Blog Image

Notities van een amateurpianiste

Komponistinnenfestival in Essen toont vrouwen in al hun kracht

Notities Posted on 13 mei 2024 23:23

In het Duitse Essen vond van 9 tot 12 mei HER:VOICE, een vierdaags Komponistinnenfestival, plaats. Op het veelzijdige programma stond een tiental componistes, waarbij het vooral uitkijken was naar het orkestrale werk van Missy Mazzoli, Lera Auerbach en Florence Price en de recentelijk teruggevonden opera Fausto van Louise Bertin. Mocht dat nog nodig zijn, dan ontkrachtten die werken definitief de mythe dat vrouwen ‘zachtaardiger’ of ‘lyrischer’ zouden schrijven.

Als de melomaan al composities van vrouwen kent, dan zijn dat meestal kleinschaliger werken, zoals liederen en kamermuziek. Die stonden met o.m. parels van Clara Schumann, Pauline Viardot-García, Augusta Holmès, Lili Boulanger en Germaine Tailleferre ook wel op het programma van het eerste Komponistinnenfestival in Essen, maar wellicht met opzet niet als eerste of prominentste.

De Essener Philharmoniker liet onder leiding van de Estse dirigente Anu Tali het festival groots en krachtig van start gaan. De toon werd gezet met River Rouge Transfiguration, een kort werk waarvoor de New Yorkse Missy Mazzoli (1980) zich liet inspireren door… de industrie in Detroit. Het River Rouge-complex is het immense en intussen vervallen auto-assemblagecomplex van Ford, aan de gelijknamige rivier. Veel beton en grauwe fabrieken dus, met hoge schoorstenen – waarin de componiste graag orgelpijpen ziet. In de paukenslagen en in het repetitieve/minimalistische karakter van de muziek kun je moeiteloos de industriële bedrijvigheid herkennen. Evenzo hoor je de rivier stromen. Overigens is ook de harp prominent aanwezig. Mazzoli verwerkte er zelfs wat techno in, want ook dat is Detroit. Kortom, een boeiend klanktapijt. Mazzoli kreeg al twee keer een compositieopdracht van de Metropolitan Opera en was in 2022 Musical America Composer of the Year. Om maar te zeggen hoe ver haar roem reikt – terwijl ze in onze contreien nog maar nauwelijks bekendheid geniet.

Droom

Dirigente Anu Tali en pianiste-componiste Lera Auerbach. © Veerle Janssens

De achtergrond van het pianoconcerto van Lera Auerbach, het volgende werk op het programma van de Philharmoniker, is anders, hoewel ook niet helemaal. Het begint en eindigt zacht en voorzichtig, maar bijwijlen hoor je er ook sirenes in loeien en vaak gaat het er bijzonder heftig aan toe. Voor de eveneens in New York woonachtige maar uit de Oeral afkomstige Auerbach (1973) begon het werk met een bijzondere melodie die ze als veertienjarige hoorde in een droom. Vanaf toen zocht ze er een gepaste vorm voor. Van een sonate voor fluit groeide het werk uit tot een pianoconcerto, dat ze ook nog eens herwerkte. 25 jaar lang beschouwde ze het als een work in progress, maar nu zou het toch af zijn, vertelde ze in een interview tijdens het festival. Het pianoconcerto is haar reflectie over de tijd en veranderingen, over de postapocalyptische puinhopen van de mensheid ook.

Auerbach, die ook dirigente en beeldend kunstenares is en (Russische) poëzie en (Engelse) kinderboeken schrijft, presenteerde zich in Essen als een virtuoze pianiste. Als het de Koningin Elisabethwedstrijd was geweest, zou men met open mond hebben zitten kijken en luisteren. En hoorden we daar een streep Prokofiev of Rachmaninov? In ieder geval verloochende ze de Russische school niet. Indrukwekkend!

Een melodietje dat ze als veertienjarige hoorde in haar droom, liet Lera Auerbach uitgroeien tot een indrukwekkend pianoconcerto. © Veerle Janssens

De eerste

Met het derde orkestwerk keerden we terug naar Detroit. Daar ging in 1939 de derde symfonie van Florence Price (1887-1953) in première. Deze componiste geldt als ‘de eerste Afro-Amerikaanse vrouw van wie werk uitgevoerd werd door een gerenommeerd Amerikaans orkest’ (c.q. haar eerste symfonie door het Chicago Symphony Orchestra in 1933). Ondanks dat succes was ze zich ten zeerste bewust van haar ‘gebreken’ en de vooroordelen waarmee ze bekeken werd. Ze had ‘twee handicaps – die van sekse en ras’, schreef ze aan een dirigent die ze probeerde te overtuigen om werk van haar (waarschijnlijk deze derde symfonie) uit te voeren. ‘Ik ben een vrouw en ik heb wat negerbloed (sic) in mijn aderen.’

Na haar dood sukkelde Florence Price volkomen in de vergetelheid. Daar kwam pas recentelijk verandering in, wellicht ook geholpen door de Black Lives Matter-beweging en een létterlijke herontdekking van haar werken. In 2009 werd namelijk in een vervallen vakantiehuis een 30-tal dozen vol partituren van haar hand teruggevonden. Sindsdien geniet ze, geheel terecht, een revival – meer daarover kon u al lezen in dit portret om deze blog. Onder meer in Yannick Nézet-Séguin vond ze een vurig pleitbezorger. De Canadese dirigent tekende met het Philadelphia Orchestra in 2018 voor de allereerste en met een Grammy Award bekroonde opname van de eerste en de derde symfonie. Het was een plezier die derde met haar karakteristieke Juba Dance ook eens live te kunnen horen in een prima uitvoering door de Essener Philharmoniker.

Pact met de duivel

Voor een andere, nog recentere herontdekking verhuisde het festival van de Philharmonie naar het naastgelegen Aalto Musiktheater. Daar genoot ik voor de tweede keer in twee maanden tijd van Fausto van de Franse componiste Louise Bertin (1805-1877). Een opera die in 1831 in Parijs drie bejubelde uitvoeringen kende, maar vervolgens bijna 200 jaar als verloren werd beschouwd. Tot hij enkele jaren geleden werd teruggevonden in de Bibliothèque national de France. Gelukkig maar!

Het populaire Faust-verhaal kreeg bij Louise Bertin een aparte interpretatie. © Forster

Het straffe aan dit werk is dat de toen nog maar 26-jarige Bertin de eerste was die van het Faust-verhaal, over de geleerde die een pact sluit met de duivel, een opera maakte, vóór de wel overgeleverde versies van Hector Berlioz en Charles Gounod dus. Bovendien gaf ze voor het libretto dat ze zelf schreef een eigen draai aan Goethes toen razend populaire verhaal. In dit portret op deze blog zette ik al uiteen waarom Bertin en Fausto om nog meer redenen zo bijzonder zijn. Deze ongemeen sterke opera verdient het hoe dan ook om in het ‘repertoire’ te worden opgenomen – daarover was men het in de debatten op het Komponistinnenfestival volkomen eens.

Panelleden op het Komponistinnenfestival waren het erover eens: Fausto van Louise Bertin, in Essen geregisseerd door de bekroonde Tatjana Gürbaca (tweede van links), verdient een plaats in het repertoire. © Veerle Janssens

Weggeschreven uit de muziekgeschiedenis

In een van de zeer interessante lezingen die het festival omkaderden, zette de Weense professor Melanie Unseld helder uiteen hoe het kon gebeuren dat vrouwen weggeschreven werden uit de muziekgeschiedenis, terwijl hun werk in hun tijd – anders dan we misschien denken – wél geregeld te horen was. In de eerste plaats moesten de partituren voorhanden zijn én gearchiveerd worden. Maar hoe voorkomen dat ze vervolgens in die archieven vergeten werden? Daarvoor is de medewerking van vele actoren nodig: het muziekonderwijs, musici, programmatoren, (radio)presentatoren, uitgeverijen en een publiek. Er moet ook een ‘gemeenschappelijk gedragen interesse’ zijn. Die nieuwsgierigheid lijkt er de jongste jaren dan toch geleidelijk te komen. Mede dankzij initiatieven zoals HER:VOICE in Essen.

In de ons omringende landen vinden dergelijke evenementen steeds vaker plaats, ook al omdat de muziekwetenschap daar al veel langer aandacht heeft voor de vrouwelijke stem. Het Komponistinnenfestival kondigt zelfs al een tweede editie aan (20 tot 23 maart 2025), met nog veel meer ontdekkingen. Ook bij ons groeit de belangstelling voor vergeten componistes, maar het blijft veelal beperkt tot kleinschalige initiatieven. Laten onze grote cultuurhuizen een voorbeeld nemen aan dit welgekomen en geslaagde initiatief van de Essener Philharmoniker en het Aalto Musiktheater.

_______________
Het concert van de Essener Philharmoniker (Mazzoli, Auerbach en Price) is nog tot half juni 2024 te herbeluisteren op WDR3
De opera van Louise Bertin valt te ontdekken op een onlangs uitgebrachte dubbel-cd in een mooie uitgave met tekstboek van Bru Zane (ook integraal te vinden op Spotify en fragmenten op YouTube).
Deze recensie verscheen ook op Klassiek Centraal.



Taalfout?

Notities Posted on 13 januari 2018 15:50

De ultieme drukproef van Vrouw aan de piano is nagelezen, de persen kunnen beginnen te draaien. Spannend.

Hoeveel fouten heb ik laten staan? Hopelijk geen inhoudelijke – die misschien alleen ingewijden zullen opmerken. Maar wat met de kleine tikfoutjes en grote taalblunders? Die zullen mij als gewezen eindredactrice met jaren ervaring op de teller wellicht het zwaarst aangerekend worden. Er zijn immers weinig excuses voor aan te dragen. Tenzij tekstblindheid. Fouten in een zelf geschreven tekst detecteren is nu eenmaal een moeilijk te nemen klif. Je leest wat je denkt dat er staat.

Zo spotte een lieve nalezer in de laatste versie nog ergens orkestkleden. Hij had het woord onderstreept, maar dan nog moest ik twee keer kijken. (Had ú die letter te veel meteen gezien?) Elders merkte hij op dat twee woorden wel erg dicht tegen elkaar plakten. Inderdaad: de spatie ontbrak. En moest Wilrijk in die ene passage niet Berchem zijn? Hoe had ik me in hemelsnaam daarin kunnen vergissen?

Waar ik me echter niet in heb vergist, beste lezer/es, is de consequent aangewende verbinding vrouwelijke componiste. U had het in mijn notities of op mijn website misschien al opgemerkt en de wenkbrauwen gefronst. Is dat niet van het goede te veel, nogal tautologisch? Moet dat niet gewoon componiste? Of vrouwelijke componist, zonder -e, zijn?

Ik kan u verzekeren: dat is een weloverwogen keuze, een van mijn stokpaardjes. Componist is voor mij in de praktijk immers geen genderneutrale (‘gemeenkunnige’) functieomschrijving. Voor mij is een componist een man, geen geslachtloos individu.

Nu besef ik maar al te goed dat niet alle (componerende en musicerende) vrouwen gediend zijn van die benadrukking van een vermeend onderscheid. Ze willen muzikant, componist of dirigent genoemd worden, niet muzikante, componiste of dirigente. Want sekse mag er toch niet toe doen? Het is de muziek die telt! En gelijk hebben ze. Ik begrijp ook hun achterliggende vrees: benadrukking van de sekse heeft al te vaak geleid tot marginalisering. Om te overleven moet je, in de woorden van componiste Annelies Van Parys, one of the guys zijn.

Voor haar boek The Woman Composer voerde Jill Halstead gesprekken met een tiental Britse 20ste-eeuwse componistes. De meesten uitten een grote behoefte om geaccepteerd en gewaardeerd te worden binnen de traditie en het establishment waarin ze hun muzikale en culturele waarden opgedaan hadden. Ze wilden dat hun muziek aanvaard werd als muziek, niet als drager van een politieke boodschap. Daarom wilden de meesten ook niet benaderd worden als woman composer. Want je zegt toch ook niet man composer?

‘In een ideale wereld is er geen behoefte aan categorisering volgens gender,’ beseft Halstead, ‘maar onze taal en cultuur gaan impliciet uit van vrouwelijke onzichtbaarheid. Het is een vaststelling waar we niet onderuit kunnen en die we onder ogen moeten zien. De niet-gekwalificeerde term composer is zo verzadigd met de notie mannelijkheid dat hij geen genderkwalificatie behoeft.’ Met andere woorden: je hoeft inderdaad niet ‘mannelijke componist’ te zeggen, want men gaat ervan uit dat een componist sowieso mannelijk is.

Zal dat niet veranderen als meer vrouwen aan het componeren slaan? Toen ik ter afronding van mijn studie Germaanse filologie een licentiaatsverhandeling schreef over vrouwelijke beroepsnamen, zo’n dertig jaar geleden, was dat ook al het meest aangehaalde argument: wacht nog even tot vrouwen overal zijn doorgedrongen en we zullen niet meer automatisch aan mannen denken bij een op zich genderneutrale functieomschrijving.

(Foto: Facebook/myrna herzog)

Ik heb slecht nieuws. Nog geen week geleden liet mijn man me op zijn smartphone een foto zien van een kostbare viola da gamba die gehavend uit een vliegtuig gekomen was. Hij had het nieuwsbericht gelezen op een Engelse website en vertelde me erbij dat de muzikant – the musician – woedend was op Alitalia.

Ik zag een rood aangelopen man voor ogen bij wie, volkomen terecht, de stoom uit de oren kwam. Groot was mijn verbazing toen ik de volgende dag in de papieren krant las dat het beklaagde slachtoffer een dirigente was. Een vrouw dus. Zelfs in een wereld waarin zoveel vrouwen – wellicht evenveel als mannen – muziek beoefenen, blijven we – geef maar toe, u ook – in de eerste plaats aan mannen denken bij het woord muzikant. (Weinig consequent noemt De Standaard het slachtoffer Myrna Herzog wel dirigente en muzikaal directeur, niet directrice, van het Duitse Phoenix Ensemble.)

Wat de Australische Dale Spender al in 1980 in haar boek Man Made Language stelde, gaat helaas nog steeds op: ‘Mannelijkheid is de ongemarkeerde vorm: verondersteld wordt dat de wereld mannelijk is tenzij anders aangetoond. Vrouwelijkheid is de gemarkeerde vorm: het is het bewijs van het ander.’

En daarom moeten vrouwen, of ze nu willen of niet, expliciet aangeven dat ‘de norm’ voor hen niet opgaat. Wil je het probleem van seksisme, net zoals dat van racisme of klassenonderscheid, aanpakken, dan moet je eerst de classificatie zichtbaar maken, oordeelt Halstead. Daarom vindt de autrice van The Woman Composer het voorvoegsel woman zeker te verantwoorden, ondanks alle negatieve connotaties die daar vaak mee gepaard gaan.

En ja, in het Nederlands kan die sekse op een dubbele manier onderstreept worden: vrouwelijke componiste. Inderdaad omdat we componist in mijn ogen niet de ene keer als mannelijk en de andere keer als genderneutraal kunnen beschouwen.