze zeker nog veel meer respect. Met haar boulangerie leverde ze (wereldvermaarde) musici af als broden. De Nederlandse violiste Merel Vercammen en de Russische pianiste Dina Ivanova eren haar nu met hun gloednieuwe cd The Boulanger Legacy. Behalve composities van Nadia en haar zus Lili staat er werk op van haar studenten Leonard Bernstein, Grażyna Bacewicz en Astor Piazzolla. Een pareltje van een cd waarmee het jonge duo ons (andermaal) op ontdekkingsreis stuurt.

Nadia en Lili Boulanger. © Centre international Nadia et Lili Boulanger


Hoewel ze in 1908 de tweede prijs behaalde in de prestigieuze wedstrijd Prix de Rome, zag Nadia Boulanger (1887-1979) zichzelf niet als componiste. Zeker niet nadat haar jongere zus Lili, als eerste vrouw in de geschiedenis, er vijf jaar later in geslaagd was wel de eerste prijs te winnen. Na het vroegtijdige overlijden van Lili (1893-1918) stopte Nadia met componeren. De rest van haar lange leven zou ze zich toeleggen op het promoten van het werk van haar zus. Wereldwijd vermaard werd ze echter als muziekpedagoge. Ze gaf les aan de École Normale de Musique de Paris en het Conservatoire Américain in Fontainebleau, waarvan ze van 1948 tot 1978 directrice was. Legendarisch waren haar woensdagmiddagklassen in haar appartement, waarbij ‘Mademoiselle’ – ze bleef ongehuwd – voor een menigte liefhebbers aan haar piano composities analyseerde.

Hoeveel musici ze precies heeft opgeleid, is niet bekend. Maar ze waren met zeer velen. Verwijzend naar haar achternaam had men het lachend over haar boulangerie, waar ze componisten, musici en docenten aan de lopende band afleverde als waren het broden. Ze kwamen uit alle windstreken, zelfs uit verschillende muziekrichtingen, en velen bepaalden mee het muzikale gezicht van de 20ste eeuw: van Darius Milhaud over Leonard Bernstein, John Eliot Gardiner en Aaron Copland, tot Astor Piazzolla, Quincy Jones, Michel Legrand, Daniel Bahrenboim en Philip Glass. Ned Rorem vroeg zich zelfs ironisch af of hij misschien de enige Amerikaanse componist was die niet bij haar in de leer was gegaan.

Gezien haar bescheiden compositorische erfenis zijn er niet zoveel cd’s met haar eigen werk te vinden. Er is de intussen bijna 30 jaar oude cd Thème et Variations van haar laatste student, Emile Naoumoff, die nog meer dan aan Nadia een huldebetoon is aan Lili. Composities van Nadia zijn sporadisch ook te horen op verzamel-cd’s. Eigenlijk was het wachten tot 2017 vooraleer er een (dubbel-)cd uitkwam die exclusief aan haar gewijd was: Mademoiselle – Première Audience, met daarop zowaar ook Unknown Music of Nadia Boulanger. 

In stijgende lijn

Sindsdien lijkt de belangstelling voor de legendarische Française in stijgende lijn te gaan, al ligt de focus nog steeds amper op haar compositorische kwaliteiten.

Vorig jaar bracht het label Decca onder de titel Nadia Boulanger – Icon vijf historische elpees opnieuw uit als cd. Het gaat om opnames van Nadia’s vocale en instrumentale ensemble waarmee ze in de jaren vijftig als dirigente onder meer Monteverdi onder de aandacht bracht. 

Eveneens vorig jaar stelde celliste Astrig Siranossian de cd Dear mademoiselle: A tribute to Nadia Boulanger samen, met werk voor cello en piano van Nadia’s collega-docent en levenslange vriend Igor Stravinsky (op wie haar invloed niet te onderschatten is) en haar studenten Elliott Carter, Aster Piazzolla, Philip Glass, Quincy Jones en Michel Legrand. Van Nadia zelf zijn uitsluitend haar Trois Pièces voor cello en piano te horen. Aan de piano: oud-student Daniel Barenboim.

De beste versie van zichzelf

En nu is er dus de gloednieuwe cd van de Nederlandse violiste Merel Vercammen en de Russische pianiste Dina Ivanova. Ook daarop slechts één stuk van Nadia: het eerste deel van de Trois Pièces voor cello en piano, die Merel – bij gebrek aan vioolwerk van Nadia – transcribeerde voor haar eigen instrument. Zeer geslaagd – die ijle klank! – en jammer dus dat delen 2 en 3 er niet bij zijn. Daarnaast trakteert het duo ons op drie werken van zus Lili: Nocturne, Cortège (waarvan ikzelf momenteel de versie voor piano solo instudeer!) en D’un matin de printemps. Maar de focus ligt ook hier op Nadia’s studenten, met name de Amerikaan Leonard Bernstein, de Poolse componiste Grażyna Bacewicz en ook hier de Argentijn Astor Piazzolla.

Merel Vercammen: ‘Het is bijzonder om te zien dat ze zoveel jonge kunstenaars heeft geïnspireerd. Het meest fascinerende aan Boulanger is dat haar vele studenten allemaal erg van elkaar verschillen. Ze moedigde hen aan om de beste versie van zichzelf te worden.’

Nadia Boulanger en Astor Piazzolla (1955).


Van Piazzolla (1921-1992), die halverwege de jaren vijftig contact zocht met Nadia Boulanger, weten we bijvoorbeeld dat ze hem aanmoedigde zijn eigen tanguero-kleuren niet te verwaarlozen. Piazzolla nam haar advies ter harte en versmolt tango met jazz en stijlelementen uit de klassiek muziek, wat leidde tot zijn herkenbare stijl. Piazzolla, dit jaar 100 jaar geleden geboren, droeg zijn bekende Grand Tango oorspronkelijk op aan de vermaarde cellist Mstislav Rostropovich. Merel speelt ook hier dus een bewerking voor viool, geschreven door de Russische componiste Sofia Goebaidoelina. Om het juiste gevoel voor ritme en timing te krijgen ging ze les volgen bij bandoneonist Leo Vervelde. Zeer zuiver, mooi! (Luister hier).  

Leonard Bernstein (1918-1990) was een van de laatsten die Nadia gesproken hebben vooraleer ze in 1979 op 92-jarige leeftijd overleed. De zevendelige vioolsonate op de cd schreef hij in 1939 in zijn puberjaren, en behoort eigenlijk niet tot Boulangers legacy, want toen kenden ze elkaar nog niet. Hoe dan ook zou Mademoiselle een sturende rol spelen in zijn carrière. Hij hergebruikte de melodie van de vioolsonate, zijn enige werk voor viool, in zijn tweede symfonie, The Age of Anxiety. Voor mij is het een aangename kennismaking met werk van de man die we ons toch vooral herinneren als dirigent en componist van de Broadway-musical West Side Story

Meest ondergewaardeerde componiste

Grażyna Bacewicz.

De cd van Merel Vercammen en Dina Ivanova heeft me nu vooral aangemoedigd me te verdiepen in de Poolse Grażyna Bacewicz (1909-1969). Ik had wel al een vijftal cd’s met werk van haar, maar ze konden me tot nog toe niet echt bekoren – excuus Krystian Zimerman en co. De sonate die Merel en Dina hier uitvoeren spreekt me daarentegen wel aan. Wellicht heeft de puike uitvoering daar veel mee te maken. (Beluister hier een fragment.) Bij deze zet ik Grażyna Bacewicz nog wat hoger op mijn lijstje ‘te ontdekken componistes’.

Merel Vercammen vindt Bacewicz alvast de ‘meest ondergewaardeerde componiste van de 20ste eeuw’. Wist u dat de Poolse, die zelf violiste was, onder andere zeven vioolconcerti, vier symfonieën, twee celloconcerti, een pianoconcerto, zeven strijkkwartetten, vijf vioolsonates en nog een reeks solowerken voor viool gecomponeerd heeft? Met haar vierde strijkkwartet won ze in 1951 de eerste prijs in de Internationale Competitie in Luik. Haar vierde symfonie werd in Polen bekroond en haar zevende vioolconcert kreeg in 1965 zowaar de tweede prijs voor compositie bij de Koningin Elisabethwedstrijd.

Er valt dus wel wat te ontdekken op deze cd. Heerlijk toch, jonge muzikantes die de begane paden durven te verlaten en ons nieuw of althans onbekend werk – en dan nog van vrouwelijke componistes – voorschotelen.

Haute-couture voor Brits koninklijk huis

Het is trouwens niet de eerste keer dat ze dan doen. Ook op hun eerste cd, Symbiosis uit 2019 (gerealiseerd dankzij crowdfunding), staan twee schitterende composities van vrouwen, eveneens ontdekkingen, zowel de werken als de componistes.   

Régine Wieniawski, alias Poldowski. © Bassano Ltd

De eerste is de sonate in D Minor van Poldowski, zowaar een in Elsene geboren componiste. Poldowski is het pseudoniem van Régine Wieniawski (1879-1932), dochter van de Poolse vioolvirtuoos en componist Henryk Wieniawski en een Britse moeder. Sommige werken heeft ze gepubliceerd onder de naam Irène Wieniawska, maar ze wilde niet voortsurfen op de naamsbekendheid van haar vader of haar man, een adellijke Brit. Als Lady Dean Paul verkoos ze daarom het pseudoniem Poldowski. Ze schreef laatromantische composities en als virtuoze concertpianiste reisde ze door heel Europa. Tegelijk ontwierp ze in haar nieuwe thuisland haute-couture voor het Britse koninklijke huis. Kortom, een (componisten)leven dat erom smeekt verder geëxploreerd te worden.

Het tweede werk is een creatie: Sprookjes van de Nederlandse componiste Mathilde Wantenaar (1993), een opdrachtwerk dat volgens de Volkskrant een ‘hit’ werd op Radio 4.

Ten slotte staat op Symbiose ook nog een veel bekender werk, maar in een loepzuivere uitvoering: de sonate in A van César Franck. Al sinds haar vijftiende is dat haar lievelingsstuk voor viool en piano, zegt Merel Vercammen daarover. ‘Ik heb aan deze sonate jarenlang met al mijn leraren geschaafd en ze daarna op vele concerten gespeeld, waardoor mijn interpretatie van dit stuk eigenlijk mijn gehele artistieke ontwikkeling omvat. Toen ik de sonate voor het eerst met Dina speelde, een ‘klavierleeuwin’ pur sang, voelde het zo natuurlijk. Het was vanaf het begin duidelijk dat we dit op cd moesten brengen.’

Merel Vercammen en Dina Ivanova.

Voordeel van de lockdown

Merel Vercammen (1988) studeerde onder meer aan het Royal College of Music in Londen. Haar medespeelster Dina Ivanova (1994) leerde ze in 2017 kennen op het Liszt Concours in Utrecht waar Dina de derde prijs en de publieksprijs won. 

Op de Internationale Vrouwendag in 2020 speelden ze tijdens een uitzending van Podium Witteman Lili Boulangers Nocturne. Daar kregen ze zin om zich verder te verdiepen in de zussen Boulanger. Omdat er geen vioolwerk van Nadia beschikbaar is, verruimden ze hun interesse naar haar studenten. Met de voorliggende cd The Boulanger Legacy tot gevolg. ‘Een voordeel van de lockdown’, zegt Dina daarover in dit promofilmpje, ‘we hadden veel tijd om te repeteren.’ 

In 2019 bracht Merel nog een opmerkelijke cd uit: The Zoo, met niets dan geïmproviseerde werken, waarbij ze telkens een andere medespeelster of -speler heeft. In een interview zei ze: 

‘De schoonheid zit juist in de imperfectie. Dat is wat muziek levendig maakt.’ Noch op deze cd, noch op de andere twee heb ik haar en haar compagnons kunnen betrappen op enige imperfectie, integendeel. Levendig en doorleefd is hun muziek hoe dan ook. 

Ten slotte wil ik Female Classical composers 20th & 21st century niet onvermeld laten, een afspeellijst op Spotify met Merels persoonlijke selectie van haar favoriete componistes. ‘Music written by awesome composers who happen to be female’, goed voor zomaar even 10 uur en 25 minuten muzikaal genot. Wie nu nog durft te beweren dat vrouwen geen prachtige muziek hebben geschreven… Ik vind er alvast zeer veel inspiratie in om mijn ontdekkingsreis voort te zetten.

__________
• Lees meer over Nadia en Lili Boulanger in mijn eerdere notitie Van Nadia naar Philip, leven in muziek.
• De cd The Boulanger Legacy is uit bij het label trptk en is, net zoals Symbiosis en The Zoo te bestellen via www.merelvercammen.com.
• De drie cd’s zijn ook te vinden op Spotify, The Zoo ook op YouTube.

Lees meer notities

Krijg updates in uw mailbox



Van Nadia naar Philip, leven in muziek

Notities Posted on 13 juni 2018 15:52

Mijn leven aan de piano heeft de jongste tijd voornamelijk in het teken gestaan van Nadia Boulanger. In de klas Instrumentaal Ensemble aan de muziekacademie ben ik enkele maanden geleden met celliste Liesbeth het eerste deel van Boulangers Trois pièces beginnen in te studeren. Toen Liesbeth haar pols brak, kreeg ik Sophie als compagnon. Met haar begon ik ook aan het tweede deel en ik begeleidde haar onlangs bij haar examen. Intussen heb ik voor de twee delen nog een derde medespeelster: voor het eerst speel ik samen met Kathleen, de oudste dochter van mijn zus.

Dit werk van Nadia Boulanger (1887-1979) was voor mij de aanleiding om me nog meer te verdiepen in haar lange leven dan ik al deed voor mijn boek. In Vrouw aan de piano was ik iets meer geïnteresseerd in Lili Boulanger (1893-1918), haar jong gestorven zus. Ik speelde toen ook werk van Lili, niet van Nadia. Nadia zag zichzelf toch niet als componiste? Na het overlijden van haar jongere zus stopte ze met componeren en verwierf ze wereldwijd vermaardheid als muziekpedagoge. Hoewel ze meegedongen had voor de prestigieuze Prix de Rome, noemde ze haar eigen composities later ‘nutteloos’ en een ‘blijk van onbekwaamheid’. Uitvoeringen moedigde ze nooit meer aan.

World premiere recording

Op de cd In Memoriam Lili Boulanger maakte ik wel kennis met een vijftal korte werken van Nadia, waaronder het eerste en het derde deel van de Trois pièces. Maar die waren, toen ik mijn boek schreef, om de een of andere reden niet blijven ‘hangen’. Misschien ook omdat ik toen vooral werk zocht voor piano solo.

Net toen ik gevraagd werd om in de muziekacademie Liesbeth te begeleiden, hoorde ik in Klara Late Night stukken uit Behind the Counter with Max Richter, een compilatie van zeer gevarieerde werken samengesteld door de Duitse componist (1966). Toen keek ik wél op. Alleen al dat ene werkje, het eerste deel uit de Trois pièces van Nadia, hier in een vinnigere uitvoering, deed me de dubbel-cd kopen. En ik ging verder op zoek naar haar composities. Bleek dat in het voorjaar van 2017 nóg een dubbel-cd was uitgekomen met zowaar ‘world premiere recordings’ van Nadia.

Verwarrend

Op die dubbel-cd, Mademoiselle – Première Audience, met Unknown Music of Nadia Boulanger, hoorde ik de Trois Pièces voor het eerst alledrie samen. Of dat Nadia’s bedoeling was, is overigens maar de vraag. Niet alleen had Nadia, zoals gezegd, geen hoge pet op van haar eigen composities, de samenstelling van het werk blijft toch wat verwarrend.

In het cd-boekje bij Mademoiselle – Première Audience luidt het dat ze de drie delen 1. Moderé, 2. Sans vitesse et à l’aise en 3. Vite et nerveusement rythmé componeerde in 1914. De eerste twee zijn herwerkingen van vrij virtuoze orgelwerken uit 1911: Improvisation en Petit canon, eveneens te horen op de dubbel-cd.

IMSLP, de onlinebibliotheek voor partituren, vermeldt als ontstaansjaar van de cello-pianowerken 1914, en de eerste publicatie in 1915 bij Heugel in Parijs. Nadia’s biografe Léonie Rosenstiel schrijft echter in Nadia Boulanger – A Life in Music (1992) dat de orgelwerken in opdracht van een uitgever gecomponeerd zijn in 1913 en dat de herwerkingen voor piano-cello in juli 1914 verschenen zijn bij een andere uitgever, Heugel. Volgens het cd-boekje dan weer zijn ze gepubliceerd in 1919 en heeft de componiste later bovendien het tweede deel (Sans vitesse et à l’aise in de pianoversie, Petit canon in de orgelversie) weggelaten en het werk herdoopt als Diptique.

Dreigende oorlog

Misschien allemaal niet zo belangrijk om de Trois pièces te kunnen waarderen. Tenzij dan dat het interessant kan zijn het ontstaan van de drie stukken te plaatsen tegen de achtergrond van een (dreigende) wereldoorlog.

Het eerste deel van de Trois pièces is vrij somber, maar eindigt toch op een vrij optimistische noot. Voor de cello is het met vijf mollen en het hoge register absoluut geen evident werk, zuchten mijn medespeelsters. Het makkelijkere canonische tweede deel dat doe denken aan een koraal stemt melancholisch en heeft tegelijk iets bezwerends. Aan het derde, snellere deel waagt geen van mijn cellistes zich voorlopig – en ik trouwens ook niet. Het is onverwacht levendig, vrolijk zelfs en ietwat nerveus. Toch wat atypisch in Nadia’s oeuvre, en dus ook wat bevreemdend zo vlak voor de uitbraak van de Eerste Wereldoorlog.

Maar in het rustige Gargenville, het plaatsje ten noordwesten van Parijs waar Nadia haar leven lang in Les maisonettes generaties componisten opgeleid heeft, was alles toen nog peis en vree. Met de zieke Lili, in 1913 de eerste vrouwelijke winnares van de Prix de Rome, leek het wat beter te gaan, Nadia begon de erkenning te krijgen waar ze al lang naar zocht en de royalty’s die ze opstreek, droegen in al hun bescheidenheid bij aan het gezinsbudget van de moeder-weduwe en haar twee dochters. Nauwelijks een maand later, in augustus 1914, maakte de uitbraak van de vijandigheden een einde aan de idylle.

Eén zingende lijn

Terwijl ik de werken instudeer, probeer ik de les voor ogen te houden die Nadia haar studenten inpeperde: het is van belang de opbouw van een werk te begrijpen en één zingende lijn te creëren. ‘Muziek is een manier om de stilte te vullen’, zo citeert Léonie Rosenstiel haar. ‘Wat doorgaans ontbreekt in een uitvoering is de vestiging van een omvattende structuur, wat misschien wel het meest essentiële is. Daarom: vind de grote, architecturale elementen, geef ze hun rechtmatige belang, en zie de harmonische beweging.’ Niet simpel in een zo fragiel werk.

De stevige biografie van Léonie Rosenstiel lezen is tegelijk tientallen namen uit het twintigste-eeuwse muziekleven ontmoeten. Om er maar enkele van de bekendere te noemen: haar Russisch-Franse collega-pedagoog en componist Igor Stravinsky, de Franse componist Darius Milhaud, en vooral de ontelbare Amerikaanse studenten van wie er een pak uitgroeide tot wereldvermaarde componisten, zoals Aaron Copland, Elliott Carter en Leonard Bernstein.

Ook amateurs moedigde ze haar leven lang aan, want zij vormden in haar ogen het ware publiek voor goede muziek. ‘Het is deze kleine minderheid die onontbeerlijk is voor creatieve musici’, zei ze in The New York Times. Ook met de vorming van talloze onbekend gebleven leerkrachten drukte de legendarische Parisienne een onuitwisbare stempel op het Amerikaanse muziekleven.


Tussen intimiderend en angstaanjagend

Wie ik tot mijn verwondering niet ben tegengekomen in Rosenstiels biografie is Philip Glass. De eerste keer dat ik van Nadia Boulanger hoorde was nochtans in een documentaire over Glass (1937). Dan maar diens autobiografie erbij genomen. Woorden zonder muziek – Een leven in de muziek, een verjaardagscadeau van Dirk, ligt al even aan te schuiven, maar door mijn allesoverheersende focus op componerende vrouwen heeft dit boek nog geen kans gekregen. Af en toe lees ik er wel een hoofdstuk in, zoals toen ik afgelopen februari naar Glass’ opera Satyagraha in de English National Opera in Londen ging. (In het najaar ook te zien in Opera Vlaanderen. Niet te missen!)

Nu sla ik er de vele pagina’s op na waar volgens het register mademoiselle Boulanger op figureert. Glass noemt haar onder meer ‘een fantastische lerares’, ’een van de markantste mensen die ik ooit heb ontmoet’, ‘een krachtige muzikale persoonlijkheid die het midden hield tussen intimiderend en angstaanjagend’. In de meer dan twee jaar dat Nadia hem in Parijs onder haar hoede had, onderwees ze hem uitsluitend en eindeloos in ‘basale muzikale techniek’, nooit in compositie. Ze had zoveel respect voor componisten en hun beroep dat ze hun geen advies over hun composities durfde te geven, bekende ze hem. ‘Ze was bang dat ze hun misschien per ongeluk verkeerd advies gaf of hen anderszins zou ontmoedigen.’ Maar, schrijft Glass stellig, ‘sinds mijn studie bij haar heb ik geen noot geschreven die niet door haar was beïnvloed’.

Dat laatste mag misschien verbazen. Want zo ‘conservatief’ ze in haar pedagogie was, zo vernieuwend zou Glass’ stijl worden. Maar het was precies in de doorgedreven kennis van de klassieken dat ze een voorwaarde zag voor vernieuwing. Je moest eerst de basis kennen om er dan van af te kunnen wijken.

Tegelijk had ze een zeer goed oog voor wie het ver zou schoppen – ook al zou ze de betrokkene dat nooit openlijk zeggen. In zijn studietijd was Glass ervan overtuigd dat zijn lerares hem ‘als een hopeloos geval beschouwde dat alleen gered kon worden met een gigantische hoeveelheid hard werk’. Pas eind jaren negentig kwam hij erachter dat Nadia een aanbevelingsbrief had geschreven toen hij – vergeefs – zijn Amerikaanse studiebeurs had proberen te verlengen.

‘Ik heb met Mr Glass aan muziektechniek gewerkt’, schreef ze. ‘Ik heb de indruk dat hij een heel bijzonder persoon is en ik denk dat hij ooit iets heel belangrijks zal doen in de wereld van de muziek.’ Hoezeer had de oude dame het bij het rechte eind.

_____

Meer info in de twee lezenswaardige (auto)biografieën. Let op de gelijklopende ondertitels…

Léonie Rosenstiel: Nadia Boulanger – A life in Music, New York & London, W.W. Norton & Company, 1982

Philip Glass: Woorden zonder muziek – Een leven in de muziek, Hollands Diep, 2015 (oorspronkelijke titel: Word Without Music – A Memoir, W.W. Norton, 2015)

Sophie De Mulder en ik spelen de eerste twee delen van Trois pièces op de open dag van muziekacademie MA’GO, op zaterdag 23 juni. Vier dagen later speel ik ze opnieuw, maar dan met Kathleen Schelfhout op een huiskamerconcert van Scarabee. Op de open dag spelen Axelle Kennes en ik onder de noemer ‘Van vrouwen, door vrouwen, mannen hartelijk welkom’ ook nog een viertal andere werken van vrouwelijke componistes. Iedereen welkom dus.