Blog Image

Blog

#beluistereenvrouw

Notities Posted on 8 november 2022 00:06

Is er nu al meer aandacht voor vrouwelijke componistes of niet? Het is een vraag die me de voorbije weken, die gekleurd waren door enkele opmerkelijke gebeurtenissen, nog sterker dan anders bezighield. Ja, er worden stapjes vooruitgezet, maar nee, we zijn er nog lang niet. En zoals ook op vele andere domeinen waar de gelijkheid van vrouwen en mannen in het geding is, blijft waakzaamheid absoluut nodig. Of beter: actie! Want kleine stapjes, hoelang moeten we ons daar nog tevreden mee stellen?

Eerst het mooie, hoopgevende nieuws. Nog steeds krijg ik, soms ook uit onverwachte hoek, fijne reacties op Vrouw aan de piano, waarvan de vierde druk inmiddels vrijwel uitgeput is. Een amateur-fluitiste van mijn leeftijd die me mailde dat ze na het lezen van mijn boek besliste aan de muziekacademie een jaar lang enkel werk te spelen van vrouwelijke componistes en daarover ook een blog bij te houden. Een jonge, internationaal actieve operazangeres die me vroeg of mijn boek niet vertaald kan worden, want ‘ik heb zoveel collega’s en vrienden aan wie ik dit boek zo graag cadeau zou doen, maar die spijtig genoeg geen Nederlands kunnen lezen’. Een pianiste die afgelopen academiejaar voor haar eindexamen aan het conservatorium van Gent uitsluitend werk speelde van vrouwelijke componistes en mijn boek daarbij zeer inspirerend vond. Een oudere pianolerares die mijn boek ‘met veel plezier zal aanraden aan collega’s en melomanen’. Een conservatoriumstudent barokgitaar (19 jaar, man) die me bedankte voor de ‘fantastische lees/leerervaring’, want ‘je boek is op vele vlakken een echte eye-opener voor me geweest. Je hebt me aangestoken om op termijn ook een programma in elkaar te steken dat hiermee aan de slag gaat!’ 

Er gaat ook haast geen week voorbij of er komt wel een nieuwe cd uit met werk van vrouwelijke componistes, soms zelfs creaties en first recordings. En al hangt het wel af van het individuele engagement van de muzieksamensteller – meestal een -samenstelster – ook op Klara hoor je ze al veel vaker dan enkele jaren geleden. ‘Je boek heeft toch wat in beweging gebracht’, drukt men me soms op het hart.

Dus ja, ik zie wel vooruitgang en ben er ook blij mee. Het bewustzijn is gegroeid dat er een onevenwicht was/is in de muziekprogrammatie, en er is ook bereidheid om daar iets aan te doen.

Maar toch. De voorbije weken heeft zich een aantal feiten of zelfs incidenten voorgedaan die toch weer doen wanhopen. Ik zet ze op een rij.

Tussen 0 en 3,8 procent

Een van de sprekende grafieken uit het rapport ‘Equality & Diversity in Global Repertoire’ van Donne.

Eind september kwam Donne – Women in Music, een Engelse non-profitorganisatie die zich inzet voor het bereiken van gendergelijkheid in de muziekindustrie, naar buiten met het ontluisterende rapport Equality & Diversity in Global Repertoire. Grootschalig onderzoek wees uit dat in het concertseizoen 2021-2022 de programmatie van 111 orkesten in 31 landen voor 92,3% bestond uit werk van mannen. Amper 7,7%, niet eens een tiende dus, werd geschreven door een vrouw. 

Bij de vijf bestudeerde orkesten in België bleek de wanverhouding nog schrijnender: het aandeel composities van vrouwen varieerde tussen 0 en 3,8%. Voor zover ik weet, kreeg dit onderzoek bij ons nog geen enkele persaandacht.  

Zelf legde ik destijds de programmatie van het concertseizoen 2018-2019 in deSingel onder de loep. Het resultaat was zoals ik vreesde droevig (lees mijn Notitie Cherchez la femme (1)). Intussen heb ik, zoals gezegd, het ‘gevoel’ dat concertorganisatoren en musici al wat meer moeite willen doen om al eens een keer werk van een vrouwelijke componiste te brengen, toch in de kamermuziek. Ik schrijf bewust ‘al eens een keer’ – voorlopig lijkt het toch nog maar om excuustruzen te gaan: eens laten zien dat men eraan gedacht heeft.

Klankdomein: 0 op 14

Maar zelfs één excuustruus blijkt voor sommige concertorganisatoren al te veel gevraagd, zelfs als ze het initiatief nemen om een (ander) onevenwicht recht te trekken. Begin oktober vond Klankdomein plaats, een reeks van drie concerten die Vlaamse componisten in de kijker zette. Lovenswaardig, want composities van eigen bodem zijn ook niet vaak te horen. Met wat positieve actie een keer uitsluitend dat soort werk programmeren is dan zeker gerechtvaardigd (1) en geenszins ‘overdreven’, zoals initiatiefnemer en componist Wilfried Westerlinck de aanwezigen achteraf in een enquête blijkbaar toch wat onzeker vroeg. Onbegrijpelijk is het dan wel dat hij dat andere onevenwicht totaal over het hoofd gezien heeft: bij de 14 componisten die te horen waren, was er geen énkele vrouw. 

Niks tegen het werk van deze gewaardeerde componisten wier werk te horen was tijdens Klankdomein (vooraan Marc Verhaegen, Raoul De Smet, Wilfried Westerlinck, achteraan Jan Van Damme, Stefaan Vanheertum, Rudi Tas, Lucien Posman, Mathias Coppens, Boudewijn Cox). Maar mogen we het werk van hun vrouwelijke collega’s ook eens horen? (© Klankdomein)

Toen ik de uitnodiging kreeg, heb ik de concertorganisator daar meteen op gewezen – ik bleek overigens niet de enige te zijn. Maar hij gaf grootmoedig toe: ‘Ik geef je gelijk’. En hij beloofde er bij een mogelijk volgende editie aan te denken. Hij zal ‘eens wat muziek van deze dames gaan lezen’, antwoordde hij me, ‘en er dan hopelijk een plaats en uitvoerders voor vinden.’ Al heeft hij blijkens een reactie op Facebook er nog niet zoveel vertrouwen in of dat zal lukken: ‘Ik wil en zal dat wel eens onderzoeken, maar als er maar een 10-tal vrouwelijke componistes zijn tegenover 400/500 anderen…’

Maar een 10-tal? Alleen al Virago, het vrouwenorkest opgericht door Eline Cote, stelde een week voordien werk voor van niet minder dan vier hedendaagse Vlaamse componistes.

Natuurlijk valt het niet te ontkennen dat er minder componerende vrouwen zijn dan componerende mannen, zeker in het verleden. Dat valt ook objectief te verklaren (zie verder). Maar een beetje kenner van het hedendaagse muziekleven moet er nu toch makkelijk meer dan 10 kunnen opnoemen. Overigens, 400/500 mannelijke componisten in Vlaanderen? Daar frons ik dan weer mijn wenkbrauwen bij.

Een essay

Maar kijk, de organisator van Klankdomein kreeg al meteen hulp bij zijn beloofde zoektocht. Want ongeveer gelijktijdig met zijn concerten verscheen het essay Toonaangevende vrouwen. Componistes in Vlaanderen van Lieselotte Bijnens. En daarmee kom ik bij het derde ‘opmerkelijke feit’ van de voorbije weken, of zeg maar ‘incident’.

Waardevolle interviews, maar slechts 4 van de 49 met een vrouwelijke componiste.

Dat essay werd gepubliceerd in de rand van en als bijlage bij de publicatie Simon De Rijcke in gesprek met componisten uit Vlaanderen, een bundeling van net geen 50 interviews die Simon De Rijcke alias Raoul De Smet tussen 2005 en 2018 afnam voor het tijdschrift Ambrozijn. Die interviews vormen een waardevolle bron aan informatie, en daarom zagen MATRIX (het Centrum voor Nieuwe Muziek) en Kunstenpunt (het steunpunt voor de kunsten in Vlaanderen) er wel brood in. Alleen was het hen opgevallen dat in de oorspronkelijke reeks van 47 interviews er maar twee gewijd waren aan vrouwen (Jacqueline Fontyn en Mieke Van Haute). Voor de bundeling heeft de auteur er nog twee (Irma Bilbao en Kristin De Smedt) toegevoegd.

Daarmee was natuurlijk nog lang geen sprake van een evenwicht. In opdracht van MATRIX en Kunstenpunt toog musicologe Lieselotte Bijnens aan het werk. Voornamelijk via online bronnen (o.m. de databank van Kunstenpunt) vond ze al meteen een 40-tal componistes, die ze kort bespreekt in haar essay Toonaangevende vrouwen. Componistes in Vlaanderen. Als ze meer tijd had gehad, ook om archieven te doorpluizen, hadden het er makkelijk veel meer kunnen zijn, vertelde ze me.

Ze draagt in haar tekst ook verklaringen aan voor de beperkte aanwezigheid van vrouwen in de muziekgeschiedenis. Die ondervertegenwoordiging heeft ‘alles te maken met de plaats die ze tot voor kort mochten innemen in de maatschappij: ondergeschikt aan de man en verantwoordelijk voor het huishouden en de zorg voor de kinderen’. Bovendien: ‘Vrouwen kregen pas officieel toegang tot muziekonderricht in de negentiende eeuw. Voordien konden enkel meisjes uit specifieke milieus, bijvoorbeeld kloosterlingen en aristocraten, toegang verkrijgen tot onderwijs. Het idee dat een musicerende vrouw onbetamelijk was, werd geïntroduceerd door de Kerk in de middeleeuwen. Deze houding bleef nog lang nazinderen in de maatschappij en bemoeilijkte de professionalisering van vrouwelijke muzikanten.’

En ze legt de vinger op de wond: ‘Er zijn niet alleen heel veel partituren verloren gegaan vanwege een gebrek aan uitgaven, maar ook vanwege een gebrek aan interesse.’ Was de (muziek)geschiedenis al niet mild voor vrouwen die wilden componeren, door het gebrek aan interesse was de geschiedschrijving dat evenmin.

Een panelgesprek

En daardoor durven blijkbaar ook nu nog altijd stemmen te beweren dat componeren geen vrouwenzaak was of zelfs is. Dat viel te horen tijdens het panelgesprek naar aanleiding van de presentatie van genoemd boek en essay, georganiseerd in het kader van het recente Transit Festival in Leuven. De componisten Raoul De Smet en Frank Nuyts, de gesprekspartners van Lieselotte Bijnens, hadden geen oren hadden naar haar argumentatie.

Lieselotte Bijnens en Frank Nuyts op het panelgesprek tijdens het Transit Festival. (© Kunstenpunt)

Volgens hen kon er nu toch geen sprake meer zijn van discriminatie. Vrouwen krijgen immers evenveel kansen om compositie te studeren. Als ze daarin niet voortgaan, is dat toch hun eigen keuze? Een verklaring zochten zij eerder in ‘de psychologie van de vrouw’. Vrouwen hebben nu eenmaal het ‘zorgende’ in zich, luidde het, en daardoor zijn ze niet geschikt voor het solitaire bestaan van een componist.

Lieselotte Bijnens, die even voordien nog had betoogd dat vrouwen in de zorgende rol worden geduwd, was sprakeloos. En zij niet alleen, want diverse aanwezigen (vrouwen én mannen) verlieten verontwaardigd de zaal. Daags na het panelgesprek publiceerden Kunstenpunt en MATRIX een standpunt waarmee ze openlijk afstand namen van de ‘hopeloos achterhaalde en vrouwonvriendelijke “bijkomende verklaringen”’ voor de ondervertegenwoordiging van vrouwelijke componistes. ‘Niet enkel zijn zulke uitspraken incorrect en beledigend, ze miskennen ook schromelijk de artistieke ambities en talenten van álle componisten, met eender welke genderidentiteit of -expressie.’

‘MATRIX en Kunstenpunt zetten zich dagelijks in om op een genuanceerde manier de geschiedenis en het hedendaagse landschap van de kunsten in Vlaanderen in kaart te brengen. Zij betreuren ten zeerste dat het panelgesprek een wending heeft genomen die daartegen ingaat. De uitspraken in kwestie onderstrepen voor beide organisaties de noodzaak – ook vandaag – van gedegen wetenschappelijk onderzoek en van een kritische blik, zoals die in het essay van Lieselotte Bijnens naar voren treden.’

Lieselotte Bijnens vertrouwde me toe dat ze gemengde gevoelens overhoudt aan het panelgesprek. ‘Iedereen focust nu op de uitspraken die er gedaan zijn. Terwijl ik graag had gehad dat mijn essay en het gesprek het startpunt zouden zijn geweest voor verder onderzoek. Want als er gevraagd wordt naar vrouwelijke componistes en hun werk, moeten we nu al te vaak nog toegeven: ‘We weten het niet.’ Ik ben er echter zeker van dat er nog zeer veel te ontdekken valt. Bijvoorbeeld in de archieven van de VRT of bij de conservatoria. Ik wil er alleszins mee doorgaan.’

Voor een vrouw komt geen krant buiten

Als er één Vlaamse componiste is die tegenwoordig niet meer weg te denken valt uit de concertzalen, is het Annelies Van Parys. Ook zij staat niet in het boek van Simon De Rijcke, maar dat zullen we dan maar wijten aan zijn beperking tot drie generaties: de jongste geïnterviewde in zijn rijtje was Luc Brewaeys (1959-2015), de oudste August Verbesselt (1919-2012).

Annelies Van Parys en Gaea Schoeters: met ‘Notwehr’ op de Biënnale van Venetië maar vrijwel niet te vinden in onze kranten. (© Trui Hanoulle)

Annelies Van Parys (1975) is uiterst productief én succesvol. Een van haar jongste creaties is de kameropera Notwehr, die in september in première ging op de Biënnale van Venetië. Het stuk werd er enthousiast onthaald. En toch was dit aanleiding tot nog een ‘opmerkelijk feit’ van de voorbije weken. ‘Mooie recensie in De Tijd vandaag’, schreef librettiste Gaea Schoeters op Facebook. ‘Maar iets moet me toch van het hart: het zal ook de enige zijn. Want Koen Van Boxem was de enige Belgische journalist in Venetië. En dat terwijl Annelies de eerste Belg ooit is die rechtstreeks een commissie van de Biënnale krijgt. En het de eerste keer is dat een opera speelt in de Scuola Grande. Vergelijk dat eens met de aandacht voor een Venetië-passage van Dirk Braeckman? Of Fabre? Klassieke muziek is geen beeldende kunst, dat is waar. Vergelijk het dan met de aandacht voor Jan Martens in Avignon. Of voor de opera van Stefan Hertmans en Wim Henderickx. Ik gun alle collega’s die aandacht, net zoals ik alle aandacht voor cultuur fantastisch vind, maar wij spelen in dezelfde categorie.’ En ze besloot met de vaststelling: ‘Voor een vrouw komt geen enkele krant buiten. Werk van vrouwen wordt blijkbaar niet even ernstig genomen. En krijgt dus niet evenveel airplay. Zo blijft de canon eeuwig mannelijk.’

Klara Top 100: stem opnieuw vrouw!

Over de canon gesproken. Op 19 en 20 november organiseert onze klassieke zender weer de Klara Top 100. We mogen die dan wel niet te ernstig nemen – het is maar een ‘spelletje’, slechts twee dagen lang alleen maar ‘mooie’ muziek gekozen door de luisteraar/ster/s van de zender, nietwaar? – die top heeft toch wel wat weg van een canon door het steeds maar weer reproduceren en dus versterken van dezelfde ‘grote’ namen. Ik blijf er dan ook sterk voorbehoud bij maken, net zoals toen bij een van de eerste edities vrouwelijke componistes geen schijn van kans maakten om er een plaats in te veroveren (lees mijn opiniebijdrage Natuurlijk wint Clara de Klara top 100 niet). 

Mijn selectie voor de Klara Top 100 van vorig jaar én dit jaar. Opdat ze er niet weer uit verdwijnen.

Bij de vorige twee edities is dat met Clara Schumann, Francesca Caccini, Nadia Boulanger en Fanny Mendelssohn wel gelukt. Hoera! Maar het is geen geheim dat dat alleen maar kon door wat positieve actie van geëngageerde enkelingen. Als we dat nu niet opnieuw doen, liggen die paar componistes er zo weer uit. Ondanks mijn blijvende weerzin om aan het spelletje deel te nemen, voel ik me dus opnieuw genoodzaakt om een dringende oproep te doen: stem vrouw! (2)

Krachten bundelen

Door die en andere kleine acties worden er dus al stapjes vooruitgezet. Maar wordt het, gezien de ‘feiten’ van de voorbije weken, niet eens tijd voor grote stappen? Wordt het niet eens de hoogste tijd dat de krachten gebundeld worden? Nu blijft het bij een concert hier en een stem daar. Het is zeker toe te juichen dat nu ook organisaties als Kunstenpunt en MATRIX oog hebben voor de ondervertegenwoordiging van vrouwelijke componistes. Aan de AP Hogeschool en het Studiecentrum Vlaamse Muziek in Antwerpen worden eveneens inspanningen geleverd. Maar het blijven toch vooral initiatieven van welwillende individuen, niet gestructureerd en vooral in verspreide slagorde.

Hoe anders gaat het al jaren in het buitenland. Ik verwees al naar het Engelse Donne – Women in Music, een project opgezet door de sopraan Gabriella Di Laccio, die begon met een lijst op te stellen die intussen meer dan 5.000 vrouwelijke componistes telt. In Frankfurt bestaat al sinds 1979 het Archiv Frau & Musik, dat intussen 28.000 documenten over en van 2.000 componistes en dirigentes verzamelde. In Hannover werd in 2006 binnen de Hochschule für Musik, Theater und Medien het Forschungszentrum Musik und Gender opgericht, dat onder meer in zijn bibliotheek 1.300 biografieën en 1.500 cd’s ter beschikking stelt. Bij Furore Verlag in Kassel verschenen de voorbij 35 jaar meer dan 2.000 partituren van 170 componistes uit Europa, Amerika, Azië en Australië. In Amerika werden in 1995 drie al veel eerder opgerichte organisaties samengevoegd tot de International Alliance for Women in Music (IAWM). In de databank Demandez à Clara (1.794 componistes, 18.273 werken) van het Franse Centre Présence Compositrices kan je aangeven naar welke bezetting van instrumenten of periode je op zoek bent.

Zo zijn er nog veel meer tools om vrouwen en hun composities op het spoor te komen. France Musique laat ze geregeld aan bod komen in de dagelijkse reeks Musicopolis. De Nederlandse omroep NPO4 bood al twee podcastreeksen aan: Muziek is een vrouwelijk woord en Nooit van gehoord?! (al meer dan 50 afleveringen). Op Spotify is er ook al een hele reeks speellijsten te vinden (3). En dan zijn er nog de Facebook-groepen zoals Women Composers of Classical Music, waar componistes collega’s treffen en het publiek kennis laten maken met hun werk. 

Door al die initiatieven zijn er in andere landen en in andere talen ook al zeer veel boeken en onderzoeken verschenen over vrouwelijke componistes. In Vlaanderen bleef het opmerkelijk stil, enkele (niet-gepubliceerde) masterverhandelingen buiten beschouwing gelaten. Bij ons geen exclusief onderzoekscentrum, geen documentatiecentrum, geen databanken, geen aanspreekpunt dat een en ander kan stimuleren en ondersteunen. Wie zich in het onderwerp wil verdiepen, moet het zelf maar uitzoeken.

Fixdit in de muziek

Eind september publiceerde het schrijverscollectief Fixdit – ik zou zeggen: schrijfsterscollectief, maar dat is een andere discussie – het manifest Optimistische woede. ‘Veel mensen geven openlijk toe nauwelijks boeken van vrouwen te lezen. Leeslijsten op scholen worden gedomineerd door boeken van (witte hetero)mannen. Vrouwen winnen minder literaire prijzen dan mannen. Is dat erg? Ja, want het weerspiegelt en vormt de verhoudingen in de samenleving. Elf vrouwelijke schrijvers zijn verontwaardigd over de ongelijke positie van vrouwen in de letteren, en verenigden zich in het collectief Fixdit. Vanuit bondgenootschap strijden ze voor verandering, in de literaire wereld én in de canon.’

Verander in dit promotekstje boeken door muziek, en vrouwelijke schrijvers door vrouwelijke componistes en je vraagt je af waar die krachtenbundeling in die tak van de kunst blijft. Ook andere citaten, uit een interview met mede-initiatiefneemster van Fixdit Gaea Schoeters, zouden zo vertaald kunnen worden naar de wereld van de muziek: We denken altijd dat die vrouwelijke kunstenaars en denkers er niet waren, maar dat is historisch helemaal niet juist. Ze zijn alleen vaak in de vergetelheid geraakt, ondergesneeuwd. (…) Het ís gewoon niet zo dat die vrouwen er niet waren. Die gaten in de geschiedenis zijn niet per ongeluk ontstaan.’ 

‘Vaak zeggen ze: maar het gaat bij literatuur toch puur om de kwaliteit? Wat eigenlijk een verbloemde manier is om te zeggen dat vrouwen het niet kunnen. Terwijl er nogal wat randvoorwaarden zijn waardoor het misschien lijkt alsof vrouwen het niet kunnen.’

‘Mannen aan de top bepalen nog steeds onbewust de literaire norm. Maar ook: boeken van vrouwen worden anders gelezen dan die van mannen. Uit onderzoek blijkt dat vrouwelijke auteurs in andere bewoordingen beoordeeld worden en dat de criteria op basis waarvan dat gebeurt ook verschillen.’

Ik vermoed dat nogal wat componistes instemmend knikken wanneer ze deze uitspraken van Gaea Schoeters lezen. Ik hoop dan ook dat ook zij toch eens opstaan én de krachten bundelen.

Fixdit lanceerde tot slot ook een podcastreeks én de hashtag #leeseenvrouw. ‘Lees vrouwen, leg ze op een mooie plek in de winkel, programmeer ze. Noem hun namen en blijf ze noemen’, vraagt Gaea Schoeters.

Bij deze lanceer ik alvast de hashtag #beluistereenvrouw. Luister naar hun muziek, voer hun werk uit, neem het op, programmeer het. Noem hun namen en blijf ze noemen. Zodat geen concertorganisator nog kan zeggen: er zijn er maar een tiental.

__________________

(1)  Samen met het kamermuziekensemble Triotique doe ik in maart 2023 net hetzelfde als wat Klankdomein deed voor Vlaamse componisten: een concertenreeks organiseren met uitsluitend werk van vrouwelijke componistes. Datums hier.

(2) Inspiratie nodig voor de Klara Top 100? Lees mijn nog steeds actuele Notities Stem vrouw! en Fanny voor haar verjaardag in de Klara Top 100?

(3) De jongste in de groeiende reeks playlists op Spotify is overigens de luisterlijst die er kwam op initiatief van Kunstenpunt en MATRIX bij het essay van Lieselotte Bijnens.



Stem vrouw!

Notities Posted on 4 februari 2021 00:01

Twee jaar na elkaar voelde ik me genoodzaakt mijn ongenoegen te ventileren over de totale afwezigheid van vrouwelijke componistes in de Klara Top 100, en vooral in de keuzelijst opgesteld door de muzieksamenstellers van de openbare omroep. ‘Natuurlijk wint Clara de Klara Top 100 niet’, luidde in 2018 de titel van mijn opiniebijdrage in De Standaard. Ook dit jaar zal Clara Schumann met 100 procent zekerheid níét winnen. Maar zij en met haar nog opmerkelijk veel andere componistes hebben nu toch ten minste de kans gekregen om aan de start te verschijnen. Dank, Klara, als het goed is zeggen we het ook. Nu is het aan de luisteraar/ster/s: stem vrouw! 

Eigenlijk was ik opgelucht toen Klara afgelopen herfst geen Top 100 organiseerde. Het jaarlijkse evenement ‘verzoeknummers’ indienen was ingeruild voor een vijfdaags feestje voor de twintigste verjaardag van de zender. Daarbij stond het iedereen vrij een werk naar eigen keuze aan te vragen, zonder gebonden te zijn – of toch in een bepaalde richting gestuurd te worden – door een vooraf door Klara opgestelde keuzelijst, zoals dat bij de Top 100 het geval is. Daardoor was pakweg Pourque les fleurs murissent cet été van Karel Goeyvaerts, maar ook Notturno van Fanny Mendelssohn eens te horen, zelden of nooit geprogrammeerd en toch heerlijke muziek. 

Ik was opgelucht omdat ik niet opnieuw moest gaan turven of er deze keer wel gehoor gegeven was aan mijn pleidooi in mijn opiniestuk in De Standaard om vrouwelijke componistes eindelijk eens een plaats te geven in de ‘preselectie’. En ik was vooral opgelucht omdat ik niet hou van dat soort wedstrijdjes. Al te vaak komt zo’n top neer op het in stand houden van een vermaledijde canon. Mensen hebben nu eenmaal de neiging te gaan voor wat ze al goed kennen. Maar goed, Klara wil de ‘succesformule’ blijkbaar toch nog niet lossen. In de aanloop naar het Top-weekend van 20 en 21 februari heb ik dus opnieuw mijn huiswerk gemaakt.

Schudden aan de boom

Natuurlijk zijn de werken die een top halen niet slecht, integendeel. Maar wat een voorspelbaarheid, die eeuwige strijd tussen een Bach, Mozart of Beethoven. Jaja, ik weet wel: bijvoorbeeld een Pergolesi en Pärt spelen ook wel mee in de hoogste regionen – bij de jongste editie in 2019 behaalden ze respectievelijk zelfs goud en zilver. In de hele rangschikking waren er toen ook wel wat ‘nieuwkomers’ (Fauré, Satie, Glass) en ‘opvallende stijgers’, om in het jargon te blijven. Luisteraar/ster/s bleken toch wel aan de boom te willen schudden. Klara had daarvoor ook zijn best gedaan: in de lijst waaruit gekozen kon worden, doken nu ook namen op als Ryuichi Sakamoto, Wim Mertens, Steve Reich en Ludovico Einaudi. Hoewel het nethoofd van Klara suste dat ik me er maar beter bij neerlegde dat de ‘canon is wat ie is’ – hoe betreurenswaardig we dat beiden ook vinden – eraan morrelen mocht en kon dan toch.

Alleen…. dat verbreden kon blijkbaar alleen maar in de richting van – wat ik gemakshalve nu maar even noem – easy listening. Geen verbreding in de verleden tijd, maar richting onze tijd. En dan toch weer alleen voor mannen. De vier (!) geprivilegieerde vrouwen uit de keuzelijst van de editie 2018 (Clara Schumann, Francesca Caccini, Marie Jaël, Eleni Karaindrou) kregen een jaar later het gezelschap van welgeteld één (!) extra vrouw: Caterina Assandra – waarom precies deze onbekende Italiaanse non, dat mag Joost me vertellen. Opnieuw geen Fanny Mendelssohn, geen Rebecca Clarcke, geen Cécile Chaminade, geen Mel Bonis, geen Nadia of Lili Boulanger, geen geen geen. Daartegenover stonden wel 13 nieuwe werken van mannen. Op een totaal van 327 werken waaruit luisteraar/ster/s konden kiezen, kregen vrouwen daarvan nog steeds maar een schamele 1,27 procent toebedeeld. Ontgoocheld en boos was ik. Mijn opiniestuk van 2018 had dus niet het geringste effect gehad, ik kon het een jaar later vrijwel ongewijzigd opnieuw publiceren.

Een voorstel

Ik ventileerde mijn ongenoegen ook rechtstreeks bij Klara. Een muzieksamensteller reageerde dat het ‘voor de keuzelijst van de Klara Top 100 niet zo veel uitmaakt of er nu 5 of 80 vrouwen in staan. Het komt er vooral op aan dat veel mensen op hetzelfde nummer stemmen. Sta me daarom toe om je een voorstel te doen: wil jij volgend jaar onze luisteraar mee aanzetten om massaal op vrouwelijke componisten te stemmen?’

De Stem Vrouw-campagne van Femma voor de jongste verkiezingen.
De Stem Vrouw-campagne van Femma voor de lokale verkiezingen van 2018.

Het mag duidelijk zijn dat ik het niet eens ben met zijn stelling dat het aantal vrouwen in de keuzelijst er niet toe doet. Als je ze daarin niet terugvond, dan kon je er ook niet op stemmen. Het argument dat je zelf ook suggesties kon doen (overigens ná eerst gestemd te hebben), gaat niet op. De kans dat een vrouwelijke componiste op die manier wél de top zou halen, is uiteraard nog veel kleiner. Dat zo veel mogelijk mensen op hetzelfde nummer moeten stemmen, klopt natuurlijk wel.

Toch maar meespelen

Ik zei al dat ik niet echt van het ‘spelletje’ hou. Maar als het dan toch georganiseerd wordt, overweeg ik dan niet beter om maar mee te spelen, precies om het evenwichtiger, eerlijker, mooier, verrassender te maken? Ik heb dus toch maar besloten in te gaan op de oproep van de muzieksamensteller: mensen oproepen om op de voorgeschotelde vrouwelijke componistes te stemmen. Dat is geen discriminatie, dat is positieve actie: vrouwen die zonder enige twijfel goed zijn, dat noodzakelijke zetje geven. Net zoals ik nu al vijf jaar op mijn piano ook nog alleen maar werk van vrouwen speel. Bach, Mozart, Fauré, Debussy… allemaal fantastische componisten, maar ze hoeven geen extra ondersteuning of applaus meer. En wees gerust, ik doe mezelf er niet te kort mee, want die vrouwen hebben óók fantastische muziek gecomponeerd.

Het is evenmin valsspelen. Einaudi is vorige keer ook maar in de top geraakt omdat een leraar aan een muziekacademie zijn leerlingen aangespoord had collectief te stemmen op de Italiaan. De gustibus et coloribus enzovoort, maar het toont de relativiteit van een rangschikking en zegt niets over wie het allerallerbeste werk gecomponeerd heeft.

Goed nieuws

En dan nu het goede nieuws: Klara heeft dit jaar wél zijn best gedaan om veel vrouwen op te nemen in de keuzelijst. Het wordt zelfs met trots aangekondigd op de website. Dat moet ongetwijfeld makkelijker geworden zijn doordat de lijst nu bestaat uit net geen 1.000 werken. De criteria zijn onduidelijk en ik kan niet nagaan hoe hoog het percentage vrouwen daarin nu is. Je krijgt op de website immers slechts 50 werken te zien, als ‘suggestie’, ‘ter inspiratie’, een selectie die overigens geregeld blijkt te wisselen. Maar ik heb een steekproef gedaan, onder meer aan de hand van mijn boek Vrouw aan de piano en mijn eigen muziekbibliotheek. Op enkelen na (*) staan ze er tot mijn aangename verrassing allemaal in, soms zelfs met meer dan één werk (**). Op basis van de suggesties van Klara kwam ik daarnaast nog een reeks ook voor mij onbekende namen op het spoor. Dat gaf dit toch wel goed gestoffeerde (en mogelijk dus nog onvolledige) lijstje van een kleine 50 componistes:

  • Agathe Grøndahl
  • Alma Mahler
  • Amy Beach
  • Amy Woodforde-Finden
  • Anna Bon di Venezia
  • Anne Vanschothorst
  • Augusta Holmès
  • Barbara Strozzi
  • Caterina Assandra
  • Cécile Chaminade
  • Clara Schumann
  • Eleni Karaindrou
  • Els Van Laethem
  • Emilie Mayer
  • Ethel Smyth
  • Fanny Mendelssohn
  • Florence Price
  • Francesca Caccini
  • Francine Aubin
  • Germaine Tailleferre
  • Giselle Galos
  • Hania Rani
  • Heike Beckmann
  • Hélène De Montgeroult
  • Henriette Bosmans
  • Hildegard von Bingen
  • Isabella Leonarda
  • Isabelle Aboulker
  • Joan Trimble
  • Kaija Saariaho
  • Leonora Duarte
  • Lera Auerbach
  • Lili Boulanger
  • Louise Farrenc
  • Luise Adolpha Le Beau
  • Maddalena Lombardini
  • Maria Szymanowska
  • Maria Theresia von Paradis
  • Marie Jaëll
  • Mel Bonis
  • Nadia Boulanger
  • Patricia Kopatchinskaya
  • Pauline Viardot
  • Rebecca Clarke
  • Rita Strohl
  • Roxanna Panufnik
  • Sofia Gubaidulina
  • Sophia Corri

Succes baart succes

Wie nu nog durft te beweren ‘er zijn er geen’, loopt dus hopeloos achter of is van slechte wil. Al maak ik me weinig illusies: Clara zal de Klara Top 100 nog steeds niet winnen en zelfs niet in de top 10 geraken. Daartoe moeten deze vrouwen eerst nog veel bekender worden. Klara doet daarvoor in de gewone programmatie ondertussen echt wel zijn best, waarvoor ik nog maar eens mijn dank wil uitdrukken. Want dat blijft een belangrijke stap: hun werk moet aan bekendheid winnen, dat verdienen ze. De waardering zal dan ongetwijfeld volgen. En dan zullen ze ook wel zonder dat extra zetje in die vermaledijde Top 100 raken. Die zal er dan weer voor zorgen dat ze nog meer aan bekendheid en waardering winnen. Want zo gaat dat met die al even vermaledijde canon: succes baart succes. Maar nu is dat zetje dus nog nodig. Daarom, luisteraar/ster/s, speel het spelletje mee: stem vrouw!

Een lijstje dan maar

De ‘oorlog’ is niet bij voorbaat verloren. Maar laten we dan niet in verspreide slagorde aan de start verschijnen – moge het geval-Einaudi een les zijn. Daarom heb ik voor mijn medespeelsters/spelers dan maar een lijstje opgesteld met werken waarvan ik vermoed dat ze het meeste kans maken. Noodgedwongen hield ik daarbij in de eerste plaats rekening met de relatieve bekendheid van de componistes. Dan ligt het voor de hand dat bijvoorbeeld Clara en Fanny hoog scoren. Niet dat ik ze nu per se ‘de beste’ vind – ik weiger nog altijd in die termen over muziek na te denken – maar mede door hun achternaam hebben zij wel een voetje voor in de publieke aandacht. Wat Clara betreft, is daar nog haar feestjaar bovenop gekomen naar aanleiding van haar 200ste geboortejaar in 2019 – onmiskenbaar ook een katalysator geweest voor de belangstelling voor meer vrouwelijke componistes. 

Uiteindelijk laat ik Clara ‘winnen’ met haar pianoconcerto, al was het maar om ook van het vooroordeel af te raken dat vrouwen alleen maar solowerken of kamermuziek gecomponeerd hebben. En om de jonge uitvoerster Isata Kanneh-Mason een hart onder de riem te steken natuurlijk. Bij andere componistes zou ik overigens soms een ander dan het voorgestelde werk gekozen hebben – maar daaraan beginnen morrelen lijkt me nog zinlozer dan nieuwe namen suggereren.

Daar gaan we:

  • Clara Schumann: Concerto in a voor piano en orkest: 3. Allegro non troppo
  • Clara Schumann: Pianotrio in g op.17: 3. Andante
  • Fanny Mendelssohn: Pianotrio in d op. 11: 2. Andante espressivo
  • Henriette Bosmans: Impressions: 2. Nuit calme
  • Nadia Boulanger: Trois Pièces pour violoncelle et piano
  • Emilie Mayer: Pianotrio in D op. 13: 3. Scherzo
  • Lera Auerbach: 24 Preludes voor viool en piano op. 46: Andante
  • Eleni Karaindrou: Eternity and a Day
  • Louise Farrenc: Sextet in c voor piano, fluit, hobo, klarinet, hoorn en fagot op. 40: 2. Andante sostenuto
  • Rebecca Clarke: Passacaglia on an old English Tune
  • Mel Bonis: Sonate in cis voor fluit en piano op. 64: 1. Andantino con moto
  • Lili Boulanger: D’un matin de printemps
  • Hildegard von Bingen: Caritas abundat (voor 3 harpen)
  • Leonora Duarte: Sinfonia de Duodesimi toni
  • Germaine Tailleferre: Concertino voor harp en orkest: 3. Rondo


En nu gauw surfen naar Klara en stemmen maar. Deze blog breed delen kan uiteraard ook helpen. Afspraak op zaterdag 20 en zondag 21 februari.

__________

(*) Enkele namen uit mijn muziekbibliotheek die het niet haalden: Amanda Röntgen-Maier, Anna Bon di Venezia, Annelies Van Parys, Claude Arrieu, Dora Pejačević,  Elfrida Andrée, Elisabeth von Herzogenberg, Elisabetta de Gambarini, Ester Mägi, Grete von Zieritz, Grażyna Bacewicz, Jacqueline Fonteyn, Joke Van Oirschot, Laura Y, Laura Netzel, María Teresa Carreño, Vítězslava Kaprálová, Wilhelmine von Bayreuth. Uiteraard zijn er ook mannelijke componisten die voor de keuzelijst uit de boot gevallen zijn. Ik vermeld deze namen maar om aan te geven dat er nóg veel meer vrouwelijke componistes zijn.

(**) De mannelijke confraters blijven uiteraard in de meerderheid én staan er ook in met veel meer werken. Wat uiteraard ook niet zo vreemd is: hun productie was nu eenmaal – door allerlei omstandigheden – veel groter. Een kleine steekproef: Bach (71 werken), Mozart (62), Händel (37), Haydn (27), Chopin (28), Beethoven (36), Tsjaikovski (21), Haydn (27), Brahms (18), Dvořák (18), Felix Mendelssohn (11), Robert Schumann (7).

Lees meer notities

Krijg updates in uw mailbox



Met Clara in feestend Leipzig

Notities Posted on 8 september 2019 14:53

De 200ste geboortedag van Clara Schumann, vrijdag 13 september, is een geschenk. Eindelijk krijgt deze pianiste en componiste de volle aandacht die ze verdient. Het gerespecteerde Schumann-Verein bijvoorbeeld windt er geen doekjes om: in het heringerichte Schumann-Haus in Leipzig krijgen Robert en Clara voor het eerst evenveel aandacht. Ook in het Mendelssohn-Haus laten ze intussen recht geschieden: Felix’ oudere zus Fanny heeft er een hele verdieping gekregen. Een hoopvol verslag uit de muziekstad bij uitstek en nog wat andere Duitse steden die de jarige letterlijk en figuurlijk in de bloemetjes zetten.

In Leipzig kan je dit jaar niet aan Clara voorbij. (Foto’s © vja)

Nogal wat Duitse steden zijn dit jaar in een muzikale feeststemming. In de eerste plaats Leipzig, de stad waar wonderkind Clara Wieck exact 200 jaar geleden het levenslicht zag en waar ze de eerste 25 jaar van haar leven doorbracht onder de hoede van haar strenge vader, de muziekpedagoog Friedrich Wieck, en aan de zijde van haar negen jaar oudere man, de componist Robert Schumann. Niet minder dan 60 cultuurinstellingen in de stad hebben een jaarprogramma met meer dan 200 evenementen samengesteld. 

Het hoogtepunt vormt de Festwoche die donderdag 12 september van start gaat met de uitvoering van Clara’s pianoconcerto in het Gewandhaus. Daar speelde ze zelf in 1835 op haar 16de de première onder leiding van Felix Mendelssohn. 12 september is ook de huwelijksdag van Clara en Robert. Op 12 september 1840, een dag voor Clara’s 21ste verjaardag, konden ze elkaar na een felle gerechtelijke strijd tegen vader Wieck eindelijk het ja-woord geven. Vrijdag 13 september barst dan in de Inselstrasse, waar het jonge kunstenaarskoppel vier jaar gewoond heeft, een meerdaags straatfeest los. Het Schumann-Haus in de Inselstrasse heropent zaterdag. Ook de ernaast gelegen Clara Schumann-basisschool neemt deel aan de festiviteiten.

Eine gleichberechtigte Darstellung

Van mijn eerste bezoek aan het Schumann-Haus, negen jaar geleden, herinner ik me onder meer het huwelijksdagboek dat Clara en Robert er hebben volgepend. Je zag er toen ook al een paspop met een concertjurk van Clara. Om maar te zeggen dat ze niet geheel afwezig was. Ik kocht in de bescheiden museumshop trouwens een boekje over de twee musici, het eerste van vele waarmee ik me in haar leven begon te verdiepen. Maar de focus lag toch overduidelijk op Robert. Daar komt nu dus, volkomen terecht, verandering in, vertelden me Gregor Nowak van het Schumann Verein Leipzig en Franziska Franke-Kern, persverantwoordelijke van het feestjaar Clara19, tijdens mijn (werf)bezoek. Eine gleichberechtigte Darstellung – zeg maar: een gelijkwaardige voorstelling – von Clara und Robert: die woorden zijn het meest blijven hangen. 

De nieuwe opstelling zal de verschillende rollen belichten die deze opmerkelijke vrouw in de muziekgeschiedenis gespeeld heeft: als pianiste, concertmanager, componiste, muziekuitgeefster, pedagoge, muze en nog zoveel meer. In een van de heringerichte kamers van wat ‘misschien wel het modernste museum van Duitsland’ belooft te worden, zullen Clara’s concertreizen – met de (post)koets tot in Kopenhagen, Sint-Petersburg en Moskou – rijkelijk geïllustreerd worden. Alleen al in deze Reiseraum wordt duidelijk wie van hen beiden destijds met veruit de meeste aandacht ging lopen. 

De reizen waren overigens aanleiding tot conflict tussen de echtelieden. Had het van Robert afgehangen, dan was zijn jonge bruid Klärchen na een carrière als wonderkind en Königliche-Kaiserliche Kammervirtuosin huisvrouw geworden. Eventueel mocht ze nog wel in privékring pianospelen en componeren, maar ze zou toch vooral hém als scheppend kunstenaar moeten laten voorgaan. Voortdurend geldgebrek bleek Clara’s redding: wat zij op de Bühne kon verdienen, was nu eenmaal noodzakelijk om een gezin met acht kinderen draaiende te houden. Alleen al met de inkomsten uit haar concerten in Rusland hadden ze in Leipzig nog 18 jaar huur kunnen betalen. Robert profiteerde overigens ook nog op een andere manier van Clara’s volharding: zij zorgde ervoor dat zijn composities bekend werden.

Een moderne vrouw

Clara wist goed wat ze wilde: een leven voor de muziek. Zowel dankzij als ondanks haar tirannieke vader had ze geleerd voor zichzelf op te komen. Ze wist wat ze waard was en bleef daarvoor gaan, tot op haar oude dag. In die zin kan je haar een ‘geëmancipeerde vrouw’ noemen. Al kan je erover redetwisten of een dergelijk anachronisme gepast is, Eine moderne Frau im Frankfurt des 19. Jahrhundert lijkt me dan ook een goedgekozen titel voor die andere tentoonstelling die ik bezocht in Frankfurt am Main. 

In die stad heeft Clara op haar 59ste voor het eerst een vaste aanstelling aanvaard, als erste Klavierlehrerin aan het pas opgerichte Hoch’s Konservatorium. Ze onderhandelde goed over de voorwaarden. Met uitzondering van Clara wenste de directeur geen vrouwen aan te werven: ‘Mme Schumann kann ich eben wohl als Mann rechnen’, antwoordde hij aan een solliciterende vrouw. Clara’s dochters Marie, Elise en Eugenie, die haar assisteerden bij het lesgeven, vergat hij dan ook maar even.

Toen Clara in Frankfurt ging wonen, stond ze er als weduwe al jaren alleen voor. Robert overleed in 1856 in een krankzinnigengesticht. Een zoontje was nog voor zijn tweede verjaardag overleden, ook twee andere zonen en een dochter zouden haar ontvallen. Haar vierde, aan reuma lijdende zoon belandde morfineverslaafd in een instelling, waarna Clara ook nog eens de hoede over zijn zes kinderen op zich nam. Je vraagt je af hoe ze het allemaal klaar bleef spelen, zelfs al kreeg ze hulp van haar drie overlevende dochters en van dienstmeiden.

Bach op het programma

Terug naar Leipzig, want daar lopen momenteel nog meer boeiende tentoonstellingen. Het Bach-Museum naast de Thomaskirche presenteert de kleine Sonderausstellung Anna Magdalena Bach – Fanny Hensel – Clara Schumann – Drei Künstlerinnen im Blick. Alledrie hadden ze iets met de grote Bach. De eerste uiteraard als vrouw van, zonder wie hij nooit die productiviteit aan de dag had kunnen leggen. Als eveneens muzikaal erg begaafde vrouw was Anna Magdalena onder meer Bachs kopiiste. Fanny Hensel (geboren Mendelssohn) en Clara Schumann bestudeerden zijn werk met het oog op hun eigen composities en waren als uitvoersters grote pleitbezorgsters van de door Felix Mendelssohn herontdekte grote meester.

Op hetzelfde concert in het Gewandhaus waarop de 16-jarige Clara in 1835 haar eigen concerto creëerde, klonk voor het eerst ook Bachs concerto voor drie piano’s BWV 1063, met naast Clara ook Felix Mendelssohn en ene Louis Rakemann aan de toetsen. Bij de talloze concerten die volgden, zou Clara Bach nog vaak op het programma zetten.

De Stein-vleugel waarop Clara als negenjarige leeftijd debuteerde in het Gewandhaus in Leipzig, staat in het Robert Schumann-Haus in Zwickau. (Foto’s vja)

Een tentoonstelling over die concerten en concertreizen in het Robert Schumann-Haus in Zwickau, de geboortestad van Robert, is inmiddels afgelopen. Dat museum bewaart meer dan 1.300 programma’s van (openbare) concerten. In de vaste collectie kan je onder meer de Stein-vleugel bewonderen waarop Clara als negenjarige debuteerde in het Gewandhaus in Leipzig.

Voor een andere tentoonstelling over Clara’s concerten kan je nog tot eind september terecht in Bonn. De bijbehorende 400 pagina’s tellende catalogus On tour – Clara Schumann als Konzertvirtuosin auf den Bühnen Europas is indrukwekkend.

Die alleinreisende Pianistin

Na de dood van Robert stond Clara bekend als ‘die alleinreisende Pianistin’. Niet alleen met haar solorecitals baarde ze opzien. Ook met haar repertoire was ze vernieuwend en ‘trendsettend’. Zij was het die de standaard zette voor het pianorecital zoals we dat nog steeds kennen. Hoe virtuoos haar spel ook was, ze liet alle bravoure achterwege in de keuze en de uitvoering van werken van Beethoven (de Waldsteinsonate!), Chopin, Brahms, Mendelssohn en natuurlijk ook Robert Schumann. Kunst werd in haar handen heilig, de uitvoerster trad terug achter de componist. 

Fanny, die erste Pianistin

Of achter de componiste. Want ook liederen van de door haar zeer gewaardeerde Fanny Mendelssohn kregen een plaats in het repertoire van Clara. Door het onderzoek voor mijn boek wist ik al dat de twee vrouwen elkaar goed gekend hadden. Toch was ik verrukt door de aandacht die ook Fanny nu mag genieten. Net zoals in het Schumann-Haus was in het Mendelssohn-Haus in Leipzig negen jaar geleden nauwelijks iets te vinden over de vrouwelijke naamdrager. ‘Waar is Fanny?’, kregen ze in het Mendelssohn-Haus vaak te horen, vertelde een suppooste me. Onder de slagzin … Und wo ist Fanny? heeft Felix’ oudere zus sinds twee jaar nu een hele verdieping voor zichzelf gekregen.

Eigenlijk had Fanny, zoals ik schreef in Vrouw aan de piano, een museum verdiend in haar thuisstad in Berlijn. Maar op de plaats waar ze in het Gartenhaus de druk bijgewoonde Sonntagsmusiken organiseerde, staat tegenwoordig de Bondsdag. En de tentoonstelling in de Mendelssohn-Remise in de Jägerstrasse besteedt vooral aandacht aan de bankiersfamilie. In Leipzig hebben ze er daarom niet beter op gevonden dan dat feeërieke Gartenhaus met zijn muziekkamer te evoceren in het Mendelssohn-Haus. Heel geslaagd! Leidraad voor de tentoonstelling is Fanny’s bundel Das Jahr, met voor elke maand een pianowerk, mooi geïllustreerd met ‘vignetten’ van haar man, de hofschilder Wilhelm Hensel. Wees maar zeker dat ik in dit mooie kader minutenlang met koptelefoon op heb staan luisteren, in het bijzonder naar September, dat momenteel ook op mijn piano staat.

Clara Schumann noemde Fanny, die van haar vader en broer het verbod gekregen had om van de muziek haar beroep te maken, ‘die erste Pianistin’. Tekenend voor de achting die Clara voor haar 14 jaar oudere collega voelde, was dat ze haar heerlijke pianotrio opus 17 aan haar opdroeg. In 1847 verwachtte Clara het werk elk moment van de drukker, toen ze het bericht kreeg dat Fanny tijdens een zondagsmatinee geveld was door een beroerte. Het onverwachte overlijden van Fanny – enkele maanden later gevolgd door dat van Felix – betekende een zware klap voor de Schumanns.

Over de intense samenwerking tussen Clara en dirigent-pianist-componist Felix loopt in het Gartenhaus van het Mendelssohn-Haus in Leipzig nog tot eind september de tijdelijke tentoonstelling Clara & Felix.

Notenspur

Alle muziekplekken in Leipzig – en dat zijn er nog veel meer dan die paar die ik hier heb opgesomd – zijn met elkaar verbonden door een Notenspur. Met een kaart in de hand en een blik op het voetpad volg je een traject van zo’n 5 kilometer door het stadscentrum. Het leidt je bijvoorbeeld ook langs de Nikolaischule, waar in de kelder een permanente tentoonstelling te zien is over geboren Leipziger Richard Wagner. Of je loopt langs een gedenkplaats voor Edvard Grieg, ‘kotstudent’ bij een van de vele muziekuitgevers die de stad in de 19de eeuw rijk was, zoals C.F. Peters, Hofmeister en Breitkopf & Härtel. Met die laatste hield ook Clara intensief contact, onder meer voor de uitgave van het verzameld werk van Robert. 

Clara zag nauwgezet toe op de drukproeven. ‘Bitte recht genau nachsehen’, schreef ze op de partituur van Roberts Fantasiestücke die ik te zien krijg tijdens een rondleiding in het Sächsische Staatsarchiv. Dat bewaart niet alleen het archief van Breitkopf & Härtel, maar ook de processtukken van de rechtszaak van Robert en Clara tegen Friedrich Wieck. 

Bloemen voor Robert

Breitkopf & Härtel viert dit jaar overigens ook een jubileum. De muziekuitgeverij werd 300 jaar geleden opgericht en is daarmee wellicht de oudste ter wereld. Ter gelegenheid van het eigen en Clara’s feestjaar brengt Breitkopf & Härtel een wel erg bijzonder boek uit: een facsimile van een bloemendagboek van Clara. In de jaren dat Robert verpleegd werd in een instelling, verzamelde Clara op elke gedenkwaardige plek waar ze kwam bloemen die ze in een soort herbarium stak. De bedoeling was het te schenken aan Robert wanneer hij genezen zou zijn. Hij heeft het nooit gezien.

Omdat de veelzijdige Clara dus ook iets met bloemen had – tijdens concerten droeg ze vaak een kransje in haar haar – is voor dit feestjaar ten slotte een zakje bloemenzaad uitgebracht. Leipzigers kunnen met de origineelste aanplantingen een prijs winnen.

Je kan in Leipzig dezer dagen dus niet aan Clara voorbij. Overal zie je de affiches. Zelfs via de kassabon van een supermarktketen word je uitgenodigd aan de festiviteiten deel te nemen. Een bakker herdoopte het traditionele Leipziger Lerche-gebakje tot Clärchen, als zoete hommage aan de componiste. Het Clara-jaar doet Leipzigers eens te meer beseffen in wat voor een prachtige muziekstad ze leven, zei Gregor Nowak van het Schumann Verein me. Het is ook nog op een andere manier een geschenk. De aandacht die Clara – en Fanny – nu krijgen, kan een katalysator zijn voor de studie naar nog meer vrouwelijk talent. Want de overtuiging dat vrouwen nooit tot muzikaal hoogwaardige prestaties in staat waren, mag nu wel definitief naar het rijk der leugens verwezen worden.

Ik moet terug

Tot slot: Leipzig heeft nog veel meer te bieden. Genoeg van muziek? Dan is er nog het Museum für Druckkunst. De tentoonstelling over het drukken van partituren is intussen afgelopen, maar er is nog wel een tijdelijke over 100 jaar Bauhaus, nóg een jubileum dus. Het stedelijk museum in het Alte Rathaus schetst de veelzijdige geschiedenis van de Messestadt, waarbij niet voorbijgegaan wordt aan de nazitijd en de moeilijke jaren onder DDR-bewind. In het Museum in der Runden Ecke gruwel je over de Stasi-praktijken. In de Nicolaikirche herdenkt een kleine, pretentieloze tentoonstelling 30 jaar Wende. Ook het Museum der bildenden Künste buigt zich tot begin november onder de noemer Point of No Return over de Wende und Umbruch der ostdeutschen Kunst. Buiten de stad kan je je vergapen aan het kolossale Völkerslachtdenkmal

Eén ding weet ik zeker: ik móét terug naar Leipzig. Alvast naar het heringerichte Schumann-Haus om die gleichberechtigte Darstellung von Clara und Schumann te zien. Om de gipsafdruk van haar uitzonderlijk grote hand te zien. En om te doen alsof ik met haar hand pianospeel, want ook dat zou in dit multimediale museum mogelijk zijn. Benieuwd hoeveel boeken en cd’ ik dan nog uit de museumshop zal meenemen om toe te voegen aan de stapel die ik in augustus al verzameld heb. Het Mendelssohn-Haus heeft me alvast beloofd Vrouw aan de piano op te nemen in zijn bibliotheek.

Op vrijdag 13 september 2019 vertel ik meer over de jarige Clara Schumann in ‘Maestro’, van 14 tot 16 uur op Klara.
Deze uitzending is intussen hier integraal te herbeluisteren.



« VorigeVolgende »